Meedoen of wegblijven uit een confrontatie tussen China, Taiwan en de VS? Het antwoord op die vraag moeten we nu al geven, schrijven Tim Sweijs en Joris Teer in NRC.
10 april 2024, 2.30 uur. Premier Rutte roept zijn kabinet bijeen om een Amerikaans noodverzoek te bespreken. China heeft zojuist Taiwan aangevallen. De Amerikaanse president Biden steunt de eilandrepubliek en zendt de zevende vloot naar de Straat van Taiwan, maar China speelt een thuiswedstrijd: Beijings raketarsenaal dreigt de Amerikaanse vliegdekschepen te doen zinken. De Verenigde Staten doen een beroep op het Aukus-pact, het drie jaar oude defensieverdrag tussen de VS, het Verenigd Koninkrijk en Australië. Biden verzoekt de Britse vliegdekschipgroep een operatie met een relatief laag risicoprofiel uit te voeren: een blokkade van de Straat van Malakka om China’s olietoevoer en -handel af te knijpen. Het Nederlandse luchtverdedigingsfregat Zr.Ms. Evertsen is onderdeel van het Britse eskader. Een nabijgelegen Frans vliegdekschipgroep en een Duits fregat ontvangen eenzelfde verzoek. De Britten doen mee. Volgen de Nederlanders, Fransen en Duitsers?
Rutte overlegt met ministers en veiligheidsadviseurs: Beijing zal een blokkade als een oorlogsdaad beoordelen. Kunnen onze havens en gasnetwerk massale cyberaanvallen weerstaan? Varen Europese schepen in het bereik van de Chinese legerbasis in Djibouti en de marine van het Volksbevrijdingsleger? Blijven Nederlandse staatsburgers in China veilig? Hoe komt Nederland nog aan zeldzame grondstoffen en essentiële goederen uit China?
Maar wat als de Nederlanders, Fransen en Duitsers rechtsomkeert maken? Dan zal de Amerikaanse reactie niet mals zijn. Handhaaft Biden de Amerikaanse veiligheidsgarantie aan Europa? Blijven de ruim 60.000 Amerikaanse militairen op het Europese continent? Gegeven de deplorabele toestand van Europese strijdkrachten wordt er gevreesd dat de Russische president Poetin de tweespalt binnen de NAVO zal aangrijpen om Europa opnieuw voor een voldongen feit aan de Europese oostgrens te stellen, net zoals hij deed bij de annexatie van de Krim.
‘Toonaangevende krijgsmacht’
Een directe confrontatie tussen de twee nucleaire grootmachten is hét geopolitieke doemscenario van onze tijd. Het staat buiten kijf dat China zich steeds agressiever manifesteert in de eigen regio, terwijl de VS daar steeds harder tegen optreden. De Chinese ‘hereniging’ met Taiwan is president Xi’s topprioriteit, direct gelinkt aan zijn missie om de ‘grote wederopstanding van de Chinese natie’ te bestendigen. Biden op zijn beurt sprak tijdens de chaotische aftocht uit Afghanistan over de ‘heilige toewijding’ van de VS aan Taiwan, in één adem met de veiligheidsgaranties van de VS aan de NAVO, Zuid-Korea en Japan.
Dan zijn er China’s rap groeiende militaire capaciteiten. Geconfronteerd met Amerikaanse militaire dominantie tijdens de Eerste Golfoorlog in 1991 en de Taiwan-crisis in 1996 begon China met de modernisering van het militaire apparaat. Op het partijcongres in 2017 stelde men vast dat 2035 het officiële moment is om dit streven te verwezenlijken, om in 2050 een ‘toonaangevende krijgsmacht in de wereld’ te zijn. Hoofddoel is het winnen van een oorlog in de eigen achtertuin.
In de afgelopen tien jaar heeft Beijing fors geïnvesteerd in de mechanisering en mobiliteit van de grondtroepen en ontwikkelde het meest verfijnde raketarsenaal ter wereld. Inmiddels beschikt China over een ‘anti-access and area denial’ capaciteit, militair jargon voor het vermogen om tegenstanders (lees: de VS en bondgenoten) de toegang tot een regio (lees: de Straat van Taiwan) te ontzeggen. China’s industrie biedt de basis voor verdere uitbreiding: in 2020 bouwde China 40 procent van alle schepen wereldwijd; de VS, het VK, Frankrijk en Duitsland gezamenlijk minder dan 1 procent.
Exportcontroles uitbreiden
Hoe kunnen Nederland en Europa zich voorbereiden op dit duivelse dilemma? Allereerst moet Europa bepalen wat collectieve defensie zonder de VS behelst, nu Amerika niet langer een ‘twee-oorlogenstrategie’ kan waarmaken.
Enerzijds dient er geïnvesteerd te worden in conventionele afschrikking van Rusland, waarbij het gaat om verhoging van de militaire paraatheid, snellere verplaatsing van troepen, de aanschaf van langeafstandsartillerie en de versterking van commando- en coördinatiestructuren om operaties aan te sturen – ook zónder de Amerikanen. Anderzijds moet Europa nogmaals proberen om de spanningen met Rusland te verminderen, zoals ook president Macron voorstelde. Conflict kan uiteindelijk alleen via politieke wegen opgelost worden.
Anders dan in de Koude Oorlog is de wereld nu economisch en technologisch verweven. Europa kan niet China’s intenties veranderen, ze kan wel Xi’s machtsinstrumenten inperken.
Door exportcontroles uit te breiden en investeringen te screenen, kan Europa voorkomen dat het Chinese leger fundamentele gebreken in zijn capaciteiten, zoals anti-onderzeeër- en straaljagertechnologie, opvult met Europese innovaties. Daarnaast moet Europa minder afhankelijk van China worden in de strategische sectoren. Broeken en bankstellen kunnen uit China worden geïmporteerd, nucleaire technologie, 5G-netwerken en politiedrones niet. Ook op het gebied van de energietransitie moet Europa ervoor zorgen niet afhankelijk van China te worden.
Maar zelfs als Europa zulke maatregelen neemt, moet het kiezen tussen óf steun leveren aan de VS óf zich afzijdig houden. Die keuze is bepalend voor Europa’s veiligheid en welvaart in de komende decennia. Een besluit hierover moet dan ook worden genomen lang voordat een crisis uitbreekt, met brede politieke en maatschappelijke steun, en in afstemming met Frankrijk en Duitsland. Een beslissing van dit formaat is te belangrijk om over te laten aan politici in het holst van de nacht.
Dit artikel door Joris Teer en Tim Sweijs verscheen op 9 oktober in NRC.