Om batterijen voor elektrische auto’s te maken heb je het metaal nikkel nodig, heel veel nikkel. Indonesië levert momenteel meer dan de helft van het wereldaanbod. Politici zien het als een gouden kans voor de economie. Maar of het ook daadwerkelijk goed is voor de bewoners van Indonesië is nog maar de vraag. ‘Aan de ene kant is het positief dat Indonesië zich omhoog werkt in de waardeketen en haar economie diversifieert,’ zegt HCSS strategisch analist Irina Patrahau bij VPRO Tegenlicht. ‘Tegelijkertijd zien we dat zulke grondstoffen veelal uit ontwikkelingslanden worden gehaald waar corrupte instituties de dienst uitmaken en ongelijkheid almaar groter wordt.’
Als het beleid niet goed wordt uitgevoerd, en er niet tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in het sterker maken van de instituties, zal het zo’n land niet veel helpen. Patrahau waarschuwt voor de mogelijkheid dat er uiteindelijk slechts een handjevol mensen zullen profiteren van de inkomsten. In veel gevallen zou het de situatie zelfs kunnen verergeren. En daar is Indonesië momenteel een goed voorbeeld van, want de gevolgen van de nikkelindustrie zijn vooralsnog rampzalig voor de lokale bevolking.
Door het grote aanbod van goedkope nikkel uit Indonesië is de nikkelprijs de afgelopen jaren flink gekelderd en hebben concurrerende landen het nakijken. Dat heeft tot een opvallend verzoek geleid van mijnbedrijven. Onder andere Australische mijnbouwbedrijven hebben de London Metal Exchange (LME), een grote metalenbeurs, gevraagd om een nieuwe markt in het leven te roepen voor ‘groene’ nikkel. Dit zou om nikkel gaan dat op een meer milieuvriendelijke manier wordt gedolven en met betere arbeidsomstandigheden. Dit om de concurrentie met China aan te kunnen gaan.
Maar hoe ziet dit er dan uit? ‘Je zou een batterij-fabrikant in bijvoorbeeld Europa kunnen hebben die wettelijk verplicht wordt om alleen deze ‘groene nikkel’ te gebruiken’, zegt Irina Patrahau. Dit creëert vervolgens meer vraag en misschien krijgen ze subsidie van de overheid om hen te helpen de hogere prijs te betalen, wat de producenten van de groene nikkel zou kunnen helpen. Maar dat klinkt makkelijker gezegd dan gedaan, waarschuwt Patrahau. Het is erg complex om zoiets te implementeren. Een dergelijke maatregel zou de markt op z’n kop zetten, want dan zouden de prijzen van elektrische auto’s stijgen en zullen waarschijnlijk minder mensen een elektrische auto aanschaffen en wordt het daarmee ook moeilijker om de groene doelen te halen.
Tegelijkertijd kan het ook goed uitpakken voor Westerse landen, zegt Patrahau. ‘Ondanks dat groene nikkel de energietransitie kan vertragen, kunnen bedrijven nu moeilijk opboksen tegen China, die de waardeketen van groene technologieën grotendeels in handen heeft.’ Als je dus niks doet, blijf je afhankelijk van China, wat ook niet wenselijk is.