Onlangs lanceerde de Europese Unie een strategie voor de Indo-Pacific. Brussel wil de banden met deze regio aanhalen en wil uiteindelijk een strategisch partnerschap sluiten met de Asean, waarin tien Zuidoost-Aziatische landen samenwerken. Niet vreemd dus dat de Unie de onderhandelingen over een handelsverdrag met India na acht jaar ook weer opstart. Ook niet vreemd is dat de G7, de groep van rijkste industrielanden, India, Australië, Zuid-Korea, Zuid-Afrika en Asean, vroeg aan te schuiven bij hun diner.
Er staat veel op het spel. In deze regio huist 60 procent van de wereldbevolking en wordt 60 procent van het mondiale bbp geproduceerd. Maar het is de gezamenlijke vrees voor China die de landen tot elkaar brengt. Ze zoeken naar een antwoord op de opkomst van een land met een totaal ander wereldbeeld dat grip op de wereld wil krijgen. Precies daarom zoekt ook de Navo tot die landen toenadering.
Samen een vuist maken tegen een dreiging is niet nieuw. Het grote verschil met vroeger is dat machtspolitiek niet meer met legers wordt gevoerd, alhoewel de Russische president Poetin die conclusie nog niet heeft getrokken. Tegenwoordig draait het om ‘geo-economie’. De EU, die de mondiale economische regels in belangrijke mate bepaalt, is daar zonder enige twijfel het beste in. Dit tot chagrijn van China, dat geen antwoord heeft.
Nederlandse parlement heeft geen idee meer wat er in de buitenwereld gebeurt
In maart zette de EU stappen in de richting van ‘due diligence’-wetgeving met in potentie grote gevolgen. Op grond van die nieuwe wetgeving worden bedrijven gedwongen om hun hele handelsketen door te lichten. Als bijvoorbeeld blijkt dat producten of grondstoffen door middel van dwangarbeid worden gefabriceerd, dan moeten maatregelen worden genomen. Daarmee wordt de aanval ingezet op de autoriteiten in Peking die Oeigoeren tot dwangarbeid verplichten. De EU zet daarmee een standaard die, als deze door andere landen wordt overgenomen, verstrekkende gevolgen voor China kan hebben. Dit idee zat ook al in het investeringspact dat de EU en China eind vorig jaar sloten, dat mede door de ruzie over de positie van de Oeigoeren nu even in de ijskast ligt. En nu gaan de grote democratieën ook nog een VN-conferentie over deze kwestie houden.
Daaraan doet ook Amerika mee. Bovendien omarmt president Biden het multilateralisme en is hij ook druk doende de relatie met de Indo-Pacific te verbeteren. Volgens zijn voorlopige strategische richtlijn is die regio zelfs de kern van zijn diplomatieke activiteiten. Hij verstevigde de Quad, het samenwerkingsverband van Amerika met Australië, Japan en India, en hij wil net als de EU de banden in de regio met gelijkgestemde, democratische landen en organisaties aanhalen.
Inmiddels lijkt er een race plaats te vinden tussen de EU en de Verenigde Staten in het aanhalen van de banden met gelijkgestemde landen en organisaties in dit deel van de wereld. Dat moeten we toejuichen. Dit is economisch voordelig, verstevigt het bolwerk van democratische landen en damt China in. China wordt zo niet verhinderd een supermacht of de grootste economie van de wereld te worden, maar kan zo niet zijn grip op de wereld versterken. Intussen bakkeleit het Nederlandse parlement al wekenlang over het vertrouwen in premier Rutte en heeft het geen idee meer wat er in de buitenwereld gebeurt.
In de strijd tegen China knoopt het Westen nauwe banden aan met de Indo-Pacific | Trouw
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.