Nederland zit in de voorhoede van landen als het gaat om de militaire steun aan Oekraïne, en alhoewel de Nederlandse dadendrang misschien „contra-intuïtief” lijkt, is het niet voor het eerst dat Nederland voorop loopt, zegt HCSS analist Tim Sweijs in NRC.
In de jaren 90 speelde Den Haag een belangrijke rol bij de – mislukte – pogingen van de VN de burgeroorlog in Joegoslavië in te dammen. In 2006 meldde Nederland zich voor een missie in de gevaarlijke Afghaanse provincie Uruzgan. „Als we besluiten om internationaal mee te doen, dan willen we als klein land toch een serieuze rol spelen”, zegt Sweijs.
Het neerschieten in 2014 van vlucht MH-17, waarvoor afgelopen november twee Russische oud-inlichtingenofficieren en een Oekraïense handlanger tot levenslang werden veroordeeld, heeft duidelijk gemaakt dat het conflict in Oekraïne van directe invloed is op de veiligheid van Nederland, zegt Sweijs. De onderzoeker verwijst naar premier Rutte, die keer op keer zegt dat Oekraïne’s strijd ook óns gevecht is: „Het kabinet volgt een duidelijke lijn.”
Daarbij helpt het dat sinds de Russische invasie sprake is van grote consensus onder de Nederlandse bevolking. Dezelfde consensus is terug te vinden in de Tweede Kamer. Een motie van D66 om de wapenhulp aan Oekraïne „op zeer korte termijn verder op te schroeven” werd door twee derde gesteund. Als het gaat om het buitenlandbeleid, zegt Sjoerd Sjoerdsma, „loopt de Kamer al een tijdje vooruit op het kabinet.” Onder druk van het parlement zag Hoekstra zich gedwongen de maatregelen tegen Iran aan te scherpen. Ook als het gaat om China is de Kamer principiëler dan het kabinet. „De Kamer neemt vaak een normatief standpunt in”, zegt buitenlandwoordvoerder Ruben Brekelmans (VVD).
Lees het hele artikel door Steven Derix in NRC van 23 januari 2023.