Wie roept de Verenigde Staten tot de orde?

Amerikaanse presidenten, van Reagan tot Trump, beschuldigen landen ervan outlaw states of rogue states te zijn. Dat zijn landen die door een potentaat worden geleid en een bedreiging voor de wereldvrede zijn. Zo nodig moeten die met geweld tot de orde worden geroepen. Ik vraag me steeds vaker af wie Amerika zelf tot de orde roept. 

In eigen land krijgt Trump weinig tegenspel omdat het Congres zwak en verdeeld is en nog nauwelijks kennis van butenlandbeleid en defensie heeft. De rest van de  wereld houdt vooral de adem in.

Dat Trump de wereldorde ten gronde richt die zijn voorgangers met bloed, zweet en tranen hebben opgebouwd, leidt niet tot algemene verontwaardiging en de relatie met onze welvaart en veiligheid wordt onvoldoende gelegd. De vraag wat voor land Amerika is geworden nu één man, president Trump, zonder noemenswaardige tegenstand zijn sloopwerkzaamheden verricht, wordt angstvallig vermeden.

Het laatste wapenfeit is de ontmanteling van het INF-akkoord dat de stationering van middellange­afstandsraketten met kernladingen in Europa voorkwam. Die wapens waren bedoeld om een kernoorlog tussen de Sovjet-Unie en Amerika tot Europa beperkt te houden zodat beide supermachten zouden worden gespaard. Europa zou dan in een radioactieve puinhoop veranderen, maar daar zaten de Russen en Amerikanen niet mee. Als Washington en Moskou maar gespaard bleven.

Gejuich

Om daar tegen te protesteren organiseerde Mient Jan Faber in 1983 de grootste demonstratie ooit en verzamelende hij 3,7 miljoen handtekeningen tegen de plaatsing van de middellangeafstandsraketten in Nederland. Die wapens werden vanwege hun korte vliegtijd als destabiliserend, dus bedreigend voor de wereldvrede gezien. De enige maatregel die tegen het gebruik van die raketten mogelijk was, was ze zelf als eerste te lanceren. Een foute inschatting was voldoende om heel Europa uit te moorden. Het INF-akkoord werd daarom met gejuich ontvangen. De raketten kwamen in het Air and Space Museum in Washington terecht.

De kwestie spleet destijds de Navo en dat lijkt nu weer te gebeuren. We zijn dus terug bij af. Waarom? Trump gelooft niet in verdragen. Het is America first en de rest van de wereld kan stikken. Hij blaast een cruciaal verdrag op dat essentieel is voor de veiligheid van Europa. De aanleiding? Rusland ontwikkelt de 9M729 kruisraket die in strijd met het verdrag is.

Ik zou zeggen: als Rusland het verdrag schendt, ga dan onderhandelen in plaats van een verdrag op te zeggen waardoor een nieuwe wapenwedloop dreigt. Poetin wil dat inmiddels ook. Maar Trump voelt zich door het verdrag vooral beknot in het pareren van de Chinese dreiging. Dit land investeert inderdaad hevig in middellangeafstandsraketten om te voorkomen dat Amerikaanse oorlogsschepen de Zuid-Chinese Zee in kunnen varen. Ook hier lijken mij onderhandelingen belangrijker dan het opzeggen van een verdrag.

De toekomst van het INF-akkoord wordt daarom een lakmoestest voor het Amerikaanse Congres. Omdat het verdrag door de Senaat is geratificeerd is kan het Congres zijn tanden laten zien. Gebeurt dat niet, dan is het evident dat Trump zelf de potentaat is die de wereldorde naar believen kan slopen en de wereldvrede op het spel kan zetten.

De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw. 

 

Know your enemy

Poland recently completed a major reshuffle of personnel at its Foreign Ministry. Since the Law and Justice Party (PiS) came to power in 2015, Soviet-era graduates of Russia’s most prestigious academic institution – the Moscow State Institute of International Relations (MGIMO) – have been gradually dismissed from senior positions at home and abroad. Rather than diminishing Russian influence – purportedly exercised through MGIMO graduates – the move weakens vital expertise at a time when Russian-speaking specialists with the necessary regional knowledge, appreciation of current events, and contacts across the region are most needed.

