Na een jaar van feitenvrij optimisme over de strijd in Oekraïne slaat het pessimisme toe. Logisch, want de situatie is penibel. Het Oekraïense offensief is verzand. De Westerse steun loopt gevaar. Rusland voert met de presidentsverkiezingen in zicht, de strijd overal langs het front op. De successen zijn voorlopig niet om over naar huis te schrijven, maar feit is dat Rusland het initiatief heeft.
Een verband tussen onze veiligheid en het stagneren van de militaire steun moet dringend worden gelegd. Maar dit gebeurt nauwelijks. We zien hulp aan Oekraïne vooral als een morele plicht. We willen niet begrijpen dat de afbrokkelende steun de veiligheid in heel Europa ondermijnt.
Poetin hoeft slechts te wachten
Dat bleek toen Maria Zakharova, woordvoerster van het Russische ministerie van buitenlandse zaken, geen afstand wilde doen van de oorspronkelijke doelstellingen van de strijd: demilitarisering, denazificatie en bescherming van de Russischtalige minderheid. Oekraïne moet het leger deels ontmantelen, president Zelensky moet vertrekken en de bezette gebieden moeten Russisch worden. Of, zoals Zakharova het cynisch stelde: Oekraïne moet ‘Russisch gebied’ opgeven.
Om die doelstellingen te bereiken hoeft Poetin slechts te wachten op de complete ineenstorting van de westerse financiële en militaire steun. Ongeacht de uitkomst van de ruzie over die steun, kunnen we nu al vaststellen dat de huidige onenigheid het mooist denkbare kerstcadeau voor Poetin is.
Ook al komt die steun er toch, voor hem is dit het signaal om door te pakken. Dat doet hij door zijn volk te mobiliseren voor een existentiële strijd met het perverse Westen. Verliest Rusland, dan is het gedaan met de traditionele conservatieve waarden en zal het Westen Rusland de oorlog verklaren. Onzin natuurlijk, want de Navo-landen zijn na jarenlange bezuinigingen daartoe niet eens in staat. Maar in Rusland wordt dit in brede lagen van de bevolking geloofd.
Oekraïne als bufferzone
Met een dergelijke tegenstander pakt de westerse kortademigheid voor onze veiligheid en welvaart desastreus uit. De crux is dat de Russische president steeds hardere eisen kan stellen in ruil voor conflictbeëindiging.
Die eisen zijn feitelijk al in december 2021 in de vorm van twee ‘ontwerpverdragen’ – een voor de Navo en een voor Amerika – naar Brussel en Washington verzonden. De belangrijkste eis was dat Oekraïne een bufferzone wordt. Het niet-geannexeerde deel moet neutraal worden en mag geen onderdeel zijn van Navo of EU. Poetin eiste ook dat ‘vreemde’ troepen, waaronder de Amerikaanse, zich terugtrekken uit de oude lidstaten van het Warschaupact, zoals de Baltische Staten en Polen. Wapensystemen waarmee Rusland kunnen worden bedreigd, moeten ontmanteld of door de Amerikanen teruggetrokken.
Feitenvrije optimisten
De gevolgen van die eisen laten zich raden. Oeverloos Russisch gesar, het verspreiden van desinformatie en het dreigen met oorlog als niet aan de eisen wordt voldaan. Poetin-gezinden zoals Orbán in Hongarije, Fico in Slowakije en mogelijk onze eigen Wilders zullen aan de Russische eisen willen toegeven. De rest moet besluiten of het defensiebudget naar 4 of 6 procent van het bbp gaat. Dat laatste hakt erin. Het IMF meldde deze week dat een nieuwe Koude Oorlog tot 7 procent van het mondiale bbp kan gaan kosten.
Overdreven bangmakerij? Nee, want feitenvrije optimisten ontkenden ook dat Oekraïne zou kunnen verliezen.
Rob de Wijk, Trouw, 14 december 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.