Drie woorden die mij verrasten in de troonrede van afgelopen dinsdag: open strategische autonomie. Het kabinet steunt dit uitgangspunt van de EU. Het klinkt logisch dat Nederland, net als de rest van Europa voor zijn energie- en grondstoffenvoorziening minder afhankelijk moet worden van onvriendelijke landen. Dat maakt ons ook minder chantabel voor de cynische machtspolitiek van Rusland en China.
Hoe die autonomie kan worden bereikt is onduidelijk. Voor onze gasvoorziening hebben we de ene afhankelijkheid ingeruild voor de andere. We ruilden gas uit Rusland in voor gas uit Qatar, dat ook door een autocraat wordt geregeerd. Ook halen we het uit de Verenigde Staten. Maar dat is het vieze schaliegas waartegen de milieubeweging fel protesteerde.
De Noordzee staat bijna vol
Groene waterstof dan maar? Mogelijk kan Europa in de verre toekomst de helft van zijn behoefte produceren. Saoedi-Arabië loopt zich warm om koploper te worden. Komen we ooit van dat land af? Ook Zuid-Afrika, Kenia en Ethiopië hebben grote ambities.
Windenergie? Helaas stagneert de aanleg van parken op zee, omdat bouwers hun investeringen niet meer kunnen terugverdienen. De Noordzee staat bijna vol.
Dit alles maakt ook de afbouw van ‘fossiele subsidies’ waarover tijdens de algemene beschouwingen werd gesteggeld twijfelachtig. Worden die subsidies te voortvarend afgebouwd, dat stort de energievoorziening in en vertrekken bedrijven uit Nederland. Dat er zo niets van strategische autonomie terechtkomt is duidelijk.
Lukt het om met grondstoffen autonoom te worden? Ik zou niet weten hoe. De EU wil dat 10 procent van de kritieke grondstoffen in Europa worden gedolven. Dus 90 procent niet. Daaronder zijn grondstoffen als germanium en gallium waarvoor we van China afhankelijk zijn. Die zijn essentieel voor onze chips- en hightechindustrie. Maar in verband met de handelsoorlog met Amerika, heeft China inmiddels exportrestricties afgekondigd. In die handelsoorlog maakt Amerika ons overigens partij. Dat bleek toen onze nationale trots, chipmachinefabrikant ASML onder Amerikaanse druk geen geavanceerde machines meer naar China mag exporteren.
Nederland heeft weinig te willen
Overigens heeft Nederland weinig te willen. Want een pervers bijeffect van de defensiebezuinigingen is, dat we in ruil voor Amerikaanse militaire steun aan Oekraïne, minder speelruimte in ons economisch beleid hebben.
Kan autonomie dan op landbouwgebied? Gedeeltelijk. Maar door biodiversiteitsmaatregelen, vergroening, circulaire landbouw en de roep om kleinschaligheid neemt in Europa de productie mogelijk tot 15 of 20 procent af. Dus worden we uitgerekend op een van de weinige gebieden waar we sterk zijn ook afhankelijker van landen buiten Europa.
Alle voorbeelden hebben gemeen dat ze onderdeel van complexe transities zijn, waarbij de grondstoffen- en energievoorziening centraal staan. De geopolitieke situatie dwingt ons inderdaad tot meer autonomie zodat we minder chantabel worden in het machtspolitieke spel. Maar er zijn geen aanwijzingen dat dit lukt.
Zo blijft open strategische autonomie voorlopig een lege huls. De politiek moet voorzichtig zijn met te hoog gespannen verwachtingen en inzien dat we tot in lengte van jaren van landen afhankelijk blijven die we misschien niet mogen. Zo niet, dan staat de bestaanszekerheid van het hele land op het spel. Dit besef klonk de afgelopen dagen in Den Haag nauwelijks door.
Rob de Wijk, Trouw, 21 september 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.