New Paper | Uncovering the Climate–Conflict Link: Mapping the Causal Pathways in Iraq

Environmental conditions such as drought, heat, and soil stress are often linked to armed conflict, but the exact pathways through which these factors contribute to violence remain unclear. This study addresses that gap by applying cutting-edge causal analysis to conflict data from Iraqi subdistricts. Unlike traditional methods, which often rely on simple correlations, our approach uncovers deeper, testable cause-and-effect relationships.

We show how environmental stress—particularly low soil moisture and high energy demand—can contribute to conflict, especially in densely populated areas. These effects do not occur in isolation: they move through complex chains involving access to vital resources and population pressures. By tracing these chains, we identify specific conditions that can make certain areas more vulnerable to violence. The analysis reveals not just where and when conflict is more likely, but also how and why it unfolds.

Our findings have practical value. By exposing the underlying mechanisms that link environmental stress to violence, we offer a foundation for more targeted and preventative policies. Interventions that address resource scarcity or ease population pressures in at-risk areas could help break the chain of events leading to conflict. This approach opens new possibilities for evidence-based responses to one of today’s most complex global challenges. 

Link to the paper “Applying causality to environmental security in Iraq”: Applying causality to environmental security in Iraq | Scientific Reports

Authors: Ninoslav Malekovic, Maarten Vonk, Laura Birkman, Tim Sweijs, Anna V Kononova and Thomas Bäck

This article was published with Scientific Reports

Partner institution: Leiden Institute for Advanced Computer Science

The research for and production of this report has been conducted within the PROGRESS research framework agreement. Responsibility for the contents and for the opinions expressed, rests solely with the authors and does not constitute, nor should be construed as, an endorsement by the Netherlands Ministries of Foreign Affairs and Defence.

Two internship positions are about to close for applications!

HCSS General Internship (start August 2025 / OPEN)  

Deadline: Sunday July 20th, 2025 at 12PM

Start date: Beginning of August 

The HCSS internship offers an excellent springboard for future careers in a wide range of fields, interns are involved as full-fledged team members in research-projects. Activities can range from conducting background research, data collection and analysis, co-writing reports and papers, administrative support, to being involved in the organisation of workshops and conferences. This way, interns gain valuable work experience in a professional environment, which helps them in their future development and careers in both the public and private sector. Also, the HCSS internship offers the opportunity to build and expand your professional network. 

Visit the vacancy for the internship requirements, eligibility, prospective tasks, application procedure, compensation and more.

Check out the last 3 general internship testimonials to get a better idea about the position!

Water, Peace and Security (WPS) Internship

Deadline: Sunday July 20th, 2025 at 12PM

Start date: End of July/Beginning of August 

The Water, Peace and Security (WPS) partnership was founded in 2018 to pioneer the development of innovative tools and services that help identify and address water-related security risks. WPS is an award-winning initiative that tries to turn the current vicious water-conflict cycle into a more virtuous water-peace cycle. HCSS contributes to WPS engagement in Iraq

To support WPS work, we are looking for motivated candidates with a particular interest in water-related security issues. As HCSS is leading WPS work in Iraq, knowledge of the Arabic language would be an added bonus. Throughout the internship, successful candidates can contribute to cutting-edge research on various water-related topics; from raising awareness of potential water-related conflicts, and supporting dialogues with Iraqi stakeholders at the local, provincial, and national levels, to organising training modules and workshops that focus on the different elements of the water-security nexus. 

Visit the vacancy for the internship requirements, eligibility, prospective tasks, application procedure, compensation and more.

Check out the last 3 WPS internship testimonials to get a better idea about the position!

Maatschappij & Politiek | Interview Tim Sweijs: ‘Ongeluk zit in een klein hoekje’

In de lessen maatschappijleer is oorlog weer onderwerp van gesprek. In De oorlog van morgen kijken Martijn Kitzen en Tim Sweijs terug op historische gebeurtenissen, analyseren zij hedendaagse conflicten en blikken zij vooruit op strijdtonelen van de toekomst. Sweijs is onderzoeksdirecteur bij het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Maatschappij & Politiek sprak met hem.

Onder studenten neemt de interesse in krijgswetenschappen toe, zien de auteurs van “De oorlog van morgen” (Uitgeverij Balans), maar zij stellen dat er ‘ook onder de jongere generatie nog altijd een onrealistisch beeld van oorlog’ is. De grens tussen de jongere en oudere generatie ligt rond de vijfentwintig, zo licht auteur Tim Sweijs toe.

‘Met name voor de oudere generatie is oorlog een wezensvreemd fenomeen. Het is alsof deze generatie als het ware in een strategische winterslaap was weggezakt. Deze generatie dacht dat de vrede op aarde was neergedaald, we oorlogsresistent waren en oorlog tot de negentiende eeuw behoorde. Wij waren “beschaafd”. Andere mensen zouden net zo beschaafd worden. Het doet mij denken aan Kinderen van Moeder Aarde van Thea Beckman waarin ze schrijft over het mooie land Thule waarin de mannen het verpest hadden en vrouwen de macht hadden overgenomen. Maar zij waren niet vergeten dat er aan de oostgrens nog een Badens Rijk was. In Nederland en West-Europa dachten we dat Rusland net zoals wij zouden worden. Rusland zou inzien dat het gebruik van politiek geweld niet legitiem was. Waarom zou je immers territoriale expansie willen? Sterker nog, in 2014 met de annexatie van de Krim en het neerschieten van MH17, de Russische interventies in Oost-Oekraïne in 2021 de troepenopbouw aan de grens en het zomeressay van Vladimir Poetin, waarin de president schreef dat Oekraïne bij Rusland hoort, gevolgd door een nieuwe troepenopbouw en een Russisch ultimatum half december 2021 dat de NAVO zich tot de grenzen van 1997 moest terugtrekken.

