Nu pas?, dacht ik toen ik hoorde dat China per 1 augustus de export van de metalen germanium en gallium aan banden gaat leggen. Het besluit past in de geopolitieke strijd die Amerika en China voeren. De inzet is hoog. Deze materialen zijn essentieel voor de hightechindustrie en raken de fabricage van halfgeleiders in het bijzonder. Beperking van de toegang tot dit soort materialen raakt de hele digitale en groene revolutie. Het idee van strategische Europese autonomie wordt een hersenspinsel.
Ergens anders gaan winkelen levert voorlopig niet veel op. Want China controleert 80 procent van de wereldproductie aan gallium en 60 procent van germanium.
Als ik dit noodscenario tijdens lezingen voorspelde, haalden velen hun schouders op. Die reactie was typerend voor dit deel van de wereld dat denkt in termen van handel: als je de juiste prijs betaalt, dan krijg je het wel.
Die tijd ligt achter ons. Landen die weinig op hebben met de door ons vormgegeven wereldorde zijn niet te beroerd hun machtsmiddelen tegen het Westen in te zetten. Dat bleek deze week weer tijdens een virtuele top van de Shanghai Cooperation Organization met de Chinese leider Xi, de Indiase Modi, Poetin en nog wat andere leiders die moeite met de Westerse dominantie hebben.
Voor China was deze top de zoveelste gelegenheid om zich te keren tegen de Amerikaanse hegemonie en op te roepen tot samenwerking voor een nieuwe wereldorde die minder de Westerse, maar meer de belangen van opkomende landen dient. Voor de vorming van die nieuwe wereldorde zijn sancties voorlopig het meest geëigende pressiemiddel.
Voor Amerika is het doel duidelijk: zorgen dat de technologische opmars van China wordt vertraagd zodat het de tijd krijgt om zelf zijn hightechindustrie op te bouwen, in het bijzonder die voor geavanceerde halfgeleiders. Juist dat doel wordt door de nieuwe Chinese maatregelen mogelijk gefrustreerd.
De aanval begon onder Trump met sancties tegen de Chinese techgiganten ZTE en Huawei. Europa voerde de discussie om die bedrijven uit de nieuwste mobiele netwerken te weren. Onder Biden werd de strijd verdiept met een verbod om buiten de VS Amerikaanse gereedschappen te gebruiken voor de fabricage van chips voor de export naar China. En de druk op de Nederlandse regering om ASML te verbieden de meest geavanceerde machines voor de productie van halfgeleiders aan China te leveren. Inmiddels heeft Biden sommige maatregelen enigszins afgezwakt, maar dat heeft kennelijk niet kunnen voorkomen dat China nu de export van vitale metalen aan banden legt.
In de strijd om de nieuwe wereldorde staan twee diametraal tegenovergestelde visies centraal. Amerika wil zo veel mogelijk van de oude liberale orde overeind houden en zet in op versterking van bestaande bondgenootschappen en het creëren van nieuwe, vooral in Azië. China heeft geen bondgenoten, maar wil landen via de nieuwe zijderoutes, het Belt and Road-initiatief, economisch, dus politiek aan zich binden.
Biden denkt dat hij de wereldorde kan redden om de stabiliteit te garanderen. Xi denkt dat we afstevenen op een wereld vol chaos waartegen landen zich moeten beschermen en waarin het eigen belang domineert. De stap die Xi nu heeft gezet past naadloos in dat laatste wereldbeeld.
Rob de Wijk, Trouw, 6 juli 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.