Read Katarina Kertysova’s op-ed, published by the EUobserver here.

Photo credit Wikimedia 

Global Security Pulse October 2018: Political violence in the ring around Europe

The Global Security Pulse tracks emerging security trends and risks worldwide.

This month’s edition explores trends identified within the realm of political violence. This Pulse presents new and underappreciated developments regarding the effects of large-scale foreign infrastructure projects, the premature repatriation of refugees, and resource mismanagement on the prevalence of political violence, as well as how these recent trends and developments affect the contemporary international order.

The Global Security Pulse (GSP) is made using an advanced horizon-scanning methodology that relies on the manual monitoring of hundreds of validated foresight resources, the structured coding of signals, and expert assessment. The GSP product is based on the Clingendael Radar and has been further developed by The Hague Centre for Strategic Studies and the Clingendael Institute. It is part of the Strategic Monitor Program, which receives funding from the Dutch Ministries of Foreign Affairs and Defense.

Authors: Reinier Bergema, Esther Chavannes, Willem Oosterveld, Bianca Torossian (HCSS). Contributors: Peter Knoope (ICCT), Pieter Bindt, Tim Sweijs (HCSS), Danny Pronk (Clingendael).

Download the Pulse here.

Click here to access the methodology document.

 

DISCLAIMER

The research for and production of this report has been conducted within the PROGRESS research framework agreement. Responsibility for the contents and for the opinions expressed, rests solely with the authors and does not constitute, nor should be construed as, an endorsement by the Netherlands Ministries of Foreign Affairs and Defense.

The BRI is going East: China in the Caribbean and the South Pacific

In the beginning of 2018, the People’s Republic of China formally invited countries in Latin America and the Caribbean to join its Belt and Road initiative (BRI). Created in 2013, the BRI has mainly be seen as an endeavor to secure steady supplies of raw materials, principally from Africa and the Middle East, and to tie the economic fates of its Asian neighbors to that of China. The big question: why would China want to include the Caribbean and South Pacific in the BRI? As neither region is highly promising in terms of critical raw materials, speculation about Chinese engagement has focused on geopolitical motives.

HCSS’ latest report, The Belt and Road Initiative Looks East,’ aims to understand the consequences of China’s dealings with the nations in the Caribbean and the South Pacific, and offers recommendations to the Netherlands and its strategic partners on how to respond to these developments.

In both regions, the Chinese engage in large-scale infrastructure projects, including building highways, hospitals and schools but also government buildings and presidential palaces. As is the case with BRI and related projects elsewhere, China’s economic inroads also have geopolitical consequences, and affects good governance at the local level. In the Caribbean, Beijing benefits from the strategic neglect on the part of the United States, which traditionally considered the Caribbean as its own backyard. In the South Pacific, China has shown actual interest in establishing permanent military bases, while countries in the region could face pressure to facilitate this because of their sizeable external debt to China.

The most important policy recommendations for the Netherlands and its partners include advice on how to help the islands’ societies to become more resilient to Chinese influence, economically, socially, and politically. This can be done by offering alternatives for Chinese loans and investments, including through supporting existing regional organizations; supporting good governance in the region through civil society; empowering local media outlets; teaming up with like minded countries who have interests in the region; and, when opportune, to reach out to China in seeking to make it a responsible security partner both in the Caribbean and in the South Pacific.

Click here for the report.

Nord Stream 2 leidt tot botsing tussen geopolitiek en commercie

Hoe staat het toch met Nord Stream 2, die nieuwe pijpleiding die Russisch gas door de Oostzee naar Duitsland moet transporteren? Dat er veel op het spel staat is duidelijk. Het Duitse Uniper en Wintershall, Shell, het Oostenrijkse OMV en het Franse Engie vormen het consortium dat het miljarden kostende project met instemming van de Duitse en Russische regeringen uitvoert. Duitsland wordt gesteund door Frankrijk, Oostenrijk en Nederland, maar de Europese Commissie heeft grote twijfels.  

