Vol verwachting sloeg ik woensdagmiddag het regeerakkoord van Rutte IV open. Zou er een meer strategische kijk op Nederland in staan? Strategie is wel handig om de komende jaren schadevrij door te komen.
Schade is de afgelopen jaren voldoende aangericht. Ook nu nog. De prijsexplosie van gas is onder meer het gevolg van de bewuste keuze om het dichtdraaien van de Groningse gaskraan niet te compenseren met gaswinning elders. En de bewuste keuze om de markt zijn gang te laten gaan en geen eisen te stellen aan de gasvoorraden in dit land. Het gevolg is dat we meer afhankelijk van Rusland zijn geworden. Nu we met Moskou ruzie krijgen, loopt de hele gasvoorziening gevaar.
Toch weigert premier Rutte tot chagrijn van Duitsland en Frankrijk deel te nemen aan elke top tussen de EU en Poetin. Maar praten moet, nu de spanning rond Oekraïne oploopt en de kwestie Wit-Rusland onze kwetsbaarheid heeft benadrukt. Het onvermogen het gesprek aan te gaan telt op bij de aversie tegen Nederland die in de zuidelijke landen ontstond tijdens de uitbraak van Covid-19. Dat leverde in het zuiden kwalificaties op als ‘de rotte plek van Europa’.
We kunnen niet altijd op Amerika rekenen
Rot is zeker defensie. De krijgsmacht staat op omvallen, terwijl Nederland medeverantwoordelijk is voor de bescherming van de Baltische landen en overal vrede en stabiliteit wil brengen.
Brengt het regeerakkoord hierin verandering? In de inleiding is het buitenland vergeten en gaat het vooral om het terugwinnen van het vertrouwen in de Nederlandse politiek. Pas in het laatste hoofdstuk kijken we over de grens. In dit slotstuk staan de gebruikelijke idealistische, maar onhaalbare doelen, zoals het streven naar een kernwapenvrije wereld en de ambitie om overal ter wereld de mensenrechten te bevorderen. Maar over het algemeen ademt het enig realisme.
Het kabinet wil een voorstrekkersrol spelen bij het aanpakken van de grote uitdagingen; van klimaatverandering tot het bestrijden van ongelijkheid. En het wil onze welvaart en veiligheid beschermen die door China en Rusland worden bedreigd.
Interessant is daarom het idee van een Europese Veiligheidsraad om gezamenlijk, mogelijk met de Britten, de grote dreigingen te kunnen aanpakken. Daarmee erkent het kabinet impliciet dat we niet altijd op Amerika kunnen rekenen.
Nederland als betrouwbare partner
Hoopgevend is dat de Europese Unie een centrale rol krijgt toebedeeld. De Unie zelf moet minder kwetsbaar, dus industrieel autonomer en innovatiever worden. De aandacht voor de Westelijke Balkan is een verademing. Als we daar niet mee samenwerken, keren die landen zich van ons af en vallen ze in de armen van China.
Wat defensie betreft lijkt het denken in Den Haag een beetje te zijn opgeschoven van vredesoperaties naar de bescherming van de eigen regio in Navo-verband. Dat dit een complete verbouwing van de krijgsmacht eist wordt niet gezegd. Ook niet of de drie miljard euro die daarvoor extra is uitgetrokken, voldoende is. Ik vrees van niet.
Kortom, iets meer Europa en een klein beetje meer defensie. Ik ben tegenwoordig al gauw tevreden, ook al weet ik nog steeds niet hoe dit kabinet ons land in het nieuwe geopolitieke spel wil positioneren. Want ik lees geen woord over Nederland als betrouwbare partner die andere landen nodig heeft om al die grote ambities waar te maken.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.
Bron: Trouw.nl