Dit alles gebeurde en toch voerden we in Nederland de discussie of Poetin het wel serieus meende. “Dat zou toch niet? Dat zou toch volslagen irrationeel zijn?” Het fenomeen oorlog was zo wezensvreemd. Zelfs toen alle stoplichten op rood stonden, dachten Nederlanders dat een grootschalige invasie niet kon gebeuren. Dit is deels verklaarbaar. Er ging een lange periode van vrede aan vooraf. Mensen vinden het moeilijk om dingen voor te stellen die er niet zijn. Dit is gevaarlijk, letterlijk. Als je zo’n laag veiligheidsbewustzijn hebt en je je niet voor kunt stellen dat andere mensen op een andere wijze denken, dan resulteert dit in het afschaffen van je krijgsmacht en het openzetten van de deur om aangevallen te worden door mensen die anders in de wedstrijd zitten’, legt de onderzoeksdirecteur van HCSS uit.

De jonge generatie vindt hij interessant. Sweijs: ‘Jij en ik waren tieners in de jaren negentig toen de bomen tot in de hemel zouden groeien. We maakten 9/11 mee als grote schok en later de terroristische aanslagen op het Europese continent. Er vonden interventies plaats in Afghanistan en Irak. We kunnen ook praten over de verschrikkelijke Balkanoorlogen waarin Nederland uit naïviteit lichtbewapend de vredestroepen stuurde die vervolgens geen internationale steun kregen en een stap opzijzetten waardoor Serviërs achtduizend moslimmannen konden doden. Ondanks deze conflicten, ervoeren wij deze als ver van ons bed en niet als iets wat ons existentieel bedreigde. Kinderen groeien nu op in een wereld waarin Rusland Oekraïne aanvalt, China agressieve ouvertures richting Taiwan uitvoert en Donald Trump aan de macht kwam. In het wereldbeeld van jongeren oorlog wel iets dat zich in het nieuws afspeelt en waar zij zich zorgen over maken. Dit is een generatieverschil.’

‘Oorlog was toch de wereld uit?’

Voor een beter begrip van oorlog verwijzen jullie nadrukkelijk naar het onderwijs. Wat verwachten jullie van scholen?

‘Op de eerste dag van mijn studie geschiedenis kwamen er om kwart voor drie sms’jes op mijn Nokia 3210 binnen: Amerika wordt aangevallen. Ik stak mijn hand op en vroeg de professor om de televisie aan te zetten. “Nee”, zei hij, “dit is een geschiedeniscollege.” Ik ging weg, studeerde internationale politiek en later oorlog aan het Department of War Studies aan King’s College in Londen. Later promoveerde ik in de oorlogswetenschappen. In Nederland kon je dat toen niet studeren. Lange tijd vroeg men mij altijd waarom ik in godsnaam oorlog zou studeren. Oorlog was toch de wereld uit? Dat is fascinerend. Daarnaast bestond er een schisma tussen krijgsmacht en samenleving dat over de jaren groeide. Het was in bepaalde kringen bon ton om voor je dienstplicht te worden afgekeurd. De meeste mensen in de krijgsmacht kwamen niet uit de Randstad. Als we over oorlogen spraken, dan deden we dat in relatie tot de Tweede Wereldoorlog. In mindere mate keken we naar de oorzaken van contemporaine oorlogen, waarom staten en groepen vechten, en wat de verschrikkelijke gevolgen daarvan zijn, inclusief de verwoesting van samenlevingen en de schending van fundamentele mensenrechten maar ook uitstraaleffecten over grenzen heen – en vragen over de voorwaarden waaronder oorlogen kunnen worden beëindigd. Deze en andere vragen zouden onderdeel kunnen zijn van een onderwijscurriculum waarin je moderne oorlogen bespreekt.’

Bewustzijn

Sweijs was de eerste werknemer van HCSS. ‘We waren maar met z’n vijven of zessen. Ik was de allerjongste. Twintig jaar later hebben we een echt instituut met een grote groep onderzoekers, talentvolle interns en een wijde cirkel van subject matter experts (SMEs) die met ons samenwerken. We verzorgen lezingen en treden op in de media. Ik organiseerde een Future of War-mastercursus bij de Nederlandse Defensie Academie waarin we keken naar de toekomst van oorlog. Welke trends zien we? Waarom vechten groepen en hoe: toen, nu en in de toekomst? Hoe kunnen we beter worden om hierop te anticiperen? Het lijkt mij de moeite waard om dit soort curricula voor scholen te ontwikkelen. Ik hoor graag van maatschappijleerdocenten hoe zij zo’n lespakket voor zich zien. We zouden ook kunnen praten met de mensen die de eindtermen voor de eindexamens van maatschappijleer opstellen. Het is geenszins de bedoeling om de maatschappij te militariseren en een Spartaanse samenleving te creëren, maar het is wel de bedoeling om een groter bewustzijn en een beter inzicht in het fenomeen oorlog te creëren. Op die manier zijn we als samenleving beter voorbereid en kan de politiek betere beslissingen nemen. Zo krijgen politieke leiders niet alleen beter advies, maar zorgt dit ook voor een betere democratische controle op die beslissingen. Wat er destijds in Afghanistan en Irak gebeurde was verre van succesvol, ook omdat heldere politieke doelstellingen ontbraken.’

‘Vergezichten over oorlog zijn natuurlijk wel gebaat bij een beter begrip en kennisniveau van oorlog.’

Aan het begin van het boek schrijven jullie over historische en hedendaagse ‘zieners’ die uitspraken over oorlogen deden en doen. Wat vind je van deze groeiende groep ‘zieners’?

‘Ik ben een overtuigd democraat. Een gezond democratisch discours heeft baat bij het voeren van een debat op geïnformeerde wijze. Dit klinkt keurig binnen de lijntjes, maar zo zijn samenlevingen het meest creatief, innovatief en weerbaar, zo beschreef ik in een studie over de bronnen van nationale vernieuwing. De opkomst van de oorlogsexpert of de geopolitiek expert is een weerslag van de groeiende interesse in dit vraagstuk. Niemand heeft een monopolie op de waarheid over de toekomst. We hebben geen kristallen bol. Om niet in epistemologisch nihilisme of relativisme te vervallen, zijn deze vergezichten over oorlog natuurlijk wel gebaat bij een beter begrip en kennisniveau van oorlog. Anders komt er een ziener met een mooi verhaal, een praatjesmaker en demagoog die mensen voor zijn karretje spant. Zo kom ik terug bij mijn democratische pitch: we moeten ervoor zorgen dat mensen die de talkshowcultuur consumeren uitspraken op waarde kunnen schatten. Wij hopen hier met ons boek een bijdrage aan te leveren.’

Jullie schrijven dat drie elementen de eenentwinstigste-eeuwse oorlogsvoering karakteriseert en een stempel op de nabije toekomst drukken: kinesis, ongekende connectiviteit en synthetische innovaties. Hoe kwamen jullie op deze drie-eenheid uit?

‘In 2019 hadden we op Oxford University een symposium over de changing character of war. We vroegen ons af of oorlog de afgelopen tien jaar was veranderd of niet. Wat waren de continuïteiten en veranderingen? We concludeerden dat er best wel wat was veranderd. Ik dacht aan een Trinity, een heilige drie-eenheid. Daar houden niet alleen religies van; oorlogsfilosofen ook. We kwamen uit op deze drie elementen. Het feit dat onze wereld ontzettend verbonden is leidde ertoe dat het CNN-effect van de jaren negentig plaatsmaakte voor sociale media-viraliteit waardoor de Oekraïense leider niet alleen wereldleiders, maar ook alle burgers kan toespreken. We kunnen meekijken wat Oekraïners aan het front doen, maar door die ongekende connectiviteit kunnen mensen ook direct steun aan troepen aan het front geven. Dat laatste gebeurde eerder al begin jaren tien toen sjeiks milities in Syrië en Irak steunden. Deze connectiviteit heeft niet alleen effect op de wijze waarop groepen mobiliseren, maar ook op de wijze waarop ze vechten. Met sensoren kun je alles waarnemen, sneller communiceren, en coördineren. Dit leidt tot nieuwe mogelijkheden om druk uit te oefenen. Kinetic is een ouderwetse militaire term die verwijst naar vuur. Kinesis in het oude Grieks staat voor druk. In deze nieuwe wereld waarin alles met elkaar is verbonden met nieuwe domeinen zoals cyber, space en het elektromagnetische spectrum kun je op nieuwe manieren druk uitvoeren, zowel in het fysieke, virtuele als het digitale domein. Tot slot de notie van het synthetische, met wortels in het Oudgrieks in synthetikos (συνθετικός) of datgene wat is samengesteld. Hier gaat het om het artificiële dat ook nog eens met het menselijke samensmelt. Zo kom je op artificiële intelligentie uit. In 2019 zagen mensen dit nog als science fiction, maar nu hebben synthetische innovaties een gigantische impact op het slagveld. Denk aan drones die zelf doelwitten herkennen of aan deepfakes die zorgen voor desinformatie. Straks vliegen er onbemensde systemen die in zwermen opereren en misschien geen menselijk aansturing meer nodig hebben. Of een stap ervoor: Centaur-teams waarin je één systeem hebt met bemensing omringd door onbemensde systemen. Zes jaar later kunnen we op deze drie-eenheid terugpakken.’

Jullie maken onderscheid tussen oorlog tussen staten, hybride oorlogsvoering en oorlog tussen mensen. Andere onderzoekers zoals Frank Hoffman gebruiken een ander model: Cognitive ‘Warfare’, Proxy Warfare, Societal ‘Warfare’ en Conventional Warfare. Vullen zij elkaar aan?

