Oorlog is het vliegwiel van de geschiedenis. Maar de ‘good old war’ is niet meer. Vanaf nu zullen niet mensen, maar robots de belangrijkste actoren zijn in een oorlog. Het strijdperk zal bemand worden door dodelijke micro-vliegtuigjes zo groot als een libelle, mitrailleurboten, muilezel-robots en drone-zwermen. Een volledige robotoorlog, zonder tussenkomst van de mens, ligt in het verschiet. Over deze verandering gaat de radiodocumentaire ‘Onbemande Oorlog’ van Jan Maarten Deurvorst.
We maken daarin kennis met al het nieuwe, onbemande, wapentuig. En het treft: de kleinste drone ter wereld staat, en vliegt, bij de TU van Delft. Door de bewapende robots is oorlogvoeren volledig op de schop gegaan. Een piloot stapt niet meer in een straaljager, maar gaat ‘s ochtends met broodtrommel onder de arm naar kantoor, om daar in het Amerikaanse Nevada, op tienduizend kilometer van het slagveld, via een joystick de vijand te bombarderen. De piloten die deze bombardementen uitvoeren, rekruteert het Amerikaanse leger van Game Conventions.
Automatisch wapentuig is handig als alternatief voor elke ‘dull, dirty and dangerous’ soldatenklus. De robot verslaat de mens op alle gebieden met gemak. Het kan uren observeren, zonder verveeld te raken, het schiet nooit mis, en vooral: het sterft niet. Want terugkerende bodybags zijn de grootste nachtmerrie van elke president.
Deze voordelen wegen volgens Wim Zwijnenburg van het IKV niet op tegen de nadelen. Zo loopt een robot-oorlog al snel uit de hand: een technologische oplossing is makkelijker dan een politieke, of diplomatieke. Deze vorm van oorlogvoeren onttrekt zich volgens Zwijnenburg bovendien aan democratische controle. Een drone aanval heeft vooral getuigen die het niet meer kunnen navertellen. De laffe aanvallen wekken bij de tegenstander verder vooral extra woede op en leiden zo onherroepelijk tot meer terrorisme wereldwijd.
De documentaire valt hier te beluisteren. Peter Wijninga zijn verhaal is te beluisteren vanaf minuut 7.