Research
Het kleinste en minst bevolkte land van Zuid Amerika, de republiek Suriname, maakt zich op voor grootschalige ontwikkelingen van offshore olie- en gasreserves. Samen met buurland Guyana maakt het deel uit van een van de meest veelbelovende nieuwe olie- en gasprovincies ter wereld: het Guyana-Suriname bekken. Samen met Brazilië, Namibië en de Golf van Mexico is het hier waar zich de tegenwoordige, gezien de energietransitie meer beperkte, diepwater exploratie naar olie op focust.
De huidige activiteit in het bekken vindt plaats in het meest zuidoostelijke deel van de Stabroek licentie in Guyana en in de offshore Blokken 58, 53 en 52 in Suriname. ExxonMobil, de exploitant voor de kust van Guyana, heeft inmiddels 11 miljard vaten olie ontdekt en 480 miljard kuub gas. Dit zijn de winbare hoeveelheden, die daadwerkelijk geproduceerd kunnen worden. Wood Mackenzie schat de olievoorraden offshore Suriname op meer dan 2,4 miljard vaten en de aardgasvoorraden op 350 miljard kuub gas.
Begin oktober 2024 heeft het Franse TotalEnergies zijn definitieve investeringsbeslissing (FID) aangekondigd voor het GranMorgu-project, offshore Suriname (Blok 58), dat de olievondsten bij Sapakara en Krabdagu zal ontwikkelen. Het project zal naar verwachting bij maximale productie 220.000 vaten per dag opleveren en gaat ongeveer 10,5 miljard dollar kosten. De eerste olieproductie wordt rond 2028 verwacht.
Suriname heeft de potentie om een belangrijke olie- en gasproducent te worden, wat de economie van het land ten goede zal komen en de bevolking uit de armoede kan tillen. Ondanks deze veelbelovende vooruitzichten zal de weg naar succes lang en hobbelig zijn, schrijven HCSS energie specialisten Lucia van Geuns en Jilles van den Beukel in dit nieuwe essay.
Kan Suriname duurzame ontwikkeling omarmen, de economie diversifiëren en zijn instituties versterken? Er is nu een belofte van een betere economische en sociaal rechtvaardige toekomst voor Suriname, maar de overheid moet wel de nodige stappen ondernemen om dit te verwezenlijken.
Een beknopte versie van dit essay werd gepubliceerd in Energeia op 14 oktober 2024.