Persbericht | Nieuw HCSS rapport: Klimaatverandering beïnvloedt maatschappelijke stabiliteit Nederland

Het nieuwe HCSS-rapport Veiligheid in een Verhitte Wereld: Klimaatverandering en Maatschappelijke Stabiliteit, opgesteld door strategisch analisten Laura Birkman, Fiona De Cuyper en Julie Jeuken, onderzoekt hoe klimaatverandering maatschappelijke stabiliteit in Nederland beïnvloedt. Het rapport is een eerste verkenning van de complexe wisselwerking tussen klimaatgerelateerde gebeurtenissen en sociaal-politieke, economische en veiligheidsdynamieken in ons land.

Klimaatverandering als risicomultiplier

Klimaatverandering fungeert als een zogenoemde risicomultiplier: het versterkt bestaande ecologische, economische en sociale spanningen. Europa – het snelst opwarmende continent – ervaart al vaker extreme weersomstandigheden, met gevolgen voor voedselzekerheid, volksgezondheid, energievoorziening en de financiële stabiliteit. Tegelijkertijd kunnen hybride dreigingen, zoals desinformatie over klimaateffecten, maatschappelijke onrust en polarisatie verder aanwakkeren.

Gevolgen voor veiligheid en handhaving

De politie krijgt in toenemende mate te maken met klimaatgerelateerde incidenten en maatschappelijke spanningen. Denk aan migratiestromen, toename van criminaliteit na natuurrampen of infrastructuurproblemen door extreem weer. Politiepersoneel wordt ook persoonlijk geraakt, wat hun welzijn en prestaties onder druk zet. Het rapport onderstreept het belang van strategische voorbereiding en investeringen in materieel, opleidingen en interne weerbaarheid.

Druk op hulpbronnen en geopolitieke spanningen

Klimaatverandering grijpt in op grotere mondiale trends, zoals bevolkingsgroei, grondstoffenschaarste en geopolitieke fragmentatie. Schaarste aan water, voedsel en energie leidt tot sociale onrust en internationale competitie. Deze ontwikkelingen zetten mondiale samenwerking onder druk, ook binnen het klimaatbeleid.

Nationale veiligheid onder druk

De Nederlandse Nationale Veiligheidsstrategie erkent inmiddels klimaatverandering als een katalysator van dreigingen. Het raakt alle vitale belangen van Nederland, van fysieke veiligheid tot economische continuïteit. Klimaateffecten kunnen leiden tot verlies van vertrouwen in overheid en democratische instellingen, waardoor maatschappelijke stabiliteit verder afneemt.

Strategische aanbevelingen

Om deze risico’s het hoofd te bieden, presenteert het rapport concrete aanbevelingen:

  • Een integrale beleidsaanpak waarbij klimaat en veiligheid hand in hand gaan;
  • Verbeterde informatiedeling tussen veiligheidspartners;
  • Meer internationale samenwerking op veiligheidsvlak;
  • Gezamenlijke crisisvoorbereiding en het voorkomen van verkokering;
  • Toepassen van klimaatscenario’s in lokale beleidsvorming;
  • Strategische positionering van de politie binnen het klimaatveiligheidsdomein;
  • Investeringen in uitrusting, opleiding en welzijn van personeel in de veiligheidssector.
Conclusie

Klimaatverandering is geen toekomstig probleem, maar beïnvloedt nu al de maatschappelijke stabiliteit in Nederland. Het rapport roept op tot urgente actie, samenwerking en investeringen om onze samenleving veerkrachtig en veilig te houden in een verhitte wereld.

Auteurs: Laura Birkman, Fiona De Cuyper en Julie Jeuken.

Met medewerking van: Irina Patrahau, Linde Arentze, Abe de Ruijter, Frank Bekkers, Tom Middendorp en Gerben Bakker.

Dit onderzoek is verricht door HCSS in opdracht van de Nederlandse politie, als onderdeel van het meerjarige programma Strategische Monitor Politie. Dit programma heeft tot doel een ‘van buiten naar binnen’ en toekomstgerichte blik op en duiding van relevante trends en ontwikkelingen te geven. Hiermee kan vervolgens de strategievorming van de Nederlandse politie ondersteund worden. Deze studie is nadrukkelijk niet bedoeld als een alomvattende wetenschappelijke analyse, maar vormt een eerste verkenning als basis voor dialoog.