‘Geen enkele taxonomie is perfect. Hybride oorlogsvoering 2.0 kun je ook gebruiken om oorlog tussen mensen te creëren. Bij oorlog onder mensen wordt gebruikgemaakt van proxies die weer onderdeel kunnen zijn van grote mogendhedenoorlogen. Ik geloof sterk in multiperspectivisme en in op verschillende manieren naar de wereld kijken. Met de keuze voor deze drie type oorlogen – valide concepten die in de literatuur worden gebruikt – sluiten we beter aan op de belevingswereld van mensen. Zo krijgen mensen inzicht in zowel de verschijningsvorm als de manier waarop zij zich op die vorm kunnen voorbereiden.’

‘Soms moet je geweld gebruiken om dit geweld te stoppen, maar je moet altijd op zoek zijn naar een politieke oplossing van het conflict.’

Jullie merken op dat staten het steeds lastiger hebben in hun strijd tegen groeperingen

‘De democratisering van geweld is gaande. Ruim honderd jaar geleden kon Groot-Brittannië het Midden-Oosten ongestraft bombarderen. Lokale milities hadden hooguit geweren. Nu hebben Houthi’s raketten en drones die ze op Israël en Saoedi-Arabië afvuren en waarmee ze het internationale scheepsvervoer ontregelen. Ik voorzie dat democratisering van geweld doorgaat. Het is lastig om daar grip op te krijgen. Hiervoor moet je ook naar de politiek en sociaaleconomische oorzaken kijken. Uiteindelijk is oorlog natuurlijk een politiek fenomeen. Het gaat immers niet om random geweld. Nee: met geweld wil men een groter doel bereiken. Soms moet je geweld gebruiken om dit geweld te stoppen, maar je moet altijd op zoek zijn naar een politieke oplossing van het conflict. Als we dat begrijpen, dan is dat een grote stap.’

Op welke manier zouden docenten in hun lessen aandacht kunnen besteden aan de kans op een oorlog tussen staten?

‘Ik werk weleens mee aan TikTok-filmpjes en YouTube-explainers onder meer van NOS op 3. Die gaan over dit soort zaken. In een minuut leggen we uit dat de kans op een derde wereldoorlog niet groot is, maar dat er altijd een escalatie kan ontstaan waardoor er oorlog ontbreekt. Deze filmpjes worden meer dan een miljoen keer bekeken. Dit resoneert bij zowel tieners als volwassenen en leidt tot gespreksstof. Het is de moeite waard om zulke thema’s in de klas te bespreken. Niet om een angstcultuur te creëren of leerlingen bang te maken, maar juist om een discussie aan te gaan en argumenten voor en tegen elkaar af te wegen over de pijlers van vrede, zoals wederzijdse afhankelijkheid en economische ontwikkeling en normen, mensenrechten en internationale verdragen, alsook over de oorzaken van oorlog en de mogelijkheid van toekomstige oorlogen. Oorlog is de wereld niet uit. Er zijn landen die grote krijgsmachten opbouwen en gewapend geweld als legitiem middel zien. Groepen landen onder meer in de Sahel en sub-Sahara Afrika, maar ook in Zuid- en Zuidoost-Azië, zijn fragiel waarbij de overheid geen geweldsmonopolie heeft. Dat is een realiteit. Ongeluk zit daarbij in een klein hoekje, ook bij hybride conflicten. Een volgende keer wordt er misschien geen vliegtuig met 196 Nederlanders neergeschoten, maar een toestel met Britten, Fransen of Amerikanen. Dat is een casus belli en kan het begin van een derde wereldoorlog zijn. Door oorlog zo te bespreken kun je leerlingen op een levendige wijze inzicht in het vraagstuk geven. Jongeren leren om kritisch te kijken naar al die zieners die prediken dat er mogelijk oorlog komt en waar. Het zou goed zijn om een curriculum over oorlog voor en ook met maatschappijleer docenten te ontwikkelen. Daar praat ik graag eens over verder.’

Bron: Interview met Tim Sweijs, Maatschappij & Politiek, 4 juni 2025

Dit interview met Tim Sweijs door Ivo Pertijs werd oorspronkelijk gepubliceerd door Maatschappij & Politiek (M&P), het vakblad voor docenten maatschappijleer die willen weten wat er speelt.

“De oorlog van morgen” is nu verkrijgbaar via Uitgeverij Balans en in de boekhandel.

New HCSS Position Paper: Connecting Continents, Securing Futures: The ROK-NL Partnership Amid Global Shifts

In an era marked by geopolitical volatility and rapid technological transformation, this position paper explores the evolving strategic partnership between the Republic of Korea (ROK) and the Netherlands. Rooted in shared democratic values and reinforced by complementary strengths in high-tech industry, security innovations, and AI governance, the two nations are poised to move from alignment to co-leadership on the global stage.

Building on the outcomes of the inaugural 2025 ROK-NL Forum, held on April 23rd together with The Korea Foundation, the paper identifies three pillars of cooperation—global security, artificial intelligence, and high-tech industry collaboration—and outlines a bold, forward-looking agenda. Key recommendations include enhancing cyber defence, institutionalising educational exchange, deepening joint research on AI governance, and scaling innovation in semiconductors and green logistics.

