Hoe komt het dat een land dat op democratische en institutionele structuren goed scoort, toch zo weinig vertrouwen van burgers geniet?
De kwaliteit van de Nederlandse rechtsstaat is nog altijd hoog, maar voor de bredere democratische rechtsorde staan echter veel seinen op oranje. Het knettert in politiek Nederland: het vertrouwen in instituties en politiek bevindt zich op een dieptepunt, het woord ‘onvrede’ valt regelmatig.
Opvallend is dat veel maatschappelijke grieven in het debat verschijnen onder de vlag van het ‘sociaal contract’. Met het aanhalen van dit idee wordt iets fundamenteels aan de orde gesteld over de (haperende) relaties tussen de bestuurlijke, gezagdragende ‘klasse’ in Nederland en ‘de burger’. Is dit sociaal contract louter een modewoord en een parapluterm waaronder allerlei maatschappelijke strubbelingen worden aangekaart? Of zijn er inderdaad fundamentele problemen die maken dat het maatschappelijk weefsel poreus wordt en daardoor vatbaar voor krachten van ondermijning?
Dit nieuwe HCSS rapport analyseert de ontwikkeling van het Nederlandse sociaal contract op basis van zoveel mogelijk actuele gegevens in combinatie met sociaalwetenschappelijke analyses. Is er sprake van oppervlakkige spanningen die opgelost kunnen worden door elkaars verwachtingen beter te begrijpen? Of is het mogelijk fundamenteler: zijn er disfuncties die de sociale stabiliteit in gevaar brengen?
Onze nationale veiligheid is uiteindelijk gekoppeld aan het vertrouwen en het geloof in de legitimiteit van het sociaal contract. Dit wordt een probleem als een aanhoudend laag vertrouwen een teken wordt van afbrokkelende legitimiteit, met risico’s voor de sociale stabiliteit.
Een afkalvend vertrouwen tussen partijen in het sociaal contract is niet terug te brengen tot een enkele oorzaak, concluderen Gerben Bakker en zijn medeonderzoekers. Er is sprake van een multi-problematiek met verschillende zaken die in elkaar grijpen en elkaar versterken.
Onze bevindingen zijn terug te brengen tot drie kernpunten:
- Een vergelijking tussen verwachtingen van burgers en institutionele taakopvattingen laat soms stevige mismatches zien die een verklaarbare voedingsbodem vormen voor onvrede.
- Er zijn indicaties dat, als gevolg van punt 1, de ervaren legitimiteit verder onder druk komt te staan. Andere drukfactoren zoals cynisme, verharding en de actieve inmenging van groepen wakkeren het anti-institutioneel sentiment aan. Dit vergroot de kans dat mensen hun vertrouwen opzeggen in het sociaal contract (en niet alleen in de politiek).
- De constatering dat Nederland op papier een goede rechtsstatelijke prestatie levert is verraderlijk als diverse indicatoren wijzen op een lage burgerlijke betrokkenheid bij de bredere democratische rechtsorde. Dit lijkt inderdaad het geval.
Dit onderzoek is verricht door HCSS in opdracht van de Nederlandse politie, als onderdeel van het meerjarige onderzoeksprogramma Strategische Monitor Politie. Dit programma duidt actuele en mogelijke toekomstige ontwikkelingen in de internationale en maatschappelijke omgeving van belang voor de positie, rollen en taken van de politie; en heeft zo een signalerende en agenderende functie.
Het onderzoek bouwt voort op twee eerdere HCSS studies Maatschappelijke Ontgoocheling van de Middenklasse. Optreden, Oorzaken en Gevolgen (2022) en De Staat van de Rechtsstaat. Waar staan we, waar gaan we naartoe? (2023).
Auteur: Gerben Bakker
Coauteurs: Laura Jasper, Anna Sophie den Ouden, Tom Draaijer, Frank Bekkers, Paul Sinning, Sofia Romansky en Tim Sweijs.
Het onderzoek voor dit rapport is afgerond in december 2023. Gebeurtenissen of ontwikkelingen