Cover afbeelding: Flooding Road, Canva

De Strateeg: Is er echt consensus binnen de NAVO over wie dat gaat doen?

De NAVO-norm gaat omhoog naar vijf procent. Maar er klonk toch nog gemor vanuit sommige Europese landen. Is er wel échte consensus? En gaan we die vijf procent wel echt halen? 

Dat ga je horen in deze aflevering van De Strateeg, van de auteurs van het nieuwe boek ‘De Oorlog van Morgen’:

  • Tim Sweijs, onderzoeksdirecteur bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies.
  • Martijn Kitzen, hoogleraar irreguliere oorlogsvoering en speciale operaties aan de Nederlandse Defensie Academie, en bijzonder hoogleraar krijgswetenschappen.

Bron: BNR Nieuwsradio, De Strateeg, 6 juli 2025

Over deze podcast

De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.

Host: Paul van Liempt

Redactie: Michaël Roele

New HCSS Policy Briefs: From Shared Concern to Shared Action on Foreign Information Manipulation and Interference (FIMI) for the Indo-Pacific and Europe

From Europe to the Indo-Pacific, foreign actors are manipulating information to divide societies and undermine democracy. As disinformation knows no borders, why are the two regions still fighting the growing menace of Foreign Information Manipulation and Interference (FIMI) alone? In two new HCSS policy briefs, strategic analysts Benedetta Girardi and Laura Jasper provide a comprehensive overview of the FIMI threat landscape across the two regions, and explore how to move from shared concern to shared action for resilient FIMI Strategies.

Policy Brief 1 | FIMI in Focus: Navigating Information Threats in the Indo-Pacific and Europe

FIMI poses an evolving and systemic threat to democratic institutions and societal cohesion in both the Indo-Pacific and Europe. This first policy brief by Benedetta Gorardi provides a comprehensive overview of the FIMI threat landscape across the two regions, identifying shared vulnerabilities, common tactics, and the unique regional contexts that shape how these threats manifest.

Key Takeaways:

  • Shared vulnerabilities, shared targets: Despite geographic and political differences, both Europe and the Indo-Pacific face the same FIMI vulnerabilities—fragmented media, low trust, and digital exploitation.
  • It’s not just about who—it’s about how: China and Russia use different narratives but similar playbooks. Policy should focus on disrupting the mechanisms of manipulation, not just identifying actors.
  • Terminology matter: Without a shared vocabulary on what FIMI is, the EU-Indo-Pacific cooperation is stunted. Standardizing definitions is step one toward coordinated response.
  • FIMI thrives where trust is weak: A whole-of-society approach—engaging government, media, academia, civil society, and industry—is essential to strengthen digital resilience. Empowered citizens are the first line of defence.

Read the full Policy Brief here:

Policy Brief 2 | Building Bridges: Euro-Indo-Pacific Cooperation for resilient FIMI Strategies

FIMI has emerged as a pressing and complex challenge to democratic resilience across both Europe and the Indo-Pacific. This second policy brief by Laura Jasper explores how Europe and the Indo-Pacific can strengthen cross-regional cooperation to enhance resilience against FIMI. It examines regional policy frameworks and national responses, revealing divergent approaches.

Key Takeaways:

  • FIMI is escalating across both regions, targeting elections, institutions, and trust itself.
  • Despite similar threats, Indo-Pacific and European responses diverge—liberal vs. illiberal models complicate coordination.
  • Cooperation exists but is scattered — opportunities lie in aligning terminology, frameworks, and strategic dialogues.
  • A whole-of-society, multi-stakeholder response is critical, involving government, civil society, media, and industry.

Read the full Policy Brief here:

This research was made possible through a financial contribution from the Embassy of Australia in the Netherlands to the Hague Centre for Strategic Studies (HCSS). Responsibility for the contents and for the opinions expressed, rests solely with the authors.

Authors: Benedetta Girardi and Laura Jasper, with contributions by Timur Ghirotto and Davis Ellison.

Clingendael Spectator | Tim Sweijs: De basis voor een sterkere alliantie

Na veel ophef en vertier is de NAVO-top in Den Haag weer achter de rug. Wat blijft er op de zeef achter? Hoe kijken experts naar de uitkomst, en hoe zien ze het vervolg? De Clingendael Spectator vroeg diverse deskundigen om hun licht te laten schijnen over deze kwesties, onder wie HCSS onderzoeksdirecteur Tim Sweijs:

In welk opzicht was de NAVO-top een succes? Is de trans-Atlantische alliantie er sterker of zwakker uitgekomen? Hoe stabiel en eendrachtig heeft de NAVO zich in Den Haag getoond? Is de verhoging van de defensienorm een historisch keerpunt? Wat betekent dit voor de Europese defensie-industrie? Welke vervolgstappen zijn nodig? En welk geopolitiek signaal is van de NAVO-top uitgegaan richting Rusland, China en het Midden-Oosten? 

De basis voor een sterkere alliantie

Het was een zeer korte NAVO-top die resulteerde in een nog kortere slotverklaring. Was de top “een succes”, zoals regeringsleiders te pas en te onpas predikten in de microfoons van het 2000 (!) koppen tellende journaille? Wanneer je bedenkt dat er vooraf vrees bestond dat Trump het bondgenootschap voor de bus zou gooien, dan was dit zeker een goede afloop. En met de ceremoniële herbevestiging van een “ijzersterk” commitment aan collectieve verdediging zal menig Europees leider een zucht van opluchting hebben geslaakt. Maar de slotverklaring bevat ook een aantal andere wapenfeiten die zeker niet triviaal zijn.

Allereerst de The Hague Investment Pledge, de toezegging om 5% van het bbp aan defensie en veiligheid te besteden. Door een klassiek Ruttiaans trucje – het vervangen van het woordje “we” door “bondgenoten” – bleven de 32 kikkers in de kruiwagen. De tijdshorizon is naar 2035 verschoven met een tussentijdse evaluatie in 2029 – niet geheel toevallig na het verstrijken van Trumps tweede termijn. Dit laat ruimte voor landen zoals Spanje en Slowakije, die deze ophoging al te drastisch vonden. Tegelijkertijd beklemtoont de nadruk op artikel 3 de daadwerkelijke uitdaging voor de NAVO: het omzetten van deze tsunami aan defensiegelden in militaire capaciteiten.

We weten niet welke strapatsen Trump nog in petto heeft

Hoewel sommigen de vermaledijde 5% vooral uitleggen als concessie aan de VS (al wel één die bijdraagt aan de zo geaspireerde Europese strategische autonomie), sleepte Europa toch ook andere zaken uit het vuur. Zo wordt Rusland expliciet genoemd als langetermijndreiging, terwijl de veiligheid van Oekraïne wordt gelinkt aan die van het bondgenootschap. Daarnaast zal militaire steun voor Oekraïne meetellen onder de verhoogde defensie-uitgaven.

De verwijzing naar trans-Atlantische defensie-industriesamenwerking en de afschaffing van handelsbarrières tussen bondgenoten is eveneens noemenswaardig. Het illustreert dat Amerikanen het belang van Europa als grootafnemer van Amerikaans materiaal niet onderschatten. Maar het kan ook betrokken worden op intra-Europese defensiehandel, waarmee Europa – voortbouwend op Von Der Leyens Readiness 2030-initiatief – de uitermate gefragmenteerde Europese defensie-industrie kan versterken.

Hoe dit alles precies uitpakt, zal de toekomst uitwijzen. We weten niet welke strapatsen Trump nog in petto heeft, terwijl de uitkomst van de oorlog in Oekraïne ook ongewis is. En vergeet niet dat het meer dan tien jaar duurde voordat de meeste bondgenoten de in Wales afgesproken 2%-norm haalden. Maar laat mij toch voorzichtig optimistisch afsluiten: in Den Haag werd in 2025 de basis gelegd voor een sterkere alliantie. Het is nu aan de bondgenoten, hun politieke leiders én hun bevolkingen om daarop voort te bouwen.