With practical insights and policy proposals, the paper urges both governments to embed this partnership into long-term national strategies and shape an agile, principled model of cooperation between Europe and the Indo-Pacific.

Authors: Fiona De Cuyper, Benedetta Girardi, Julie Ebrard

With contributions by Davis Ellison and Hans Horan

The research was made possible through a financial contribution from the Korea Foundation to The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS). Responsibility for the contents and for the opinions expressed, rests solely with the authors.

De Strateeg: De grote strijd om het Noordpoolgebied

De strijd om de Noordpool is losgebarsten. Donald Trump heeft het gemunt op Canada en Groenland, en tegelijkertijd is Rusland met legerbases bezig in Siberië. Wat dat met elkaar te maken heeft? Het zijn allemaal gebieden die grenzen aan het Arctisch gebied, oftewel: de Noordpool.

Door klimaatverandering komen vaarroutes vrij te liggen en daarmee ook grondstoffen. En het wordt dus ook een belangrijker gebied op het gebied van defensie. Hoe moeten we daarmee omgaan? Dat ga je horen in deze aflevering van De Strateeg van:

  • Tom Middendorp, voormalig commandant der strijdkrachten
  • Fiona De Cuyper, strategisch analist bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies en ook verbonden aan het The Arctic Institute.

Bron: BNR Nieuwsradio, De Strateeg, 13 juli 2025

Over deze podcast

De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.

Host: Paul van Liempt

Redactie: Michaël Roele

Denktank Nederland 2040 interview | Rob de Wijk: ‘Ik vraag me nooit af hoe Nederland er in 2040 uitziet’

Kom bij denktanklid Rob de Wijk niet aan met wensdenken. Verleidelijk wuivende toekomstbeelden zonder onderbouwing? Niet aan hem besteed. De hoogleraar internationale betrekkingen en oprichter van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) zou je het realistisch geweten van Denktank Nederland 2040 kunnen noemen. Of, in zijn eigen woorden: ‘Ik ben de mopperpot van deze club.’

De eerste reden voor Nederland om in beweging te komen is geopolitiek, staat in het boek van de denktank. Dit is jouw expertise.

‘Nederland moet in beweging komen, ja. Het concept van een land is ooit in de zeventiende eeuw ontstaan met maar één doel: veiligheid. Aan die veiligheid hebben we jarenlang te weinig gedaan. Er is ondergeïnvesteerd in defensie. Er dreigen grondstoffentekorten, klimaatconflicten en handelsoorlogen. Daarin zijn we nu veel te kwetsbaar. Daarom is de noodzaak om te werken aan de positie van Nederland in de wereld redelijk strak doorgeredeneerd in het boek. We schetsen een wenkend perspectief voor een groener, menselijker en krachtiger Nederland, maar wel gebaseerd op de realiteit, op rapporten.’

We moeten investeren in defensie, zeg je. Maar je kunt niet heel veel geld uitgeven aan defensie, de energietransitie én sociale zekerheid tegelijkertijd. Dus hoe haalbaar is dat wenkende perspectief?

‘We moeten keuzes maken. En dat begint bij mensen niks op de mouw te spelden. Eerlijk zijn. Bijvoorbeeld over het feit dat wij in Nederland heel veel geld voor sociale zekerheid hebben kunnen uitgeven, omdat we konden schuilen onder de Amerikaanse defensieparaplu. Al in de jaren zestig zeiden de Amerikanen: wij kunnen niet betalen voor de ontwikkeling van jullie verzorgingsstaat. Die tijd is nu echt voorbij. Daarom gaan we 3,5 procent van het BBP aan defensie besteden om de achterstand weg te werken. Dat besluit wordt genomen tijdens de NAVO-top in Den Haag. Het geld moet ergens vandaag komen.’

Die boodschap heeft de massa nog niet bereikt.

‘Nee, zeker niet. Omdat politici het niet durven zeggen. Maar het percentage voor defensie wordt groter, dus het percentage van andere uitgaven wordt kleiner. Het is niet anders. Of je moet ernaar streven om enorm vaart te maken met de economische ontwikkeling van dit land. Maar daar lopen we ook tegen onze eigen grenzen aan. Net als bij de energietransitie. Dan denken we vooral na over wat we niet willen. We willen geen windmolens en niet nog meer kabels. Maar dat is decadent. Dan moet je niet gek opkijken als je over een aantal jaren met lege handen staat. Dat is de harde boodschap die niemand wil horen.’

Hoe zien die lege handen eruit?

‘De VS is al lang niet meer gefocust op Europa. Op het wereldtoneel gaat om de strijd tussen China en de Verenigde Staten.Je moet je daartoe verhouden als Europa en als Nederland. En dan is het antwoord vrij simpel: we moeten samenwerken. Maar daarin is Nederland nog erg lastig, hoor. Al hebben we door de geopolitieke veranderingen wel een cultuuromslag gemaakt. Daardoor gaan een aantal dingen makkelijker, zoals de samenwerking op defensiegebied. Trump heeft de herbewapening van Europa voor elkaar gekregen, wat je ook van zijn stijl vindt. En de discussie over de herstructurering van de economie in de Europa is op gang gekomen. Dat is ongekend.’

