Wanneer de leden van Extinction Rebellion zich voor de zoveelste keer aan de Utrechtse Baan vastplakken vraag ik mij weer af of zij een idee hebben hoe de energietransitie zal verlopen. En hoe lang we nog vastzitten aan ‘fossiele reuzen’ als Shell. Een wereld die niet langer op fossiele brandstoffen draait klink mooi, maar het is de vraag of en wanneer dat lukt.
Even voor de goede orde: ik ben niet tegen actievoeren. Integendeel. Het is een democratisch recht, het houdt de politiek scherp en jaagt het debat aan. In dat laatste zit helaas het probleem. Het debat wordt slechts gevoerd over een gewenst doel, niet over hoe daar te komen. Niet alleen actievoerders doen dat, ook politici.
Wie discussies over transities niet vermoeiend vindt, moet even kijken naar twee belangrijke stukken wetgeving van de Europese Unie: de Net-Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act. Die laatste wetgeving is gericht op de verzekerde toestroom van kritieke materialen of grondstoffen. Dit om de eerste wetgeving, gericht op de productie van duurzame producten zoals elektromotoren en batterijen, mogelijk te maken.
Maar de actievoerders op de Utrechtse Baan zijn net als onze politici het product van typisch Westers denken: wij weten hoe het moet, Europa moet het goede voorbeeld geven en andere landen zullen ons volgen. Grondstoffen? Natuurlijk krijgen we die.
Dat laatste is niet zonder meer het geval. Het ressentiment tegen de ‘betweterige en machtsbeluste’ Westerse wereld is in grote delen van de wereld zo groot, dat ons steeds minder gegund wordt. Voor landen als China en Rusland is de terugbetaaltijd zelfs aangebroken. Veel landen in bijvoorbeeld Afrika gaan daarin mee. Hierdoor is de gestage aanvoer geen zekerheid meer, temeer omdat de vraag door de vergroening zal exploderen. Precies daarom kwam er de Critical Raw Materials Act.
Maar het is de vraag of die wetgeving ons kan beschermen tegen het feit dat kritische grondstoffen steeds meer als politiek pressiemiddel gebruikt worden. Wij doen dat met onze olie- en gasboycots tegen Rusland toch ook?
Zo leunt een aantal vitale Nederlandse sectoren zwaar op Chinese grondstoffen en technologie. Dat is onder meer de hele vergroeningsindustrie, de automobielindustrie en alles wat met ICT te maken heeft. Een alternatief is er voorlopig niet. Voor halfgeleiders leunen we sterk op Taiwan. Als dat eiland door China wordt ingenomen zijn de gevolgen niet te overzien.
Dit probleem wordt zelden aan de orde gesteld. Dat geldt ook voor de vraag of we de aarde willen slopen om het klimaat te redden. De Europese Commissie stelt voor om 10 procent van alle benodigde grondstoffen in Europa zelf te winnen. Gezien de grote protesten tegen windmolen- en zonneparken zal dit niet zonder slag op stoot gaan.
In het noorden van Zweden wordt inmiddels geprotesteerd tegen de mogelijke uiterst vervuilende winning van zeldzame aardmetalen. Dit kritische materiaal is onder meer noodzakelijk voor de vervaardiging van magneten voor elektromotoren en komt nu vrijwel volledig uit China. In midden-Frankrijk is een enorme lithiumvondst gedaan. Goed voor 700.000 autobatterijen per jaar. Het kost weinig moeite om met Google Earth de enorme mijn bij Clermont-Ferrand te vinden. En dit is nog maar het begin.
Volgens experts zal als gevolg van de exploderende vraag en exportstakingen de beschikbaarheid van kritieke materialen de Europese economieën binnen enkele jaren treffen. Als dat zo is wordt niet alleen onze welvaart geraakt, maar komen alle duurzame plannen op de tocht te staan, zijn we veel langer van fossiele brandstoffen afhankelijk en wordt protesteren zinloos.