Tim Sweijs, Onderzoeksdirecteur HCSS

In welk opzicht was de NAVO-top een succes? Is de trans-Atlantische alliantie er sterker of zwakker uitgekomen? Hoe stabiel en eendrachtig heeft de NAVO zich in Den Haag getoond? Is de verhoging van de defensienorm een historisch keerpunt? Wat betekent dit voor de Europese defensie-industrie? Welke vervolgstappen zijn nodig? En welk geopolitiek signaal is van de NAVO-top uitgegaan richting Rusland, China en het Midden-Oosten? 

De Clingendael Spectator vroeg diverse deskundigen om hun licht te laten schijnen over deze kwesties: de afdronk van de NAVO-top in korte reacties. Lees alle bijdragen hier.

Met Thijs van der PlasDieuwertje KuijpersBob DeenSven BiscopAnna van ZoestAndré GerritsSarah WolffArnout BrouwersSabine MengelbergTim SweijsKoen DavidseKo Colijn en Chantal Schrijver.

Column Nieuwe Oogst: ‘Trump en Xi dwingen de Europese landbouw tot zelfonderzoek’

Toen de Amerikaanse president Donald Trump besloot om alle ongedocumenteerde immigranten het land uit te zetten, applaudisseerde half Amerika. Volgens Trump maken die immigranten de straten onveilig. Inmiddels ziet hij dat de waarheid ingewikkelder is.

In de land- en tuinbouw zijn ruim 250.000 ongedocumenteerden werkzaam. Nu die worden uitgezet, dreigen delen van de sector stil te vallen. En dus gaf Trump de immigratiedienst de opdracht om de jacht op migranten op boerderijen en in de vleesindustrie weer te stoppen.

Direct na zijn verkiezing ging het al mis. Zo beëindigde Trump de programma’s waarbij boeren hun producten aan lokale voedselbanken en scholen konden verkopen. Anderen werden woedend over het verwijderen van webpagina’s over klimaatverandering. Toch hebben de Amerikaanse boeren de ellende wel gedeeltelijk aan zichzelf te wijten; in landbouwstaten stemde 78 procent op Trump.

Wat Amerikanen doen, moeten ze zelf weten. Maar Trumps chaotische beleid raakt ons ook. Van zijn uitspraak dat de Europese Unie is opgericht om Amerika ‘te naaien’ heeft hij niets teruggenomen. De importheffingen blijven van kracht en raken alle sectoren. Rabobank heeft berekend dat een heffing van 25 procent gevolgen heeft voor de export van landbouwmachines, drank, fruit, groenten, zuivel en zeevruchten. Tegelijkertijd streeft Trump al naar een heffing van 50 procent.

Even ernstig zijn de exportrestricties die China (ook tegen de Europese Unie) heeft ingesteld voor kritieke grondstoffen en zeldzame aardmetalen. Het eerste slachtoffer was de auto-industrie in de Verenigde Staten. Ford heeft de productie van de Explorer een week moeten stilleggen. Daarop belde Trump in paniek met president Xi Jinping, die de sancties tijdelijk verlichtte.

Hightech

Ook de Europese Unie neemt stappen. Eurocommissaris Maros Sefkovic van Handel vreest voor enorme economische schade, van de auto-industrie tot de chipproductie en alle andere hightech toepassingen. Niet alleen raakt dit de productie van landbouwmachines, het raakt ook individuele boeren. Die produceren immers, naast voedsel, ook data voor hun bedrijfsvoering, ziektebestrijding en robots.

Zonder chips en hightech componenten lukt dat niet, en zonder toegang tot Amerikaanse clouddiensten ook niet. De sluiting daarvan kan als drukmiddel worden gebruikt als er geen handelsakkoord met de Europese Unie komt. China heeft wel aangegeven te zoeken naar een oplossing.

Het is duidelijk: Trump en China dwingen de hele sector zijn importafhankelijkheden en kwetsbaarheden in kaart te brengen en zo nodig maatregelen te nemen.

Bron: Rob de Wijk, Nieuwe Oogst, 23 juni 2025

Column Globe Magazine | Zonder verandering handelsstromen geen circulaire economie

Een van de belangrijkste langetermijn­beleidsdoelen van de Nederlandse (en Europese) overheden is de transitie naar een circulaire economie. Maar dat doel is in de praktijk nog ver weg. Neem bijvoorbeeld de handelsketen van ijzerhoudend schroot.