Bij het project botsen geopolitiek en commercie. De feitelijke aanleiding van deze botsing zijn conflicten tussen Rusland en Oekraïne over transit fees, gasprijzen en onbetaalde gasrekeningen. Hierdoor werd tussen 2006 en 2009 de doorvoer van gas naar sommige Oost-Europese EU-lidstaten gestaakt. Daarna volgde in 2014 de annexatie van de Krim waardoor de relatie tussen EU-lidstaten en Rusland verder vertroebelde. Datzelfde jaar nog kwam de Europese Commissie (EC) met een Energiestrategie, met onder meer een voorstel tot wijziging van een verordening uit 2010  voor voorzieningszekerheid van gas. Ook werden er stresstests uitgevoerd om de gevolgen te onderzoeken van een nieuwe leveringsblokkade van Russisch gas.. Conclusie: een langdurige verstoring van gasaanvoer zou vooral grote gevolgen voor de Oost-Europese lidstaten hebben.  

Uit de testen bleek dat de Europese lidstaten daarop geen goed antwoord hadden. Maar dat antwoord wordt steeds belangrijker omdat de verhoudingen de afgelopen jaren als gevolg van onbesuisde retoriek over kernwapens en de steeds omvangrijker wordende militaire oefeningen verder zijn verzuurd. Dit versterkte de overige conclusies van de stresstesten: diversificatie door het uitbreiden van het aantal leveranciers, vergroten van de LNG-import en massief inzetten op energie-efficiëntie en verduurzaming.

Ook was er de aanbeveling om met één Europese stem te spreken. In verband met dat laatste stelde de Europese Commissie in 2017 voor om de gasrichtlijn uit 2009 te amenderen. Er zou in toekomst alleen door Brussel direct met externe leveranciers als Rusland moeten worden onderhandeld. Pijpleidingen uit het buitenland zouden verder aan beginselen van de interne energiemarkt moeten voldoen dat het bezit en gebruik ervan gescheiden moeten zijn. Daardoor kan Rusland krachtiger onder druk worden gezet. Het is overigens de vraag of dit ook kan gelden voor pijpleidingen die door Exclusieve Economische Zones lopen, zoals Nord Stream 2. 

In ieder geval moet de EC weinig van die pijpleiding hebben omdat daarmee de afhankelijkheid  van Russisch gas nog groter wordt en de beginselen van de Energie-unie ondermijnt. Hierbij moet de EU minder afhankelijk worden van een handjevol energieleveranciers. Opmerkelijk is dat de EC een medestander heeft aan president Trump. Tijdens de NAVO-top in Brussel van afgelopen juli gooide hij Bondskanselier Merkel voor de voeten dat het treurig is dat Duitsland grote olie- en gasdeals met Rusland sluit, terwijl de VS Duitsland tegen Rusland moet beschermen. Hij legde bovendien een directe koppeling tussen de Amerikaanse bereidheid om Duitsland te beschermen en de Duitse onwil om de afgesproken twee procent van het BBP aan defensie te besteden. Trump heeft hier een punt. Trump zou Duitsland bovendien graag LNG leveren. De toezegging dat Europa meer LNG zou afnemen was overigens een van de resultaten van een deal tussen Commissievoorzitter Juncker en Trump om een dreigende handelsoorlog af te wenden. Probleempje: Juncker kan de lidstaten daartoe niet dwingen. Die bepalen hun eigen energiemix en leveranciers.

Merkel ziet het totaal anders. Ook zij heeft een punt. Zij wijst erop dat tijdens de donkerste dagen van de Koude Oorlog, Rusland een betrouwbare energieleverancier was en dat er weinig reden tot klagen over Gazprom is. Bovendien is LNG duurder. 

Hoe dan ook, Nordstream 2 gaat er hoogstwaarschijnlijk komen. Het probleem van Denemarken dat een deel van de leiding door zijn territoriale wateren zou moeten laten lopen, wordt niet opgelost. De druk van Trump op dat land is daarvoor te groot, Denemarken zelf, wil geen besluit nemen, dus wordt er een alternatief traject aangelegd. Probleem opgelost. 

