De Russische inval in Oekraïne markeerde een keerpunt in de Europese veiligheid. Het maakte voor iedereen duidelijk dat de tijd voorbij was dat onze krijgsmachten zich vooral richtten op vredesbevorderende operaties ver van huis. De oorlog maakt op hardhandige wijze duidelijk dat het NAVO-gebied nu zelf wordt bedreigd. Om te begrijpen hoe Rusland kan worden afgeschrikt is het noodzakelijk om een aantal inzichten en concepten uit de Koude Oorlog opnieuw te bezien, in het licht van de huidige tijd met zowel duidelijke vergelijkbare als echt andere kenmerken.
In deze nieuwe HCSS studie trachten Rob de Wijk, Frank Bekkers en Tim Sweijs een antwoord te geven op de vraag hoe we met die nieuwe én tegelijkertijd oude dreiging moeten omgaan. Daarbij staat oorlogsvoorkoming door afschrikking centraal.
Er zijn verschillende dreigingsscenario’s denkbaar, die in grote lijnen corresponderen met de drie hoofdtaken van Defensie:
- Het Baltische scenario, waarin Rusland met een snelle aanval een deel van de Baltische staten verovert en bezet, en daarmee de NAVO voor een fait accompli stelt.
- Het Oekraïne-scenario, het steunen van partnerlanden in de Europese periferie tegen Russische agressie.
- Het hybride scenario vereist een antwoord op heimelijke operaties, disinformatie en cyberaanvallen van Rusland tegen NAVO- en EU-staten, gericht op het ondermijnen van de politieke besluitvorming, het ontwrichten van de samenleving en het voorkomen van militaire inzet tegen Rusland.
Een belangrijke uitdaging is dat Rusland zijn tegenstanders met een grote verscheidenheid aan middelen onder druk zet. De Westerse strategie berust momenteel op een combinatie van afschrikking van conventionele strijdkrachten en nucleaire afschrikking. De wijze waarop Rusland de afgelopen jaren met interventies tegenstanders voor voldongen feiten plaatst, met de inval in Oekraïne als laatste voorbeeld in een reeks van agressieve daden, vereist de ontwikkeling van nieuwe afschrikkingsconcepten. Daarin is kennis van de tegenstander cruciaal.
De voor vele deskundigen onverwachte inval toont aan hoe weinig kennis we momenteel eigenlijk hebben van het Russische buitenland- en defensiebeleid. In de analyses van de Russische en Westerse kijk op afschrikking valt een duidelijk verschil in denken op. Het resultaat is (wederzijds) onbegrip. Wat wij een offensieve oorlog van Rusland tegen Oekraïne noemen, past in het Russische denken van strategische afschrikking en heeft in dat denken een defensief doel. Wat wij als afschrikwekkende maatregelen beschouwen, hoeft dat in Russische ogen helemaal niet te zijn. Rusland is er veel aan gelegen om grootschalige militaire confrontatie met de NAVO te vermijden, maar bepaalde maatregelen die wij nemen brengen in Russische ogen de noodzaak van preëmptief optreden juist dichterbij.
Deze studie gaat daarom in op het Russische perspectief op afschrikking, alsmede op het (traditionele) NAVO-perspectief. De verbintenis van de Verenigde Staten met de Europese veiligheid is daarbij essentieel; tegelijk is de Amerikaanse steun niet langer gegarandeerd. Amerika wil en kan steeds minder de last van de Europese veiligheid dragen. De afschrikking zal vooral door de Europese bondgenoten zelf moeten plaatsvinden: meer Europese autonomie op defensiegebied is noodzakelijk, maar zal jaren vergen.
De complexe Russische dreiging heeft grote gevolgen voor de inrichting en samenstelling van de Koninklijke landmacht. De landmacht kan een wezenlijke bijdrage leveren aan Europese afschrikking, maar dat vereist politiek keuzes. Er moet fors worden geïnvesteerd om te kunnen voldoen aan de internationaal gestelde eisen.
Deze studie is door het Den Haag Centrum van Strategische Studies (HCSS) verricht in opdracht van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS).
Cover foto bron: Ministry of Defence of the Russian Federation.