Aangezien metalen theoretisch gezien eindeloos kunnen worden gerecycled, zijn het perfecte kandidaten voor een circulaire economie. Toch blijft lang niet al het (ijzerhoudende) schroot in Europa. Een deel wordt namelijk geëxporteerd naar andere continenten. Mondiaal gezien is Europa de grootste schrootexporteur. Ook Nederland exporteert veel ijzerhoudend schroot naar landen als Turkije, Bangladesh, India en Egypte. Daar wordt het doorgaans verwerkt tot laagwaardiger staal. Dit type staal komt vooral terecht in structurele toepassingen zoals gebouwen en fundamenten.

Welke stappen kunnen we zetten om een echt circulaire economie te realiseren?

Als we kijken naar e-waste – zoals mobieltjes, tablets en computers – zien we ook hier een significante exportstroom, deze keer naar Japan en India. Zonde, met name omdat deze e-waste enorm veel kritieke grondstoffen bevat, die we bijvoorbeeld nodig hebben voor de energietransitie en de halfgeleidersector.

Daar komt bij dat bij de meerderheid van de metalen de recyclingpercentages nog onder de 50 procent liggen. De rest eindigt op de vuilnisbelt of wordt verbrand. Er is op dit moment dus nog geen sprake van een echt circulaire economie in Europa. De vraag is welke stappen we kunnen zetten om een echt circulaire economie te realiseren.

Allereerst kan Nederland meer doen om reststromen te zuiveren. Zo is het mogelijk via magnetische scheiding ijzerhoudende en niet-ijzerhoudende metalen uit elkaar te halen. Ook is het mogelijk met sensors bepaalde vormen van schroot te scheiden.

Ten tweede kan Nederland ervoor zorgen dat reststromen van grondstoffen direct kunnen worden gebruikt in Europa. Nu vinden veel productieprocessen met grondstoffen als input elders plaats. Europa importeert dan de halffabricaten of eindproducten. Zolang deze situatie hetzelfde blijft, heeft het weinig zin om grondstoffen hier te houden, aangezien de industrie ze niet direct gebruikt.

Tot slot kan Europa de export naar landen met lagere milieu-eisen aan banden leggen. De Europese Unie lijkt inmiddels enigszins wakker geworden als het gaat om de export van kritieke metalen. Neem bijvoorbeeld het afval van autobatterijen. Deze mix van grondstoffen – zwarte massa – werd tot voor kort geëxporteerd naar Azië om opnieuw te worden opgewerkt tot batterijen. Dit jaar besloot Brussel echter om zwarte massa als gevaarlijk afval te bestempelen, waardoor het niet meer naar landen buiten de OESO kan worden geëxporteerd. Dit zou een impuls moeten geven aan de interne ­recyclingcapaciteit van Europa.

De huidige praktijken en handelsstromen zijn een gevolg van de economische logica van een geglobaliseerde wereld. Nu die wereldorde steeds meer onder druk komt te staan, biedt dat naast risico’s ook kansen om vanuit strategische autonomie meer grondstoffen in Europa te houden en te hergebruiken. Zo kan een circulaire economie toch langzaam dichterbij komen.

Bron: Ron Stoop, Globe Magazine, Evofenedex, 26 Juni 2025

Persbericht | Kosten duurzame energie in Nederland en Saoedi-Arabië verrassend vergelijkbaar voor industriële ketens

TNO, HCSS en Roland Berger vergelijken toekomstige kosten hernieuwbare energie voor chloor-alkali en sustainable aviation fuel (SAF) en strategische implicaties.

Den Haag, 2 juli 2025 – De toekomstige kosten voor duurzame energie in Nederland en Saoedi-Arabië blijken voor twee belangrijke industriële waardeketens – chloor-alkali en sustainable aviation fuel (SAF) – opvallend dicht bij elkaar te liggen. Dat blijkt uit drie gecoördineerde studies van TNO, The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en Roland Berger naar de huidige en toekomstige (2040) energiekosten gebaseerd op hernieuwbare bronnen zoals zon, wind en biomassa.