Hoe ziet Nederland er in 2040 uit, als het aan jou ligt?

‘Grappig genoeg stel ik me die vraag nooit, omdat ik weet dat het een niet te beantwoorden vraag is. Ik kijk naar de huidige ontwikkelingen en waar we dan logischerwijs uitkomen. De denktank beoogt in zeer belangrijke mate hoe wij vinden dat Nederland eruit zóu moeten zien in 2040: groener, socialer krachtiger. Daar heb ik natuurlijk absoluut geen bezwaren tegen. Maar het is mijn rol om dat niet te doen. Ik ben de mopperpot van deze club.’

‘Wensdenken is prima. Het geeft focus en energie aan het denkproces. Maar voor een visie moeten we ons ook baseren op feiten’

Moet je niet juist wensdenken en ambitieuze doelen stellen om in beweging te komen?

‘Wensdenken is prima. Het geeft focus en energie aan het denkproces. Maar voor een visie moeten we ons ook baseren op feiten. Die balans is in Nederland soms zoek, zoals in de energietransitie. Ambities, zoals volledig elektrisch rijden in 2035, zijn onrealistisch zonder voldoende infrastructuur en grondstoffen. We moeten realistisch zijn en kijken naar wat haalbaar is binnen de internationale context. Als de infastructuur achterblijft, kan je er vergif op innemen dat we in 2040 nog steeds fossiele auto’s verkopen. Dat zijn conclusies die mensen niet graag willen horen.’

Wat zijn de belangrijkste drempels voor een meer internationale aanpak in Nederland?

‘Er bestaat een enorme neiging om van binnen naar buiten te redeneren. We denken dat Nederland het centrum van de wereld is en dat alles maakbaar is. Terwijl we gewoon beperkt zijn in onze mogelijkheden door de internationale context. Alleen al voor onze handel zijn we enorm afhankelijk van andere landen. Inmiddels heeft Nederland zijn positie internationaal verspeeld, doordat onze politiek te gefragmenteerd is geworden. We worden gegijzeld door nationalisme en populisme. Daardoor is Nederland gewoon niet meer goed in staat om zich aan te passen aan de buitenwereld. En dat gaat ons welvaart kosten.’

Hoe kunnen we die buitenwereld binnenhalen?

‘We moeten meer denken vanuit de internationale context en stoppen met postzegels verzamelen. Een voorbeeld. In Nederland hebben we Natura 2000-gebieden die postzegels zijn en verweven zijn met agrarische gebieden. Wij zitten dan te puzzelen om de stikstofemissies precies daar te laten vallen waar we willen dat ze vallen. Wij denken dat alles maakbaar is. Maar Nederland is een klein land, dus denken we klein. Kijk naar Frankrijk. Daar wordt op een heel andere manier nagedacht. Zo’n groot land is niet zo maakbaar, en de politiek weet dat daar ook.’

Het gaat dus om een verandering van mindset?

‘Ja. Het gaat niet om de postzegel, maar om het hele album. Hoe verhoudt Nederland zich tot de rest van de wereld? En wat zijn dan de mogelijkheden om daarin te manoeuvreren? In Nederland vinden we dat de internationale context enorm beperkend is voor onze maakbaarheid en dus zeggen we: niet meer macht naar Europa. Maar klimaatverandering grijpt in Nederland hard in en schoffelt ons maakbaarheidsideaal onderuit. Daarom moeten we strategischer denken en anticiperen, zoals op verstoringen in de wereldhandel. We moeten ons realiseren dat Nederland sterk beïnvloed wordt door geopolitieke, economische en ecologische krachten. En we moeten flexibel zijn om te overleven in deze veranderende wereld.’

‘We moeten samenwerken met Europese partners en gelijkgestemde landen om onze positie te versterken’

Wat kunnen we concreet doen?

‘In ons boek hebben we geprobeerd om een aantal richtingen aan te geven en wat je ervoor moet doen om er te komen. We moeten samenwerken met Europese partners en gelijkgestemde landen om onze positie te versterken. En vraag je als land of bedrijf af: Waar komen de grondstoffen vandaan? Kan ik nog goed toegang tot mijn markt krijgen? Hoe zit het met mijn bevoorradingsketens en mijn afzetmarkt? Hoe gaan die veranderen? En hoe speel ik daar op in? Dit is Darwin, survival of the fittest. Wat mij aanspreekt in dit boek is dat wordt ingegaan op de ontwerpprincipes van beleid. Uitvoerbaarheid is nummer één, maar ook de samenhang met andere besluiten. Dat is goed en dit ontbreekt vaak in de politieke besluitvorming

Omdat er geopolitiek een andere wind is gaan waaien?

‘Die wind waait al heel lang. De geopolitieke verandering komt door de opkomst van China. In 2005 heb ik mijn eerste boek hierover geschreven. Toen zeiden ze: “Die Rob de Wijk is hartstikke gek, hij overdrijft”. Nu worden we met onze neus op de feiten gedrukt en zijn we al te laat. De situatie waarin we op dit ogenblik zitten met Rusland was niet gebeurd als we de boel bij defensie op orde hadden gehad. We hebben het huis dertig jaar lang niet onderhouden en nu lekt het dak aan alle kanten.’

