Volgens het Oekraïense leger zijn er sterke aanwijzingen dat Rusland een terreurdaad voorbereidt bij de kerncentrale in Zaporizja. Arend Jan Boekestijn en Rob de Wijk bespreken met Wim Turkenburg, atoomfysicus en emeritus hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, de mogelijke scenario’s. Hoe reëel is die dreiging eigenlijk?
Atoomfysicus Wim Turkenburg vindt het ‘niet geloofwaardig’ dat de Russen de centrale willen opblazen. ‘Als daar een ramp zou worden veroorzaakt zou Rusland in hoge mate zichzelf treffen met de manschappen die dat deel van Oekraïne bezet houden. Ik vind het onwaarschijnlijk, het is ook heel moeilijk om daar een grote ramp te veroorzaken.’
Toch lijkt het erop dat Rusland de troepen bij de kerncentrale heeft weggehaald, zegt Rob de Wijk, oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies. ‘In de buurt van de kerncentrale liggen heel weinig Russische troepen. Die zitten op grote afstand, wat heel opmerkelijk is.’
Mochten de Russen de centrale toch saboteren, kan dat ernstige gevolgen hebben. ‘Het grootste risico zit in de opslag van radioactief afval in splijtstofstaven. Die worden met lucht gekoeld en staan in silo’s naast de centrales. Als daar een zwaar bombardement op zou plaatsvinden, dan zouden die staven kunnen openbarsten. Dan komt er een gigantische radioactieve wolk die afhankelijk van de wind ergens naartoe drijft.’
Tsjernobyl
Turkenburg denkt niet dat resulteert in een ramp als die van Tsjernobyl. ‘Het zou eerder een scenario als Fukushima kunnen worden. Dat er mensen tot op tien of twintig kilometer afstand geëvacueerd moeten worden. En je krijgt effecten die nog merkbaar zijn tot zo’n honderd à tweehonderd kilometer. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan voedsel dat niet meer gegeten mag worden, zoals spinazie in het veld.
In Nederland hoeven we niet te vrezen volgens de atoomfysicus. ‘Nee, Nederland merkt er helemaal niets van. Verhalen dat heel Europa bedreigd wordt zijn echt onzin. Vanuit Oekraïense kant, moet ik helaas zeggen, worden er te zware, rampzalige verhalen verteld.’
Bron: BNR Nieuwsradio, 9 juli 2023 / Boekestijn en De Wijk, 8 juli 2023