Een kolossale inlichtingenfout: dat was de eerste reactie nadat Hamas zijn oorlog tegen Israël begon. Toen die oorlog uitbrak zat ik toevallig net het rapport van de Commissie Ruys te lezen over de chaotische terugtrekking uit Kaboel in augustus 2021. Er was sprake van ‘een collectieve inlichtingenfout’, en ‘te positief wensdenken’, constateerde de commissie.
Waar hebben we dat eerder gehoord? Bij de Russische president Vladimir Poetin, toen die in op 24 februari 2022 zijn oorlog tegen Oekraïne begon. Ondanks een jaar voorbereiding dacht hij dat hij het land op een achternamiddag in zijn greep zou kunnen krijgen. Want de Oekraïners zouden volgens hem snakken naar de historische hereniging met het Russische rijk. Maar hij verkeek zich totaal op de weerstand.
Voor politici is het ideaal als ze de schuld kunnen afschuiven op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dat zijn schimmige organisaties die hun werk in het geheim verrichten en daarom een makkelijk doelwit van kritiek zijn. Soms is dat terecht.
Donkerste scenario
In de praktijk blijkt vrijwel altijd alle informatie aanwezig om met het donkerste scenario rekening te kunnen houden. Ook in Israël. In het continu gemonitorde zuiden werden de oplopende Hamas-infiltraties van de afgelopen maanden alleen niet gezien als aanloop naar een groter conflict. Communicatiekanalen werden onvoldoende gemonitord. Het dreigingsbeeld klopte niet.
Een andere verklaring is dat Israël een disfunctionele regering heeft die met andere dingen bezig was en werd verblind door ideologie. Israël wordt geregeerd door extreemrechtse, nationalistische politici zoals de minister van veiligheid Itamar Ben Gvir. Zij gooien bewust olie op het vuur en willen het constitutionele hof aan banden leggen. De spanningen liepen in de Palestijnse gebieden en in Israël zelf hoog op. Al die zelfgecreëerde problemen hebben mogelijk tot een situatie geleid die verblindde voor de intenties van Hamas.
Het feit dat signalen door de top worden genegeerd omdat die vooral aandacht heeft voor andere zaken, past in de conclusie die de grote expert op dit gebied Richard Betts veertig jaar geleden trok: inlichtingendiensten doen hun werk, maar organisaties zijn soms niet in staat die informatie bijeen te brengen. Het gaat vaak echt fout als het eindproduct aan politici wordt voorgelegd. Die lijden te vaak aan wensdenken en geloven zwartste scenario’s niet.
Niet op waarde geschat
Dat was het geval tijdens de Japanse aanval op Pearl Harbor (1941), 9/11, Poetins oorlog tegen Oekraïne en opmerkelijk genoeg de Jom Kipoer-oorlog van 1973. Vijftig jaar geleden waren er aanwijzingen dat de Arabische wereld een oorlog wilde beginnen, maar toen werd gedacht dat de vijand te zwak was om Israël daadwerkelijk aan te kunnen vallen.
Terug naar de val van Kaboel. Dat die stad zou vallen was duidelijk, maar dat zou volgens de inlichtingendiensten nog maanden kunnen duren. Signalen die wezen op een snelle verslechtering van de situatie werden ‘niet op waarde geschat, dan wel bewust of onbewust weggedrukt’. Kennelijk verklaart dit waarom in Den Haag afwachtend werd gehandeld, hoewel Kaboel vrijwel zeker zou vallen. Omdat dit niet over een paar dagen of weken zou gebeuren gebeurde er te weinig. Ook dat is een kolossale fout.
Zal dit ooit veranderen? Ik vrees van niet. Kennelijk zitten inschattingsfouten, het negeren van feiten en wensdenken in de genen van mensen.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.