Wat vraagt dat van de politiek?

‘Het blijft in de politiek veelal hangen in wensdenken. Plannen worden niet goed door doorgerekend en daardoor lopen dingen van de rails, of het nu gaat om de gaswinning, de toeslagenaffaire of de elektrificatie van het vervoer. Daarom is het belangrijk dat ons boek gelezen wordt. Het moet impact gaan hebben, zodat het geen papieren exercitie blijft, maar werkelijkheid wordt. Wat je zou willen is dat er een formele kabinetsreactie op komt.’

Bron: Rob de Wijk, Toekomst 2040, 17 juni 2025

BNR | Amrish Ritoe: “Voor Trump zijn Afrikaanse grondstoffen topprioriteit”

President Trump zet in op Afrikaanse grondstoffen om China voor te blijven. Daarom ontvangt hij vijf Afrikaanse staatshoofden in het Witte Huis, met één duidelijk doel: toegang krijgen tot zeldzame aardmetalen. Grondstoffen zoals mangaan en uranium zijn essentieel voor de Amerikaanse defensie- en technologiesector.

Volgens HCSS strategisch adviseur Jeff Amrish Ritoe is dit bezoek onderdeel van een bredere strategie om de Chinese invloed in Afrika terug te dringen, legt hij uit in BNR’s Ochtendspits: “Voor Trump zijn Afrikaanse grondstoffen topprioriteit.” Daarbij kiest Trump bewust voor handel in plaats van hulp: “trade not aid”.

De timing is cruciaal: een wet die Afrikaanse landen voorkeursbehandeling op de Amerikaanse markt geeft, loopt eind dit jaar af. Washington wil snel schakelen — voor het te laat is.

De ontmoeting in het Witte Huis betreft de leiders van Niger, Zambia, Namibië, de Democratische Republiek Congo en Mozambique — landen die rijk zijn aan strategische grondstoffen zoals kobalt, mangaan, lithium en uranium. China heeft de afgelopen twee decennia een stevige economische voet aan de grond gekregen in Afrika, met miljardeninvesteringen in infrastructuur, mijnbouw en leningen.

Washington ziet deze groeiende invloed met zorg aan en probeert nu via directe handelsdeals en strategische partnerschappen het tij te keren. Trumps boodschap is duidelijk: Afrika is geen hulpbehoevende regio, maar een geopolitieke sleutelspeler in de mondiale strijd om grondstoffen.

Bron: BNR Ochtendspits, 9 juli 2025

GATRI | International trade under pressure in times of geopolitical unrest: how can companies better prepare for global uncertainty?

Global trade is under pressure from rising geopolitical tensions. In response, the Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), in collaboration with the Dutch World Trade Centers, has launched a new tool: the Geopolitical Annual Trade Risk Index (GATRI). This innovative index quantifies the impact of diplomatic, economic, and military developments on international trade.

In a world marked by instability, global trade faces new and urgent risks. From tariffs to cyberattacks to political upheaval, companies must prepare for uncertainty. That’s why HCSS and the Dutch World Trade Centers have launched GATRI — the Geopolitical Annual Trade Risk Index.

Developed as a comprehensive analytical tool, GATRI captures geopolitical developments across diplomatic, economic, and military domains, translating complex global events into clear indicators of trade risk. Despite its baseline at 100 for the year 2024, GATRI indicates a worrying downward trajectory, reflecting a consistent increase in global geopolitical risk over the past four years. Key drivers behind this negative trend include escalating military conflicts, deteriorating diplomatic relationships, and heightened economic volatility.

The military dimension of the GATRI, which consists out of 6 indicators, shows an alarming deterioration. The ongoing Russo-Ukrainian war exemplifies this, causing immediate disruptions to trade involving Ukraine and Russia and prompting extensive Western sanctions and strategic realignments, significantly reshaping global trade dynamics. Similar patterns of disruption are visible in Myanmar and Sudan, underscoring that military conflicts considerably amplify trade uncertainties and complexities.

When looking at the diplomatic dimension of GATRI, comprising several critical indicators including sentiment analysis from the UN General Assembly, also reflects rising instability. Last year’s heated exchanges at the UN exemplify how diplomatic tensions, like those between India and Pakistan over Kashmir, can quickly escalate into broader trade disruptions. The resulting decline in India-Turkey trade demonstrates how diplomatic disagreements directly impact trade relations, emphasizing the critical need for diplomatic stability in global commerce.

The economic dimension of GATRI, which integrates key economic indicators such as tariffs and transport costs, similarly underscores increasing volatility and risk. Rising trade tensions and abrupt fluctuations in transport expenses, such as those resulting from instability in key transit areas like the Red Sea, exemplify economic unpredictability. These economic disruptions significantly heighten uncertainties, disrupting supply chains and trade planning, further amplifying the comprehensive risk profile captured by GATRI.

Looking ahead, although the official score for 2025 has not yet been released, ongoing and emergent geopolitical events like the tariff war, Kashmir conflict and military conflicts in the world suggest that next year’s index will likely dip below the 2024 benchmark of 100. Given recent turbulent developments worldwide, the critical question is not if the score will decline, but rather how significantly it will drop.