De onderzoekers vergeleken de kostenstructuren van beide landen voor de productie van chloor-alkali en SAF, zowel nu als in de toekomst. Hoewel vaak wordt aangenomen dat landen dichter bij de evenaar een voordeel hebben vanwege hun toegang tot zonne-energie, laten de studies zien dat Nederland – indien het overschakelt op een 100% duurzaam energiesysteem – op bepaalde vlakken goed kan concurreren. Vooral voor processen die continu doorlopen, wordt het verschil in energiekosten kleiner in de toekomst. Het voordeel van de iets lagere energiekosten in Saoedi-Arabië wordt teniet gedaan door onder meer hogere transportkosten.

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei nam de onderzoeken in ontvangst, namens opdrachtgevers het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie (NPVI) en Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI).

Chloor-alkali: klein verschil door flexibele keten

Voor de chloor-alkaliketen – waarbij zout via elektrolyse wordt omgezet in onder andere chloor en waterstof – zijn de kosten momenteel vergelijkbaar. Richting 2040 wordt verwacht dat Saoedi-Arabië tot 40% lagere energiekosten kan realiseren dankzij goedkopere zonne-energie en batterijen in vergelijking met windenergie. Toch blijft het verschil in productiekosten uiteindelijk beperkt tot circa 8%, omdat de combinatie van wind- en zonne-energie constanter is (en daardoor minder batterijopslag nodig is). Daarnaast beschikt Nederland over eigen zoutvoorraden en een volwassen productieketen, terwijl Saoedi-Arabië nog moet investeren in infrastructuur.

SAF: toekomst moeilijk te voorspellen

Ook voor SAF geldt dat Nederland goede kansen heeft een leidende positie te nemen. Voor de productie van SAF, waarbij huishoudelijk afval wordt omgezet in synthetische ruwe olie (syncrude), zijn de kostenverschillen tussen beide landen nu en in de toekomst beperkt. De onderzoekers benadrukken echter dat het lastig blijft om de toekomstige kostenontwikkeling in te schatten, mede door onzekerheden in technologie en marktontwikkelingen.

Toelichting onderzoek HCSS: “The Strategic Importance of Chloralkali and Sustainable Aviation Fuel for the EU & Saudi Arabia

HCSS heeft de strategische relevantie van de twee industrieën voor de twee regio’s geanalyseerd, evenals de soorten interventies die beide overheden doorgaans ondernemen ter ondersteuning van de binnenlandse industrie in bredere zin.

De analyse vindt plaats binnen een complexe geopolitieke context. De op de VS gebaseerde liberale wereldorde staat zwaar onder druk. De geopolitiek wordt gedomineerd door nieuwe allianties die het ‘Westerse blok’ uitdagen, alsook door toenemende spanningen tussen de VS en haar partners, in het bijzonder in Europa. Economische dwang wordt in toenemende mate ingezet als onderdeel van het buitenlands beleid, de concurrentie op het gebied van hoogwaardige technologie is in volle gang, en er bestaat een verhoogd veiligheidsrisico voor (kritieke) infrastructuur en strategische industrieën. Als reactie op deze geopolitieke uitdagingen streven Noordwest-Europa en de EU, evenals Saoedi-Arabië, naar grotere strategische autonomie. Zij beogen economische welvaart, mondiaal concurrerende industrieën en maatschappelijke weerbaarheid.

Sterke binnenlandse chloor-alkali- en SAF-industrieën zijn van strategisch belang voor de ambities van de EU. Een afname van de binnenlandse chloor-alkalicapaciteit en het uitblijven van ondersteuning voor de opkomende SAF-industrie zullen importafhankelijkheden creëren die zowel geopolitiek als economisch problematisch zijn en negatieve gevolgen kunnen hebben voor de maatschappelijke weerbaarheid. Lokale productie van chloor-alkali en SAF is belangrijk voor sectoren zoals defensie, de energietransitie en de zorg. Het helpt de EU sterker te staan tegen druk van buitenaf, en zorgt voor meer zekerheid en betaalbaarheid in vitale sectoren.

  • Auteurs: Irina Patrahau, Lucia van Geuns, Berend Kwak, Ron Stoop en Philippe van Pappelendam

Meer informatie

De drie onderzoeken Study Energy Intensive Industries – Phase 1, The strategic importance of chloralkali and sustainable aviatioin fuel for the EU & Saudi Arabia (HCSS) en Comparison of future cost of renewable energy between regions (TNO), zijn vanaf 2 juli 2025 te vinden op de websites van de betreffende partijen.

