Het vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie en Australië is vorige week gesneuveld. Over een futiliteit: de markttoegang voor rood vlees. Cruciale afspraken over kritische grondstoffen om de Europese afhankelijkheid van autocratieën als China en Rusland te verminderen, zijn nu van de baan. Geopolitiek en strategische autonomie bleken ondergeschikt aan de belangen van enkele boeren. Vergeten werd dat handelsverdragen verdedigingslinies zijn tegen autocratieën die ons onder druk willen zetten.
Ik heb de Nederlandse verkiezingsprogramma’s er maar eens op nageslagen om te kijken welke partijen staan te juichen bij de teloorgang van een handelsverdrag met een land dat wij als ‘gelijkgestemd’ en bondgenoot beschouwen. Dat zijn allereerst de partijen die van de EU af willen. Onder het mom van het terugwinnen van nationale soevereiniteit zitten PVV en Forum voor Democratie in dat kamp.
Forum gaat het verst. Die partij wil uit bijna alle internationale instituties stappen, inclusief het World Economic Forum. Hoewel dat gewoon een club is en geen internationale organisatie. De partij wil bilaterale verdragen tussen Nederland en andere landen, of unilaterale verdragen. Wat dat laatste is, is mij een raadsel.
Handelsverdragen zijn cruciaal. FvD en PVV willen niks en de CU is kritisch. Ja21 en de SP willen parlementaire instemming voor elk handelsverdrag. Als Nederland geen verdragen wil of slechts verdragen die volledig in lijn zijn met onze wensen, dan komen we van een koude kermis thuis. Want tegenwoordig gaat het hogere geopolitieke belang boven het nationaal belang, zoals het verdrag met Australië aantoont.
De notie dat handelsverdragen noodzakelijk zijn om de Europese strategische autonomie te versterken kwam ik alleen bij de BBB tegen. Die partij koppelt dit aan de toegang tot kritieke grondstoffen en noemt Australië met name.
Zacht naar binnen, hard naar buiten
Handelsverdragen en strategische autonomie liggen in elkaars verlengde. Veel partijen noemen het versterken van die autonomie, maar worstelen met wat dat betekent. De VVD, die overigens als een van de weinige de grip op de veranderende wereld als een van de uitgangspunten van het verkiezingsprogramma neemt, heeft het over het versterken van de strategische soevereiniteit in plaats van autonomie. Daartoe moet de EU haar economische macht inzetten. Het CDA is voorstander van ‘zacht naar binnen, hard naar buiten’. Klinkt mooi, maar wat het is, is onduidelijk.
Ja21, SGP, CU en NSC zijn terughoudend. Zij erkennen hooguit dat de mondiale turbulentie tot samenwerking dwingt. Maar zij verhinderen effectieve samenwerking door het benadrukken van de Nederlandse soevereiniteit en afwijzen van een ‘ever closer union’, een steeds hechter verbond.
Zo kunnen we onze welvaart en veiligheid nooit beschermen. Dit vereist allereerst het opgeven van de verlammende veto’s in de EU. Dat willen behalve de VVD en het CDA ook GroenLinks-PvdA. Onnodig te zeggen dat Volt en D66 het verst in hun liefde voor de EU gaan en alle ruimte geven om van de EU een strategische speler te maken.
En dan de euro. Die vinden SP en CU ‘niet houdbaar’. Ik zou zeggen: maak hem houdbaar en stort Nederland niet in de afgrond.
Vrijwel alle partijen erkennen dat de wereld is veranderd. Dat is winst. Helaas proberen te veel partijen het tij te keren door zich vast te klampen aan soevereiniteit, veto’s te handhaven en onredelijke eisen aan handelsverdragen te stellen.
Rob de Wijk, Trouw, 9 november 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.