Of niet? De grote vraag is immers wat Trump gaat doen. Ik vermoed dat het gezien zijn goede persoonlijke relatie met de Russische president Poetin en zijn slechte relatie met Merkel het voor hem belangrijker is om de bondskanselier te schaden dan Nord Stream 2 te blokkeren. Door de Russische leveranties te koppelen aan de Duitse defensie-uitgaven zou hij er in het meest zwarte scenario voor kunnen kiezen om Duitsland in geval van Russische agressie niet langer militair te steunen. Daarmee blaast hij de NAVO op. Dat hij nooit warme gevoelens voor deze organisatie heeft gekoesterd maakt dit scenario alleen maar waarschijnlijker.  

 

Lees de column van Rob de Wijk maandelijks terug in Energiepodium!

Testimony from Tim Sweijs on “Artificial Intelligence and Its Future Impact on Security”

Tim Sweijs, Director of Research at The Hague Centre for Strategic Studies, spoke recently at the SEDE Public Hearing on “Artificial Intelligence and Its Future Impact on Security”. 

This event was held at the European Parliament in Brussels and is a result of the increasing need for awareness and discussion surrounding artificial intelligence and its role in the future of security and defense. Within his testimony, Tim drew reference to two HCSS reports: “Artificial Intelligence and the Future of Defense” and “Playing To Your Strengths: A Different Perspective on Future Capabilities for the Royal Netherlands Army”.

To read the full testimony by Tim, please click here.

To watch both Tim’s testimony and the entire hearing, please click here.

 

We willen de waarheid over het klimaat gewoon niet onder ogen zien

Ooit van Svante Arrhenius gehoord? Deze Zweedse wetenschapper schreef al in 1896 over de relatie tussen de uitstoot van CO2 en de temperatuurstijging op aarde. Hij zag industrialisatie als een van de boosdoeners. 

Sinds die tijd heeft het debat over klimaatverandering een zorgwekkend verloop gekregen. De discussie begon met een waarschuwing over de gevolgen van broeikasgassen. Vervolgens werd gediscussieerd over het voorkomen van klimaatverandering. En nu zijn we naar aanleiding van het recente VN-klimaatrapport bij de vraag aangekomen hoe we een catastrofe kunnen voorkomen. Want die zal volgens de klimaatwetenschappers ontstaan als de temperatuur met meer dan anderhalve graad stijgt. Om draconische maatregelen te nemen hebben we nog een jaar of twaalf. Het schokeffect dat ooit door de wereld ging toen de Amerikaan Jim Hansen in 1988 het Amerikaanse Congres voor de ­opwarming van de aarde waarschuwde heeft tot niets geleid.

Wie erkent hoe het klimaatdebat sinds Arrhenius is verlopen krijgt respect voor het optimisme van ­Diederik Samsom, een van de onderhandelaars voor het ­Nederlandse klimaatakkoord. Hij zag afgelopen zondag in ‘Buitenhof’ dat de wereld nog wel degelijk gered kan worden. Technisch schijnt het niet eens zo’n probleem te zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het aantal windmolens dat inmiddels is geplaatst. Maar die windmolens ­laten ook zien wat het echte probleem is: de mens zelf. We willen die dingen niet in onze achtertuin.

We zijn bovendien goed in het bagatelliseren van de situatie en het uitstellen van maatregelen. Verzekeraar Roberts vroeg zich onlangs in The New York Times af waarom mensen in hun huizen blijven, terwijl ze weten dat een storm die zal verwoesten. Het antwoord? Ontkenning! Gewoon de waarheid niet onder ogen willen zien. Het zal wel meevallen. Dat soort redeneringen. Cognitieve dissonantie heet dat ook wel. Wat maakt die anderhalve graad uit? En twaalf jaar duurt toch nog lang? We negeren bewust complexe problemen waar we toch geen invloed op denken te hebben.

Wie betaalt de waanzin?

