Gelijktijdig met de G7-top in Japan organiseerde China een top met vijf voormalige Sovjetrepublieken. Die top met Kazachstan, Tadzjikistan, Kirgizië, Turkmenistan en Oezbekistan moet een klap in het gezicht van Poetin zijn geweest. Rusland tracht met de inlijving van Oekraïne en Belarus een nieuwe invloedssfeer in Europa te creëren, terwijl een paar duizend kilometer verderop China zich invreet in de Russische invloedssfeer.
Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat dit past in het zo bejubelde onbeperkte strategisch partnerschap tussen twee boezemvrienden die samen de wereldorde willen veranderen. Dit riekt eerder naar competitie tussen Rusland en China, waarbij Peking gebruikmaakt van de zwakte van Moskou.
Met de staart tussen de benen
Die top moet ook de G7 zelf aan het denken hebben gezet. President Xi lanceerde een ambitieus plan voor de aanleg van nieuwe infrastructuur om de handel tussen de landen te versterken. Helemaal onverwacht komt dit niet omdat Xi al in 2013 in Kazachstan het Belt and Road Initiatief, de nieuwe zijderoutes, lanceerde. Hij krijgt nu toegang tot een aan grondstoffen rijke regio die zich van Rusland afkeert door Poetins oorlog in Oekraïne. Bovendien verliet het Westen onder leiding van Amerika met de staart tussen de benen Afghanistan, waardoor ook dat land meer onder Chinese invloed komt.
Het is een fascinerend geopolitiek spel dat zich helemaal volgens de boekjes voltrekt: grootmachten trekken zich terug of zijn niet bij machte hun invloedssferen te blijven beheersen. Een opkomende macht, in dit geval China, stapt in het ontstane vacuüm. Deze voorspelbare ontwikkeling is niet minder dan een gamechanger met grote gevolgen voor het Westen en Rusland.
Van Rusland zelf hoorden we niks, want Poetin is te veel bezig zijn pyrrusoverwinning in Bachmoet te vieren, maar bij de G7 in Japan waren de veranderingen duidelijk zichtbaar. Daar is erkend dat China een opkomende supermacht is en dat die opkomst kan worden vertraagd, maar niet kan worden gestopt. Dat bleek uit zorgvuldig gekozen bewoordingen.
De nieuwe wereldorde begrijpen
Tijdens een bijeenkomst die Australië, India, Japan en de VS (het Quad-verbond) en marge van de G7 organiseerden, kwam het niet tot een frontale aanval op China. Sterker, de landen noemden het land niet bij naam maar pleitten voor vrede en stabiliteit in de Indo-Pacific en zegden te zullen samenwerken bij de aanleg en bescherming van onderwaterkabels die cruciaal zijn voor de economische ontwikkeling van de regio. Het was een duidelijk antwoord op Xi’s initiatief en een poging om landen in de regio in het Amerikaanse kamp trekken.
Tijdens de G7 zelf was ook een opvallende verschuiving te zien. In het gezamenlijke communiqué werd gesproken over ‘de-risking’ in plaats van ‘decoupling’. Die tweede term is Amerikaans en drukt de wens uit China economisch van de rest van de wereld te ontkoppelen. De eerste term is Europees en drukt het besef uit dat we niet zonder China kunnen en dat we met dat land niet op ramkoers moeten komen te liggen. De Amerikanen gaan daar nu kennelijk in mee. Want het Westen heeft China nodig voor grondstoffen die noodzakelijk zijn voor de fabricage van chips, hightechproducten en technologie voor verduurzaming, waaronder batterijen.
Al deze gebeurtenissen kregen nauwelijks aandacht, maar zijn essentieel om de nieuwe wereldorde te kunnen begrijpen.
Rob de Wijk, Trouw, 25 mei 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.