Van collega-columnist Ephimenco kreeg ik september 2016 op mijn donder omdat ik bij wijze van gedachte-experiment Trump, Le Pen, Hofer en Wilders aan de macht liet komen.
Als dat zou gaan gebeuren, zouden de anti-immigratie, anti-EU en pro-Russische sentimenten worden versterkt. De gang van Wilders naar het torentje leek mij ook onwaarschijnlijk, maar de machtsgreep van de eerste drie niet. Op zijn vraag ‘hoe zit het nu echt?’ antwoordde hij dat Donald Trump en Marine Le Pen nooit verkozen zouden kunnen worden. Trump won wel, Le Pen niet en in Oostenrijk werd Norbert Hofer geen president, maar kwam zijn rechts-populistische FPÖ wel in de regering. Hofer zelf werd minister en kreeg zo meer invloed dan hij als president zou hebben gehad. Maar weinig Europese landen zijn zo pro-Rusland als Oostenrijk en hebben een zo harde immigratiepolitiek, hoewel de christen-democratische premier Sebastian Kurz er de scherpe kantjes afvijlt.
En nu komen in Italië Lega Nord en de Vijfsterrenbeweging aan de macht. Qua impact is dat vergelijkbaar met een overwinning van Le Pen. Harde gevechten zijn te verwachten over de terechte wens de immigratie vanuit Afrika te remmen, de relatie met Rusland te verbeteren en de eis de sancties tegen dat land op te heffen. Maar het hardste gevecht zal over de economie en de EU gaan.
Het regeringscontract, voorzien van een stempel van de notaris, belooft weinig goeds. Gelukkig is het voorstel dat de Europese Centrale Bank 250 miljard euro aan Italiaanse schuld zou moeten schrappen uit dat contract verdwenen. Maar dat geldt niet voor de paragrafen over het terugdringen van de economische bemoeienis van Brussel. Zo moet de regel dat het begrotingstekort binnen de drie procent van het BBP moet blijven worden geschrapt.
Gevaar
In navolging van Portugal willen Salvini (Lega Nord) en Di Maio (Vijfsterrenbeweging) veel bezuinigingen terugdraaien en met hogere uitgaven bijna twintig jaar economische stagnatie ongedaan maken. Dat de staatsschuld van Portugal naar ruim 130 procent van het bbp steeg en nu als een zwaard van Damocles boven de economie hangt, schijnt niet te deren. Voor Italië zal dat ook gaan gelden, maar hier ligt de staatsschuld nu al boven de 130 procent.
Inmiddels heeft de Franse minister van economische zaken Bruno Le Maire al de noodklok geluid. Als Italië zich niet aan de afspraken houdt, dan dreigt gevaar voor de eurozone.
Toch zou het mij niet verbazen als de gevolgen van de nieuwe wind die door Italië waait, zullen meevallen. Denk aan Griekenland. Toen het links-populistische Syriza in 2015 aan de macht kwam, werd ook gedacht dat de EU zou vergaan. Griekenland is onvergelijkbaar met Italië, maar de wijze waarop de rest van de EU met dit soort landen omgaat, is dat wel.
Door referenda over euro en EU-lidmaatschap af te wijzen geeft de nieuwe Italiaanse regering, net als destijds de Griekse, een machtig drukmiddel uit handen. Dit, en de onverzettelijke houding van de overige EU-leiders zal Italië waarschijnlijk dwingen zich aan de afspraken te houden. Bovendien zou het mij verbazen als de totaal onervaren premier Giuseppe Conte in dit politieke geweld overeind blijft.
Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw!