“Misschien ga ik eens kijken”, antwoordde de Belarussische dictator Aleksandr Loekasjenko op de vraag of er al Russische kernwapens op zijn grondgebied zijn gestationeerd. Daags ervoor werd een overeenkomst getekend die dat definitief mogelijk moest maken. Daarmee ging voor Rusland een langgekoesterde wens in vervulling. Al ten tijde van de ondergang van de Sovjet-Unie in 1991 werd die kenbaar gemaakt. Die wens heeft door de Oekraïne-oorlog en het plan om samen met China de wereldorde te verbouwen een nieuwe dimensie gekregen.
De stationering is vooral significant omdat dit de volgende stap is in het versterken van de politieke banden tussen beide landen met als doel, althans voor Poetin, Belarus uiteindelijk te annexeren. De mededeling van de Russische defensieminister Sergej Sjojgoe dat beide landen ook nadenken over verdere integratie van hun strijdkrachten past hier naadloos in.
Geen aantrekkelijk vooruitzicht
Deze sluipende annexatie wordt niet met militaire middelen afgedwongen, maar gebeurt op basis van een afspraak uit 1997 waarin beide landen een Uniestaat oprichtten met als doel de economische en militaire samenwerking te versterken.
Interessant is dat andere landen ook tot deze Uniestaat mogen toetreden. Het zou mij niet verbazen als Poetins doel van de denazificatie van Oekraïne feitelijk betekende dat een nieuw regime zich hierbij kan aansluiten. Als Poetin in het begin van de oorlog Zelensky had kunnen verdrijven, was dit mogelijk al gebeurd.
Overigens lijkt Loekasjenko annexatie geen aantrekkelijk vooruitzicht te vinden. Na de inlijving van de Krim schijnt hij zich steeds harder te verzetten tegen het idee dat Belarus een vazalstaat van Rusland wordt. Tijdens de huidige oorlog wist hij behendig buiten de strijd te blijven. Toen hem werd gevraagd mee te doen aan de strijd tegen Oekraïne, stelde hij dat zijn leger nodig was voor de verdediging tegen de Navo. Tegelijkertijd kon hij niet anders dan Russische troepen en kernwapens op zijn grondgebied toelaten.
Het feit dat Loekasjenko de soevereiniteit van Belarus niet zonder meer wil opgeven, levert voor Rusland een risico op. Een meerderheid van de bevolking wil dat ook niet. Bovendien is Belarus, zeker na de frauduleus verlopen verkiezingen van 2020, instabiel. De opperste leider lijkt ziek en oppositieleiders in ballingschap dromen al van een glorieuze terugkeer naar het vaderland. De controle over kernwapens kan dan een issue worden.
Gokken dat Europeanen in opstand komen
De stationering van die kernwapens die door Iskander-M raketten of SU-25 jachtvliegtuigen kunnen worden ingezet is een militaire bedreiging voor de Navo, zeker in het licht van de veelvuldige nucleaire dreigementen door Poetin. Toch reageerde het Westen lauw. Terecht.
Oppoken van de dreiging speelt Poetin in de kaart. Die lijkt erop te gokken dat Europeanen in opstand komen en het vertrek van Amerikaanse kernwapens gaan eisen in ruil voor de terugtrekking van die wapens uit Belarus. In Duitsland is al iets van dit sentiment te bespeuren.
Voor Rusland zou het vertrek van die Amerikaanse wapens een grote overwinning zijn. Maar Poetin lijkt niet te begrijpen dat kernwapens geen grote emoties meer losmaken. Dat was wel anders in de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Daarmee is het nettoresultaat van Poetins jongste zet, dat alleen de inlijving van Belarus een stap dichter is gekomen.
Rob de Wijk, Trouw, 2 juni 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.