Poetin leed deze week een gevoelige nederlaag. Eind 2021 stuurde hij de Navo en het Witte Huis twee ‘ontwerpverdragen’ die zich lieten lezen als een ultimatum. Hij eiste respect voor zijn veiligheidsbelangen en wilde een bufferzone tussen Rusland en het bondgenootschap. Maar in plaats van minder, kreeg hij meer Navo.
De Navo-top in Vilnius besloot medio vorig jaar dat Oekraïne ooit lid mag worden. Nadat eerst Finland tot het bondgenootschap toetrad, volgde deze week Zweden. Historisch omdat Zweden daarmee zijn geroemde 200 jaar oude neutraliteitspolitiek opgaf.
In reactie hierop tekende Poetin twee decreten om zijn verdediging tegen de Navo beter te kunnen organiseren. Het Scandinavische deel van Europa moet nu verdedigd worden door het militaire district Leningrad, de Baltische Staten en Polen door het militaire district Moskou. Dit duidt erop dat de militaire kaart in Europa nu opnieuw wordt getekend.
Na toetreding van Zweden zijn nu alle Scandinavische landen Navo-lid. Het hele gebied van de Oostzee tot boven de poolcirkel is een groot militair ‘theater’. Dit, en het ijsvrij worden van de route langs de Russische noordgrens, levert voor Poetin grote problemen op. Zijn immense rijk van elf tijdzones moet immers worden verdedigd.
Voor de bescherming van de noordelijke route en de enorme energie- en grondstoffenvoorraden in het gebied zijn oorlogsschepen nodig. In oorlogstijd kunnen die momenteel niet worden ingezet om de trans-Atlantische aanvoer van reserves en oorlogsmaterieel te bestoken. Om dat te kunnen moeten de Russische oorlogsschepen door de GIUK-Gap zien te komen. Dat zijn de zeestraten tussen Groenland, IJsland en het Verenigd Koninkrijk. Wil Rusland daar doorheen, dan zijn veel meer schepen nodig. Maar dat is onbetaalbaar.
De Oostzee wordt een Navo-binnenzee
Door de toetreding van Finland en Zweden wordt bovendien de Oostzee een Navo-binnenzee. Daardoor wordt het eenvoudiger om Russische oorlogsschepen te beletten de havens van Kaliningrad of St.Petersburg te verlaten.
Dat het niet al te moeilijk is om de Russische vloot aan te pakken heeft Oekraïne aangetoond. Zonder over een noemenswaardige marine te beschikken heeft Oekraïne Poetins oorlogsschepen naar het oostelijke deel van de Zwarte Zee verdreven. Zeedrones bleken zo effectief dat de Oekraïense graanexporten op het niveau van voor de oorlog liggen. Dat is goed voor de overheidskas, dus voor de oorlogsinspanningen.
Het voordeel dat Poetin ten opzichte van Oekraïne heeft, wordt door de Navo-uitbreiding een nadeel. Rusland is groot ten opzichte van het land dat Poetin heeft aangevallen: 140 miljoen tegen 40 miljoen inwoners. De Russische economie is het tienvoudige van die van Oekraïne.
Maar ten opzichte van de Navo zijn de rollen omgekeerd. De Navo-landen tellen ongeveer 950 miljoen inwoners. De gecombineerde economieën van de bondgenoten zijn goed voor ongeveer 35 biljoen euro. De Russische economie is ongeveer 1,8 biljoen euro; vergelijkbaar met de Benelux.
Voor Rusland dreigt daarom ‘overstretch’. Ambities en defensie-uitgaven zijn niet meer in lijn met de Russische economie. Dit is een klassieke reden waarom een land instort. Poetin kan Oekraïne nog wel aan. Maar een confrontatie met de Navo overleeft hij niet, zeker niet als Europa zijn defensie op orde krijgt.
Rob de Wijk, Trouw, 29 februari 2024
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.