Het kabinet kan op dit moment de leveringszekerheid van gas niet garanderen, zeggen experts tegen Nieuwsuur. Dat komt omdat het kabinet de gaslevering volledig aan de commerciële markt overlaat. Met name gasintensieve bedrijven zoals de glastuinbouw, zink- en aluminiumfabrieken hebben daar last van. Coalitiepartijen VVD en CDA willen dat het kabinet de regie pakt.
In andere landen neemt de overheid wél maatregelen om zeker te zijn dat er voldoende gas is in de winter. Nederland is in het verleden meerdere malen gewaarschuwd dat het zich kwetsbaar maakt met dit beleid, maar het ministerie heeft het gasbeleid nooit aangepast.
Aad Correljé, energiespecialist aan de TU Delft: “Het huidige kabinet gaat nog steeds uit van een vrij simpele visie op marktwerking. Dat concurrentie de laagste prijzen oplevert en dat er zekerheid van voorziening is. Alleen dat geldt niet voor alle markten, en zeker niet voor de gasmarkt.”
Zo kwamen we eerder dit jaar tot een bijzondere situatie: Gasunie, het staatsbedrijf dat het transport van het Nederlandse aardgas regelt, zag dat de gasaanvoer achterbleef en riep de markt op “zijn verantwoordelijkheid” te nemen om de leveringszekerheid veilig te stellen.
Voor deze winter zijn maatregelen al te laat, zegt VVD-Kamerlid Silvio Erkens. “Dat is gewoon het eerlijke verhaal. We gaan, met de gasvoorraden en de contracten die we nu hebben, de winter in. Voor huishoudens lijkt dat voldoende geborgd te zijn, voor de industrie is dat onzeker.”
Strategische reserves
Door de huidige hoge gasprijzen is het onaantrekkelijk voor de markt om gas in te kopen. Het kabinet heeft volgens de experts op dit moment ook geen stok achter de deur om leveringszekerheid van de markt te eisen. Het is volgens hen “een beleidskeuze” dat het ministerie geen extra gas heeft opgeslagen, mogelijk omdat Nederland decennialang zelf gasproducent en -exporteur was.
Andere Europese landen namen namelijk wél maatregelen om zich zeker te stellen van voldoende gas is in de winter. Zo heeft Frankrijk strategische gasreserves gevuld en heeft Italië afspraken met gasleveranciers over de minimale gasreserve.
Nederland doet dat niet, terwijl ons land in hoge mate afhankelijk is van gas: 44 procent van de energievoorziening komt nog van gas. Dat is het dubbele van het Europese gemiddelde. Nederland heeft bovendien amper langetermijngascontracten afgesloten. Dat aantal is vergeleken met vorig jaar zelfs gehalveerd.
Betaalbaar en betrouwbaar
Ondertussen stopt de gasproductie in Groningen, worden onder druk van het Urgenda-vonnis kolencentrales versneld gesloten en zijn de gasreserves in Nederland lager dan ooit. De kern van de waarschuwingen was volgens energie-analist van het The Hague Centre for Strategic Studies Jilles van den Beukel: “Denk na over wat het uitvallen van Groningen betekent in een wereld van krappe gasmarkten.” Toch schreef demissionair staatssecretaris van Klimaat Dilan Yeşilgöz (VVD) vorige maand nog aan de Tweede Kamer dat “radicale veranderingen” in het gasbeleid op dit moment “niet nodig” zijn.
De experts zeggen tegen Nieuwsuur dat het de vraag is of het ministerie nog voldoet aan twee belangrijke beleidsdoelen: een betaalbaar én betrouwbaar energiebeleid.
De Mijnraad, een onafhankelijk adviesorgaan van de regering, waarschuwde vorig jaar ook al dat leveringszekerheid “nadrukkelijker” betrokken moet worden in het gasbeleid. Anders kan de productie van Gronings gas “niet onomkeerbaar worden afgesloten”.
Het semi-overheidsbedrijf GasTerra, dat zich lange tijd bezighield met import van gas, liet in 2018 een onafhankelijk rapport opstellen waarin het Nederlandse gasbeleid onder de loep is genomen. Daarin staat dat het een “urgente” vraag is of de overheid de komende jaren voldoende gas kan garanderen.
De onderzoekers raden het Nederland af voor grote hoeveelheden gas te vertrouwen op de zogeheten ‘spotmarkt’. De energiebedrijven waar het ministerie zo op vertrouwt, kopen hun gas bijna volledig op deze markt. Door overvloedig aanbod was de gasprijs daar de afgelopen jaren laag, en daar profiteerde Nederland van. Maar dat is nu heel anders.
Bron: NOS