Amrish Ritoe | BNR’s Big Five: “Amerikaanse stealth-bommenwerpers danken hun onzichtbaarheid aan Chinese grondstoffen”

De wereld is verslaafd aan zeldzame aardmetalen. Zonder die metalen géén batterijen, geen windmolens, geen drones, en geen elektrische auto’s. De energietransitie, defensie-industrie en digitale economie draaien op die grondstoffen.

Maar China beheerst inmiddels een groot deel van de waardeketens van kritieke materialen zoals lithium, kobalt, en neodymium. Ondertussen kijkt Europa toe en schrijft rapporten.

Hoe zijn we zó afhankelijk geworden van één land? Wat zijn de risico’s? En hoe komen we hieruit?

In BNR’s Big Five bespreekt Art Rooijakkers met HCSS strategisch adviseur Jeff Amrish Ritoe de geopolitieke realiteit van zeldzame aardmetalen, Europa’s achterstand en de noodzakelijke stappen richting strategische autonomie.

‘Amerikaanse stealth-bommenwerpers danken hun onzichtbaarheid aan Chinese grondstoffen’

Bron: BNR Nieuwsradio, 30 Juni 2025

De Strateeg: Vijf procent, en hoe nu verder?

De NAVO-top zit erop. 5 procent. Naar dat percentage gaan de defensiebegrotingen van de NAVO-landen groeien. 3,5 procentpunt van dat getal moet ook daadwerkelijk naar defensie gaan. Maar wat gaan we daarmee doen?

Trump was vooral erg blij met de hartelijke ontvangst in Nederland en het gevlij van Rutte. Maar wat levert dat op de langere termijn op voor het bondgenootschap?

Dat ga je horen in deze aflevering van De Strateeg, van de auteurs van het nieuwe boek ‘De Oorlog van Morgen’:

  • Tim Sweijs, onderzoeksdirecteur bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies.
  • Martijn Kitzen, hoogleraar irreguliere oorlogsvoering en speciale operaties aan de Nederlandse Defensie Academie, en bijzonder hoogleraar krijgswetenschappen.

Bron: BNR Nieuwsradio, De Strateeg, 29 juni 2025

Over deze podcast

De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.

Host: Paul van Liempt

Redactie: Michaël Roele

Live vanuit HCSS: BNR’s De Alliantie blikt terug op de historische NAVO-top

De NAVO krijgt een nieuwe norm. In 2035 moeten landen 5 procent van hun BBP aan defensie uitgeven, waarvan 3,5 direct aan defensie. Maar deze top stond toch vooral in het teken van de ‘bromance’ tussen president Trump en NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte.

Maar wat gaan we eigenlijk doen met al dat geld en hoe ziet de toekomst van het NAVO-bondgenootschap eruit? Om die vragen te beantwoorden roepen we de geopolitieke kopstukken van BNR onder de deskundige leiding van Liesbeth Staats weer bij elkaar voor een speciale aflevering van De Alliantie!

De geopolitieke kopstukken van BNR

Deze speciale aflevering werd live uitgezonden – mét publiek – vanuit het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) aan het Haagse Lange Voorhout.

Bron: Deel 1, BNR Nieuwsradio, 25 juni 2025 / Deel 2, BNR Nieuwsradio, 25 juni 2025

Ogenschijnlijke eensgezindheid op NAVO-top, maar ‘de spirit was goed’

Ondanks de afgesproken NAVO-norm van 5 procent van het bbp, lijkt eensgezindheid onder de lidstaten niet vanzelfsprekend te zijn geweest. Terwijl enkele landen zich niet kunnen binden aan de nieuwe norm, heeft met name de Amerikaanse president als een ‘stoorzender’ een grote stempel op de bijeenkomst gedrukt. ‘Dit is een Trump-top geworden’, zegt Rob de Wijk, directeur en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS), in een speciale editie van de BNR-podcast De Alliantie live met publiek vanuit HCSS.

De lidstaten hebben afgesproken dat 3,5 procent van hun bbp naar militaire uitgaven gaat en 1,5 procent naar gerelateerde zaken, zoals infrastructuur. Volgens De Wijk is het van belang dat duidelijk is dat die verhoging niet wordt gedaan om Trump ‘een plezier te doen’, maar omdat het nodig is.

‘Ergerlijk’

De meer dan amicale behandeling van Trump was dan ook in de ogen van De Wijk ‘ergerlijk’: ‘Het was slijmerij van hier tot Tokio.’ BNR’s buitenlandcommentator Bernard Hammelburg spreekt van een ‘vreselijke’ situatie, die echter wel te verwachten was. ‘Dit hebben we aan zien komen.’

De Amerikaanse president verbleef in Paleis Huis ten Bosch bij koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Daarnaast bleek uit door Trump zelf gepubliceerde sms’jes dat secretaris-generaal Mark Rutte een tevreden Donald Trump zeer belangrijk acht.

Die behandeling leidt de aandacht af van een inhoudelijke discussie over de nieuwe NAVO-norm. ‘Waar komt die 5 procent eigenlijk vandaan?’, vraagt Hammelburg zich af in de podcast De Alliantie. ‘Het is bedacht door Trump en daarom voeren we het door. Het had ook 3, 7 of 12 procent kunnen zijn.’ Volgens Hammelburg is het vooral van belang hoe de nieuwe norm concreet ingevuld gaat worden.

Daarvoor moet ook rekening worden gehouden met een fysiek andere rol voor de Amerikanen binnen Europa. ‘Wat ze gaan doen is onduidelijk, maar het ligt in de lijn der verwachting dat de aanwezigheid van de Amerikanen in Europa met 20 procent wordt verlaagd’, waarschuwt De Wijk. ‘Dat moeten we gaan compenseren, zowel technisch als praktisch.’

Ook het plaatsen en leveren van langeafstandswapens aan Europa zal door deze Amerikaanse president niet snel meer worden gedaan. Trumps voorganger Joe Biden heeft deze ATACMS-raketten wel nog aan Oekraïne geleverd. Het onderstreept het streven dat de verhoging van de defensie-uitgaven noodzakelijk is. ‘Er is een tekort aan alles. Er is kostbare munitie nodig en Nederland zal tanks moeten gaan kopen.’

En ondanks dat zowel Trump als Rutte de Amerikaanse loyaliteit wat betreft artikel 5 van het NAVO-handvest garanderen, is De Wijk daar niet zo zeker van. ‘Met deze president weet ik het nog zo net niet.’

Poetin

Dat is ook van belang nu de Russische dreiging weliswaar specifiek is genoemd in de slotverklaring van de NAVO-top, maar of president Poetin daar erg van onder de indruk is, betwijfelt buitenlandcommentator Hammelburg. ‘Het probleem op het gebied van defensie hebben we nu, en het is urgent. Maar de investeringstermijn is tien jaar’, zegt hij. ‘Poetin zal dit met plezier lezen.’

Ondanks dat Oekraïne extra steun krijgt en opnieuw een rol binnen het bondgenootschap in het vooruitzicht is gesteld, was de rol van de Oekraïense president klein. Toch had het slechter kunnen aflopen voor Zelensky, denkt Europaverslaggever Geert Jan Hahn. ‘Ook omdat het sentiment voorafgaand aan de top erg slecht was.’

Zelensky en Trump hebben elkaar op de top gesproken; over de uitkomst van dat gesprek is nog niets naar buiten gebracht. ‘Zelensky heeft een podium gekregen. Het effect moet nog blijken, maar het had slechter gekund’, benadrukt Hahn.

NAVO ‘niet dood’

Volgens buitenlandcommentator Hammelburg heeft de bijeenkomst in Den Haag wel bewezen dat de NAVO ‘niet op sterven na dood is’ – iets wat eerder onder meer door de Franse president Emmanuel Macron werd gesuggereerd, toen hij zei dat het bondgenootschap ‘hersendood’ zou zijn.

‘De spirit onder de leden is goed. Ze hebben afspraken gemaakt, hoewel de deadline pas over tien jaar is’, zegt hij. ‘Wie dan leeft, wie dan zorgt.’

Bron: BNR’s De Alliantie, 25 juni 2025