Businesses can leverage GATRI for geopolitical due diligence using the predefined indicators, or using a subset they themselves find relevant on the customise page. Ultimately, GATRI represents an essential tool for navigating the increasingly volatile global trade landscape, empowering stakeholders with actionable insights to proactively manage geopolitical risks.

GATRI was officially launched on June 2, 2025, during World Trade Day in Eindhoven. Renowned international relations expert Prof. Rob de Wijk delivered a keynote on current geopolitical trends and officially unveiled the Index alongside Freerk Faber, board member of the World Trade Centers Association.

HCSS data scientist Maarten Vonk demonstrated the tool live to the audience in Eindhoven and viewers worldwide via livestream (rewatch the video above).

A high-level panel followed the launch, featuring industry leaders such as Gerben Edelijn (CEO Thales NL), Peter Berdowski (Chairman of the Supervisory Board, Boskalis), Maurice Geraets (Executive Director, NXP), and Dirk-Jan Brouwer (Deputy Director for Economic Policy, Dutch Ministry of Foreign Affairs). Together, they discussed how geopolitical volatility impacts international business strategies.

Maurice Geraets (NXP Semiconductors) explained it best during the launch:

“GATRI is not the final answer, but the trigger for analysis.”

GATRI is freely accessible at: https://gatri.app.hcss.nl

Press Release | New HCSS Report: Climate Change affects Social Stability in the Netherlands

The new HCSS report “Security in a Heated World: Climate Change and Social Stability”, authored by Laura Birkman, Fiona De Cuyper, and Julie Jeuken, explores how climate change is impacting social stability in the Netherlands. The report is an initial exploration of the complex interplay between climate-related events and the socio-political, economic, and security dynamics within our country.

Climate Change as a Risk Multiplier

Climate change acts as a so-called risk multiplier: it intensifies existing ecological, economic, and social tensions. Europe — the fastest-warming continent — is already experiencing more frequent extreme weather events, with consequences for food security, public health, energy supply, and financial stability. At the same time, hybrid threats such as disinformation about climate impacts can further fuel social unrest and polarization.

Impacts on Security and Law Enforcement

The police are increasingly confronted with climate-related incidents and societal tensions. These include migration flows, rising crime following natural disasters, or infrastructure disruptions due to extreme weather. Police personnel are also personally affected, putting pressure on their wellbeing and performance. The report underscores the importance of strategic preparation and investments in equipment, training, and internal resilience.

Pressure on Resources and Geopolitical Tensions

Climate change influences broader global trends such as population growth, resource scarcity, and geopolitical fragmentation. Scarcity of water, food, and energy can lead to social unrest and international competition. These developments strain global cooperation, including within climate policy frameworks.

National Security Under Pressure

The Dutch National Security Strategy now recognizes climate change as a catalyst for threats. It affects all of the Netherlands’ vital interests — from physical safety to economic continuity. Climate effects can erode public trust in government and democratic institutions, further undermining social stability.

Strategic Recommendations

To address these risks, the report offers concrete recommendations:

  • An integrated policy approach that combines climate and security;
  • Improved information sharing among security stakeholders;
  • Increased international cooperation on security issues;
  • Joint crisis preparedness and the prevention of siloed approaches;
  • Integration of climate scenarios into local policymaking;
  • Strategic positioning of the police within the climate-security domain;
  • Investments in equipment, training, and the wellbeing of security personnel.
Conclusion

Climate change is not a distant issue — it is already affecting the social stability of the Netherlands. The report calls for urgent action, collaboration, and investment to ensure our society remains resilient and secure in a heated world.

Authors: Laura Birkman, Fiona De Cuyper, and Julie Jeuken.

With contributions from: Irina Patrahau, Linde Arentze, Abe de Ruijter, Frank Bekkers, Tom Middendorp, and Gerben Bakker.

This research was conducted by HCSS on behalf of the Dutch police as part of the multi-year Strategic Police Monitor program. The program aims to provide an outward-looking and forward-thinking perspective on relevant trends and developments, to support the strategic decision-making of the Dutch police. This study is not intended as a comprehensive scientific analysis but serves as an initial exploration to spark dialogue.

Cover image: Flooding Road, Canva

Interviews by Dr. Davis Ellison with Dr. Victoria Vdovychenko, Dr. Christian Fjäder and Dr. Simona R. Soare on shaping the future of digital defence

On the 18th of July 2025, The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) hosted its symposium “From Cloud to Community: Shaping the Future of Digital Defence” in The Hague. HCSS invited experts to exchange views on shaping the future of digital defence, creating a platform for lively debate and cross-sector collaboration. This second edition built on the success of our first event in collaboration with Microsoft in Brussels on March 10, but pushed the conversation further — moving beyond NATO’s digital capabilities to tackle the big question: How do we build a future of digital defence that works for both soldiers on the battlefield and citizens at home.

Read the full event recap here.


Just before HCSS hosted this event, HCSS Strategic Analyst Dr. Davis Ellison managed to briefly interview three of the speakers about shaping the future of digital defence.

Dr. Davis Ellison speaks to Dr. Victoria Vdovychenko:

Dr. Davis Ellison speaks to Dr. Christian Fjäder:

Dr. Davis Ellison speaks to Dr. Simona R. Soare: