Ongeveer een jaar na het instellen van de sancties aangaande de export van Russische olie, maakt HCSS energie specialist Jilles van den Beukel voor Energeia de balans op. Hoe succesvol zijn deze sancties tot nu toe gebleken? En, als men de zaak breder trekt, wat zijn de vooruitzichten voor de inkomsten uit de export van olie en gas, de kurk waar de Russische economie op drijft?
Wat houden de sancties in?
Sinds december 2022 mag er geen Russische olie per schip geïmporteerd worden in de EU. Voor de Oekraïne crisis werd er dagelijks rond de 2 miljoen vaten op deze wijze geïmporteerd. Dit embargo geldt sinds februari 2023 ook voor olieproducten.
De import van Russische olie door het Druzhba-pijpleidingsysteem is van dit embargo vrijgesteld. De import door de zuidelijke aftakking van het Druzhba-systeem, naar landen als Hongarije en Slowakije, vindt tot op de dag van vandaag plaats op een vergelijkbare niveau als dat in 2021: rond de 200.000 vaten per dag. De import door de noordelijke tak, naar Duitsland en Polen, ligt stil.
Daarnaast is er door de G7, de EU en Australië een verbod ingesteld op het verlenen van services (handel, transport, verzekeringen en financiering) voor Russische olie en olieproducten die niet aan een prijsplafond voldoen. Voor olie ligt dit plafond op $60 per vat. Alhoewel indertijd is aangegeven dat de hoogte van dit plafond elke twee maanden zou worden geëvalueerd, hebben er tot nu toe geen aanpassingen plaats gevonden.
Het doel van de sancties was om Rusland financieel zo veel mogelijk pijn te doen; niet om Russische olie van de wereldmarkt weg te houden. Het wegvallen van een substantieel deel van de Russische olie-export had de olieprijs zeer kunnen opdrijven. Dat dit niet gebeurd is, en de Russische olie-export op peil is gebleven, was mede verantwoordelijk voor de neerwaartse trend in de olieprijs sinds zomer 2022. De olieprijs was begin 2022 relatief hoog opgelopen uit angst voor het wegvallen van Russische olie op de wereldmarkt. Deze risicopremie is sinds die tijd geleidelijk verdwenen.
Hoe is er op de sancties gereageerd?
Het overgrote deel van de Russische olie die vroeger naar Europa werd geëxporteerd wordt nu, vanuit Russische havens aan de Oostzee en Zwarte zee, vervoerd naar India, China en Turkije. Dit gebeurt grotendeels met een schaduwvloot van tankers die gerund worden door in de VAE (Verenigde Arabische Emiraten) gevestigde partijen en in mindere mate door in China en Griekenland gevestigde bedrijven. Die bedrijven worden uiteindelijk wel vaak door Russische partijen gecontroleerd.
Het betreft hier tankers met een gemiddelde ouderdom van rond de twintig jaar, die de afgelopen twee jaar door deze partijen zijn aangekocht en die onder normale omstandigheden nu gesloopt zouden zijn. Verzekering vindt plaats door nieuwe, eveneens door Rusland gecontroleerde partijen, waarvan het onzeker is of zij in geval van een grote ramp, in staat zullen zijn de schades volledig te betalen. De facto is Rusland nu in staat de olie-export, in ieder geval qua volume, op peil te houden zonder daarbij afhankelijk te zijn van aan sancties onderhevige westerse reders of verzekeraars.
Naast de stroom van olie heeft ook de stroom van olieproducten zich verlegd. Russische olieproducten worden niet meer naar Europa geëxporteerd, maar vinden hun plek op de wereldmarkt. Wat wel gebeurt, is dat raffinaderijen in Turkije en India nu op veel grotere schaal Russische olie raffineren. Dit maakt het voor hen mogelijk veel meer olieproducten, zoals diesel, naar Europa te exporteren. Gezien de relatief hoge dieselprijzen (ten opzichte van de prijs van ruwe olie) was dit de afgelopen twee jaar vaak zeer lucratief.
Hoe heeft het financieel uitgewerkt?
Rusland is er de afgelopen twee jaar in geslaagd een nieuw systeem op te bouwen waarmee Russische olie en olieproducten vervoerd, verzekerd en verwerkt kunnen worden. Daar hing echter wel een prijskaartje aan. Een prijskaartje dat Rusland zich ook relatief makkelijk kon veroorloven gezien de zeer hoge inkomsten uit olie en gas die het in 2022 had; iets dat veroorzaakt werd door extreme gasprijzen en de relatief hoge geopolitieke risicopremie op de olieprijs.
Onderstaande figuur (zie verder) geeft een beeld van de Russische olie- en gasinkomsten naar hun belangrijkste afnemers. Het is daarbij weinig zinvol de huidige inkomsten te vergelijken met die in 2022 (een jaar van extreem hoge prijzen door politieke omstandigheden) of die in 2020 (een jaar van extreem lage prijzen, gerelateerd aan de Covid-19 crisis), Zinvoller is het de inkomsten te vergelijken met die in 2019 en dan moet men constateren dat de huidige Russische inkomsten nu op een vergelijkbaar niveau liggen.
Nog betekenisvoller is het de vraag te stellen hoe de huidige inkomsten zich verhouden tot wat die geweest zouden zijn in een wereld zonder sancties. Hieraan zitten twee aspecten. Ten eerste de korting die Rusland geeft op olie, in een markt met een beperkt aantal potentiële kopers. Ten tweede de kosten die Rusland maakt met het opzetten en in stand houden van een systeem om de Russische olie te kunnen exporteren.
