Menig Nederlander kreeg recent een mail met de nieuwe tarieven voor gas en elektriciteit. Op jaarbasis kunnen de stijgende gasprijzen u enige tientallen, en soms zelfs honderden, euro’s gaan kosten.
De TTF gasprijs, de prijs die bepaalt hoeveel uw leverancier betaalt bij de inkoop van gas, is dit jaar snel gestegen. En hoewel het uiteindelijke tarief dat u betaalt voor een groot deel uit belastingen bestaat, is deze stijging nu zo snel dat ook de consumententarieven fors omhoog gaan. Hieronder volgen de vijf oorzaken voor de snelle stijging van de TTF gasprijs.
1. De afnemende rol van kolen
Om de opwarming van de aarde tegen te gaan wordt de hoeveelheid in omloop zijnde emissierechten van broeikasgassen in Europa geleidelijk teruggebracht. Daardoor zijn de prijzen van de emissierechten steeds verder gaan stijgen; recent tot boven de 50 euro per ton CO2. Dat treft vooral de stroomproductie met kolen; bij de verbranding van kolen komt immers relatief veel CO2 vrij.
Daarmee zijn kolen, in tijden van hoge gasprijzen, minder goed in staat het stokje van gas over te nemen bij de stroomproductie. Als in het verleden de gasprijs omhoog ging konden kolen inspringen. Van deze brandstof varieert de prijs minder sterk dan die van gas: er zijn heel veel kolenmijnen en reserves aan kolen – en het wordt makkelijk vervoerd. Die aanvullende rol, die een dempende werking heeft op de gasprijzen, kunnen kolen steeds minder goed vervullen.
2. De snel stijgende vraag naar gas in Azië
Met de toenemende rol van LNG (vloeibaar gas)-transport over lange afstanden begint er beetje bij beetje iets te ontstaan wat in de richting van een wereldwijde gasmarkt gaat. De grootste LNG-producent ter wereld, Qatar, heeft de keus waar het de ladingen LNG heen stuurt (voor zover niet vastgelegd via langetermijncontracten): naar Europa of naar Azië. Daarmee worden grote prijsverschillen tussen Europa en Azië minder waarschijnlijk.
In de EU mag de vraag naar aardgas dan stabiel zijn, in Azië stijgt deze snel. Afgezien van een tijdelijke Coronadip stijgt de vraag in China met rond de 7 procent per jaar; in India met rond de 10 procent. Van kolen naar gas omschakelen is daar een snelle manier om iets aan de ernstige milieuvervuiling in grote steden te doen. De komende jaren zullen Europa en Azië op prijs moeten uitvechten waar LNG heengaat – met name tijdens koude winterperiodes.
3. De LNG-productie neemt minder snel toe
De grote stroom van nieuwe LNG-fabrieken, zoals die tussen 2014 en 2020 in Australië en de VS plaatsvond, is gestopt. De afgelopen jaren waren LNG-markten aan de ruime kant. Nu zijn ze eerder aan de krappe kant en het ziet ernaar uit dat dat de komende jaren zo zal blijven.
Daarbij komt dat de wereldwijde utilisatiegraad van LNG-fabrieken zowel in 2020 als in 2021 wat aan de lage kant ligt, door gepland en ongepland onderhoud. Zo zorgen problemen met lasnaden al twee jaar lang voor langdurige reparaties bij de verschillende LNG-trains van Gorgon, de grootste LNG-fabriek in Australië.
4. De afnemende gasproductie in Nederland
Op veel gebieden is Nederland klein maar in gas speelde het een grote rol. Dat geldt dus ook voor de snelle afname van de gasproductie de laatste tijd. Rond 2010 produceerde Nederland nog 80 miljard kuub per jaar; nu nog zo’n 20 miljard kuub.
Die afname komt voor ongeveer twee derde op het conto van Groningen en voor ongeveer een derde op het conto van de vele kleine velden. Tegelijkertijd nam de uitvoer van Russisch pijpleidinggas door Gazprom naar Europa toe van ongeveer 140 miljard kuub tot 200 miljard kuub in 2019. Daarnaast nam ook de Europese invoer van LNG toe.
Met het stoppen van de gaswinning in Groningen verdwijnt niet alleen een groot volume aan gas maar ook de capaciteit om in de winter de productie snel te doen toenemen. De afgelopen jaren, in een tijd van relatief ruime LNG-markten, had de afname van de Nederlandse gasproductie slechts een beperkte invloed op de gasprijzen. Nu is die lagere Nederlandse gasproductie wel van groot belang; niet langer is men in staat veel problemen op het gebied van gas op te lossen door simpelweg de kraan in Groningen verder open te draaien.
5. Poetin houdt de hand aan de kraan
Gazprom exporteerde in 2020 ruim 170 miljard kuub gas per pijpleiding naar Europa en zal ook dit jaar ruim onder de 200 miljard kuub van 2019 blijven. Het bedrijf kan best meer gas produceren. Het kan ook best meer exporteren naar Europa (al zal die extra export door Oekraïne moeten, een land dat daarvoor relatief hoge tarieven rekent); dat deed het ook in 2018 en 2019.
Dat Gazprom nu niet meer exporteert heeft twee redenen. Ten eerste een financiële: met iets minder volume kunnen er, voor het gas dat op de spot markets verkocht wordt, veel hogere prijzen worden bereikt.
Daarnaast speelt er ook iets anders: Gazprom ziet graag dat aan het begin van de komende winter de Europese gasopslagen niet helemaal vol zijn. Als Gazprom dan klaar is om door Nordstream 2 meer gas te leveren (de ene Nordstream 2-leiding ligt er, de andere is voor meer dan 90% gelegd), wie zijn wij dan om geen gas via de Nordstream 2-leidingen Europa binnen te halen, als dat noodzakelijk is om de winter door te komen? De EU heeft dan geen poot om op te staan.
Betrouwbare energievoorziening
Na meer dan vijftig jaar Gronings gas lijkt de Nederlandse regering ervan uit te gaan dat de leveringszekerheid van gas, tegen redelijke prijzen, een gegeven is. Dat is niet zo; het verdient aandacht.
Gasopslagen (die helpen een koude winter door te komen), productie uit kleine velden en LNG-importcapaciteit dienen in stand gehouden te worden. Een gedeelte van de gasvraag zou met langetermijncontracten voor de levering van gas moeten worden afgedekt, net als in al onze buurlanden sinds jaar en dag wordt gedaan.
De energietransitie heeft niet één maar twee grote uitdagingen. Naast het overgaan op een nieuw energiesysteem, zonder uitstoot van broeikasgassen, dient ook het oude systeem voorlopig goed te blijven functioneren (in een tijd waarin er steeds minder animo zal zijn om in dat oude systeem te investeren). Wij kunnen het ons niet permitteren ons uitsluitend op die eerste uitdaging te richten; daarvoor is een betrouwbare energievoorziening van te groot belang.
Dit artikel door HCSS Energie Specialist Jilles van den Beukel verscheen voor het eerst in IEX.