We lopen achter politici aan die zeggen dat het allemaal flauwekul is. Wilders twitterde naar aanleiding van een doorrekening van de kosten om Nederland rond 2050 klimaatneutraal te krijgen dat ‘de gewone Nederlander deze waanzin mag betalen’.

Zo’n tweet heeft effect als wetenschapsjournalist Marcel Crok in de Volkskrantbetoogt dat door de voorgenomen CO2-reductie van de regering de aarde met 0,0003 graden afkoelt. NRC factcheckte dit en gaf hem gelijk. Nederland is verantwoordelijk voor 0,35 procent van de mondiale uitstoot, dus heeft het op zich weinig zin wat Nederland doet. En wat maakt het uit wat ons land doet als Trump het klimaatakkoord van ­Parijs opzegt? Sinds deze week vindt ook hij dat klimaatverandering geen hoax is, maar hij ontkent wel dat mensen er verantwoordelijk voor zijn.

De voorwaarden voor een energietransitie zijn dus niet goed en de neiging om als land niet als eerste te handelen is groot. Om te winnen moet je samenwerken, wist Benjamin Franklin al. Zijn ‘we must hang together, or we shall hang separately’ is in de internationale strijd tegen de opwarming van de aarde wel erg actueel.

 

Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw!

 

Saudiërs in het nauw door zaak-Khashoggi, maar de oliekraan blijft open

Het Westen, en met name de Verenigde Staten, pakt Saudi-Arabië nauwelijks aan na het verdwijnen van de Saudische journalist Jamal Khashoggi. Ook in Nederland duurde het even voor er gereageerd werd. Woensdag gaf minister Hoekstra pas aan dat hij toch niet naar Saudi-Arabië gaat voor een geplande reis. Waarom de westerse wereld zo mak en traag reageert? Olie, is een veelgehoord antwoord.

De NOS sprak onder andere met Lucia van Geuns. Lees het artikel hier.

Photo by arbyreed on Foter.com / CC BY-NC-SA

Russen onze kracht tonen

Als antwoord op de toenemende Russische dreiging houdt de NAVO in Noorwegen de grootste oefening sinds het einde van de Koude Oorlog. Tijdens Trident Juncture komen eind deze maand 50.000 militairen in actie. Onder wie 2200 Nederlandse in belangrijke rollen. Het vertrek van het amfibische troepentransportschip Zr. Ms. Johan de Witt uit de marinehaven van Den Helder vormde gisteren het officiële startsein van de Nederlandse bijdrage.

Ons land kreeg vorige week al een idee van hoe groot Trident Juncture wordt toen duizend Britse deelnemers in Hoek van Holland aan land kwamen. In lange colonnes trokken de vijfhonderd voertuigen van de zogeheten Black Rats over de A12.

De Telegraaf sprak met onder andere Tim Sweijs en Peter Wijninga. Sweijs: “Vorig jaar was het duidelijk dat de NAVO-lidstaten niet in staat waren snel een grote strijdmacht op de been te brengen. Daarom is men als een gek aan de slag gegaan om ervoor te zorgen dat de ultrasnelle reactiemacht die in 2014 werd opgericht daadwerkelijk snel operationeel kan zijn. Trident Juncture moet je zien als de finale test die moet uitwijzen of die inspanningen succesvol zijn geweest.” 

Lees het volledige artikel hier.

Photo by Nik Morris (van Leiden) on Foter.com / CC BY-NC-SA

Why carbon pricing and climate-related disclosures are important for Dutch low-carbon action

In this new HCSS Energy Transition Program article, Jan Frederik Braun and Lucia van Geuns argue that effective carbon pricing and climate-related disclosure should be key pillars of the Dutch commitment to formulate a new climate agreement before the end of the year.

Strengthening these pillars contribute to an international level playing field for climate action and is the only meaningful way for the Netherlands to contribute to lower global CO2 emissions.

Read the article by clicking here.

Also available is a shortened opinion piece in Dutch, which was originally published in the October edition of the Dutch Environment Magazine. Please click here to view.