Europa reageerde verdeeld en apathisch op de oorlog in Israël en de Gazastrook. Hoog tijd dat het zich herpakt, schrijven HCSS strategisch analisten Gerben Bakker en Tim Sweijs in het Financieele Dagblad.
De respons van de Europese Unie op de geweldsspiraal in Israël en de Gazastrook was tot nu toe vooral verwarrend. Hulpgelden aan de Palestijnen zouden eerst worden stopgezet, daarna niet meer. Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen projecteerde een Israëlische vlag op haar kantoor, terwijl EU-buitenlandchef Josep Borrell Israël juist bekritiseerde en met de Palestijnse Autoriteiten wilde praten. Israël verklaarde hem daarop tot persona non grata.
Het is tekenend hoe weinig Europa van deze situatie wakker ligt. Maar Europa kan zich geen apathie permitteren. Deze oorlog is een geopolitiek kruitvat dat ook Europa’s veiligheid bedreigt. De terreuraanslag van Hamas was een klassieke provocatie om een gewelddadige reactie van Israël uit te lokken en zo de toenadering tussen Israël en de Arabische landen te saboteren.
Daar heeft Iran weer baat bij, dat via zijn proxy Hezbollah bovendien in staat is een nieuw gevechtsfront vanuit Libanon te openen. Het is onwaarschijnlijk dat de Verenigde Staten dan aan de zijlijn blijven staan. Zo dreigt een grootschalige regionale oorlog die de Amerikaanse aandacht voor andere brandhaarden – denk Oekraïne – zal verdunnen.
Draaiboeken
Van een ‘geopolitiek Europa’ (Von der Leyens nadrukkelijke wens) mag je verwachten dat er draaiboeken klaar liggen en dat er snelle en consistente acties worden ondernomen. Het innemen van een standpunt door de Europese Commissie duurde veel te lang. Daarmee is het eerste momentum voor waardevolle initiatieven verloren.
Toch moet de EU proberen de schade in te halen en met een daadkrachtig maatregelenpakket komen, gericht op de-escalatie en het bijstaan van burgers aan beide kanten. Daarbij moet de EU blijven hameren op zowel Israëls recht op zelfverdediging als op het naleven van het oorlogsrecht en de bescherming van de Palestijnse burgerbevolking.
‘Deze oorlog is een geopolitiek kruitvat dat ook Europa’s veiligheid bedreigt’
Ook al is het vloeken in de kerk, de EU kan een Europees gecoördineerde militaire maritieme aanwezigheid overwegen. Indien niet met het doel van de-escalatie dan ten minste gericht op hulpverlening in de Middellandse Zee, aangevoerd door de voornaamste militaire maritieme machten van de EU: Frankrijk, Duitsland en Italië. Nu liggen deze initiatieven weer als vanouds bij de VS en het Verenigd Koninkrijk.
Calimero-mentaliteit
Europa kan niet op een stabiele internationale rechtsorde hopen zonder de ontwikkeling en inzet van een effectieve zwaardmacht. De Franse Eurocommissaris Thierry Breton opperde dat Europa een vliegdekschip zou moeten bouwen. Dat werd naar verluid met hoongelach ontvangen. Het mag een proefballon zijn, de reactie is typerend voor Europa’s Calimero-mentaliteit: het kind verzuimt om op te groeien.
Europeanen zelf verlangen overigens geen terughoudendheid. De Eurobarometer wijst uit dat de meerderheid (77%) van de Europese burgers een sterker geïntegreerd Europees buitenlandbeleid en militaire samenwerking steunt.
Europa moet haar economisch gewicht in de schaal leggen en via hoge diplomatieke kanalen bij de Arabische buurlanden het belang van de Abraham-Akkoorden (de in 2020 door de VS geïnitieerde normalisering tussen Arabische landen en Israël) benadrukken.
Samen met de VS moet het duidelijk communiceren aan Iran dat escalatie via Hezbollah, en illegale wapenleveranties aan Hamas, keihard economisch bestraft zullen worden, via het herstel van oude sancties en het opleggen van nieuwe. De Europese Raad bepaalde vorige week dat de non-proliferatiesancties tegen Iran voorlopig nog gehandhaafd moeten blijven ondanks voorgenomen versoepelingen. Daar zal Iran nog niet van wakker liggen. De Raad had een steviger signaal moeten afgeven.
Voortrekkersrol
Europa kan een belangrijke rol spelen in de wederopbouw van de Gazastrook na de oorlog, puttend uit zijn expertise op het gebied van ontwikkelingen en bestuur. Het kan ook het voortouw nemen in een internationale discussie over een governance-structuur voor de Gazastrook gericht op het voorkomen van gewelduitbarstingen in de toekomst. En het kan een stevige internationale coalitie smeden die druk zet door dicht op de strijdende partijen te gaan staan.
Zo’n voortrekkersrol klinkt utopisch als je kijkt naar hoe passief Europa zich nu opstelt. Toch ligt zo’n rol voor de hand. Om realistische redenen: de cultuurclash dáár wordt gespiegeld in oplopende spanningen in de samenlevingen hier. Maar ook om idealistische redenen: de Europese betrokkenheid is over het geheel genomen tamelijk neutraal en geworteld in een internationaal juridische zienswijze.
De start van de Oslo-akkoorden, toen nog een deels Europese verdienste omdat deze in het geheim werden opgestart door de Noorse wetenschapper Terje Rød-Larsen, hebben geen tweestaten-oplossing opgeleverd maar wel stappen voorwaarts in de vorming van een Palestijnse politieke entiteit en een gelijkwaardiger uitgangspositie voor dialoog.
De EU zal moeten erkennen dat het te weinig heeft gedaan om beide partijen aan hun commitments te houden. Er is te weinig tegendruk gegeven bij de Israëlische gebiedsannexaties op de Westelijke Jordaanoever. Er had ook hard opgetreden moeten worden wanneer ‘ngo’s’ heimelijk steun gaven aan erkende terreurcellen. Europa heeft een duidelijke geopolitieke rol laten liggen. Het is tijd om de handschoen nu wel op te pakken.
Gerben Bakker en Tim Sweijs zijn verbonden aan The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS).
Dit artikel werd op 24 oktober 2023 gepubliceerd door het Financieele Dagblad.