De discount op Russische olie liep begin 2023 op tot een relatief hoge $30 per vat. Sinds die tijd is de discount geleidelijk gedaald tot rond de $15 per vat, een reflectie van het Russische vermogen olie te exporteren binnen het door Rusland nieuw opgezette systeem. De kosten van dit systeem zijn moeilijker in te schatten. Orde van grootte duizend tankers maken nu deel uit van een schaduwvloot, die tegen relatief hoge prijzen, op een overspannen markt voor tweedehands tankers, is aangekocht. De premies om deze in slechte staat verkerende tankers adequaat te verzekeren is relatief hoog.
Naar mijn inschatting betekent de combinatie van de huidige discount op Russische olie en de kosten van het nieuwe vervoerssysteem een verlaging van inkomsten uit de Russische olie-export van rond de 25%. Of dat genoeg is om de sancties tot een succes te kunnen betitelen moet een ieder voor zichzelf uitmaken. Het lijkt echter het beste wat men kan verwachten als men de randvoorwaarde hanteert dat Russische olie niet van de wereldmarkt mag wegvallen.
Naast de huidige sancties zijn er ook de sancties die na de Russische annexatie van de Krim in 2014 zijn ingesteld. Deze beletten nieuwe investeringen door westerse bedrijven in de Russische olie- en gassector en het in Rusland toepassen van westerse technologie. Dit heeft grote gevolgen gehad voor de winning van olie in de offshore, het winnen van schalieolie, of het toepassen van geavanceerde technieken om de hoeveelheid olie, die uit bestaande velden kan worden gewonnen, te verhogen. Net als bij de huidige sancties geldt dat het een zaak van de lange adem is.
Voor gas ziet het er, voor Rusland, minder gunstig uit.
Voor Russisch gas dat nu niet meer naar Europa wordt geëxporteerd, is het niet mogelijk snel een nieuwe bestemming te vinden. Op de lange termijn kan Rusland nieuwe exportcapaciteit voor gas van de grond krijgen, hetzij door het bouwen van nieuwe pijpleidingen naar Aziatische klanten, hetzij door het bouwen van nieuwe LNG-capaciteit.
Het bouwen van een tweede Power of Siberia-leiding naar China is mogelijk, het ontwerp ligt er, maar het brengt hoge kosten met zich mee en het project zal niet voor het eind van dit decennium gereed komen. In tegenstelling tot de eerste Power of Siberia-leiding, die gas vanuit Centraal- en Oost-Siberië naar China vervoert, zal deze tweede leiding de velden in het westen van Siberië met China verbinden. Deze velden hebben veel grotere reserves en een veel hogere bestaande productiecapaciteit dan die in Centraal- of Oost-Siberië.
Power of Siberia 2 zou jaarlijks rond de 50 miljard kuub gas naar China kunnen vervoeren, waarmee China verreweg de grootste afnemer van Russisch gas zou worden. China speelt het spel echter hard. Het mikt op een zo laag mogelijke prijs voor het gas, iets waarin het bij Power of Siberia 1 indertijd goed geslaagd is, en op het zoveel mogelijk bij Rusland neerleggen van de financiële risico’s van deze investering. China heeft alternatieven: LNG, een langzamer afbouw van kolen en een snellere uitbouw van zon en wind voor het nieuwe energiesysteem. Rusland heeft minder alternatieven; een hervatting van de grootschalige gasexport naar Europa lijkt ver weg.
LNG zou voor Rusland een aantrekkelijk alternatief kunnen zijn, gezien de flexibiliteit van de locatie van aflevering. De huidige sancties maken het voor Rusland echter moeilijk de LNG-exportcapaciteit uit te breiden. Rusland heeft niet de technologische kennis dit zelf op grote schaal te kunnen doen.
Dit alles beperkt het toekomstige verdienvermogen van Rusland aan gas, al dient opgemerkt te worden dat de export inkomsten van olie voor Rusland, met uitzondering van 2022, altijd een aantal malen groter waren dan die van gas.
De sancties werken naar behoren; verwacht echter geen wonderen
Ook al heeft Rusland nog steeds grote inkomsten van de export van fossiele brandstoffen, de huidige sancties hebben wel substantieel effect gehad. De sancties ingesteld na de inval in de Krim, die westerse bedrijven beperken in Rusland actief te zijn, verminderen het vermogen de Russische olieproductie uit te breiden en maken de uitdaging deze op peil te houden steeds groter. De recente sancties verminderen de opbrengsten uit de export van olie met ruwweg een kwart. Dat is, in aanmerking nemende dat er goede redenen zijn de Russische olie wel toegang te blijven geven tot de wereldmarkt, eigenlijk het meeste dat men kan verwachten. De sancties werken, maar hebben tijd nodig en men moet er geen wonderen van verwachten.
Op den duur kan men aan een aantal aanvullende maatregelen denken, zoals een embargo op de import of doorvoer van Russische LNG in Europa. Daarvoor is het nu nog te vroeg, maar als de wereldwijde LNG markt rond 2025 een stuk ruimer wordt door de komende uitbreidingen van LNG capaciteit in de VS en Qatar, , wordt dit een reële optie. Met een beperkte capaciteit aan ice class LNG carriers, die nu LNG uit Noord-Siberië veelal naar Europa brengen, zal dit een substantieel effect hebben op het Russische vermogen om LNG te exporteren.
Verder zou men, wereldwijd, kunnen denken aan strengere controles op de oude tankers, mogelijk onvoldoende verzekerd, die nu door vaarroutes als de Bosporus of de Sont varen. Ook het overpompen van olie op zee brengt risico’s met zich mee. Het kan bij wijze van spreken één of tien jaar duren, maar ooit zal het blijven varen met deze oude tankers leiden tot een grote milieuramp.
Bron: Jilles van den Beukel, Energeia Trilemma, 5 februari 2024