De overstap naar waterstof is een fundamentele transitie die veel van mensen gaat vragen. Technisch is het mogelijk, maar het is vooral in het begin duur. Willem-Henk Streekstra (directeur VOTOB): ‘Het is belangrijk dat de politiek de omvang van de transitie beseft en de schouders eronder zet: we hebben een publiekscampagne nodig om de mensen duidelijk te maken dat we in Europa een waterstofdistributienetwerk gaan opzetten waarbij onder andere ammoniak een belangrijke drager zal zijn. Een waterstofeconomie vraagt (veel) ruimte en momenteel is ammoniaktransport in Nederland aan banden gelegd. Daarnaast is vlotte doorloop van vergunningen nodig om tijdig van start te kunnen.’
Waterstof accelerator
Samen met VNO-NCW en het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) organiseerde VOTOB op vrijdag 14 oktober een waterstof accelerator. Aan de hand van een ‘serious game’ gingen alle partijen in de waterstofketen met elkaar in gesprek over knelpunten en kansen: afnemers van waterstof, opslagbedrijven, havenorganisaties en overheden. Per haven (Rotterdam, Amsterdam, Vlissingen, Eemshaven) werden partijen bij elkaar gezet om te discussiëren en te bespreken wat nodig is om de ambities, zoals in veel projecten aangekondigd, waar te maken.
‘Deelnemers vertelden me dat ze het plezierig vonden om met alle ketenpartners te spreken: afnemers waterstof, opslagbedrijven, havenbedrijven, Gasunie, overheden’, zegt Streekstra in terugblik op de sessie. ‘Op basis van de bevindingen gaan we eerst een actieagenda opstellen. Een volgende stap kan zijn om een dergelijke serious game ook met Duitse partijen te gaan doen. Veel geïmporteerde waterstof zal immers haar weg via onze havens naar Duitsland vinden.’
Mammoettanker moet draai maken
De waterstofdoelen uit de Europese Green Deal zijn duidelijk: 10 miljoen ton geïmporteerde waterstof en 10 miljoen ton eigen productie in 2030. Daarnaast is de wens dat het ‘groene waterstof’ moet zijn, duurzaam geproduceerd. Dat zal voor Nederland, met de beschikbare hoeveelheid windmolens op zee, lastig worden. ‘De Europese doelen zouden ons in staat moeten stellen om nieuwe business te creëren’, stelt Streekstra. ‘We hebben momenteel een onbalans in de energiemarkt: de vraag is groter dan het aanbod. Dat heeft hoge prijzen tot gevolg: een kans voor waterstof-alternatieven. Ik constateer echter wel dat het een mammoettanker is die geen snelle draai kan maken.’
Frits de Groot (VNO-NCW) benadrukte tijdens de bijeenkomst het belang van de ketenbenadering: ‘Het begint met de productie van groene stroom, dan hebben we dus elektrolysers nodig om van groene stroom waterstof te maken, vervolgens moet je het vervoeren. Dat betekent in Nederland dat een aantal buizen in het netwerk van Gasunie voor waterstof gereserveerd moeten worden en van een coating moeten worden voorzien. Ten slotte zijn er ook de eindgebruikers. Al die partijen moeten nauw met elkaar samenwerken om die keten tot stand te laten komen en de transitie tot een succes te maken.’
‘In deze transitie gaan de échte ondernemers zich positief onderscheiden’, voorspelt Bart van der Meer (Business Development Manager bij Evos). Didier de Beaumont (Commercial Manager Energy Cluster, Port of Amsterdam) denkt dat bedrijven in ieder geval afnamezekerheid nodig hebben. ‘Dat betekent dat je ook zekerheid moet hebben over de aansluiting op de waterstof-backbone van Gasunie of op een andere manier je waterstof moet kunnen afzetten.’ Immers: als je de waterstof niet kunt vervoeren, heeft opslaan ook weinig zin.
‘Zonder partnerschappen heeft het überhaupt geen zin’, constateert Martijn Joon (Terminal Director at Zenith Energy Amsterdam). Want vooral in de beginfase zullen partijen zeker willen zijn dat hun investeringen, terug komen. Van der Meer sluit zich hierbij aan: ‘Als je alles alleen gaat doen, in splendid isolation, dan gaat dit nooit vliegen.’
Elke haven aan het woord
Aan het eind van de serious game, trokken de coördinatoren van de verschillende havenclusters hun conclusies. ‘Het overkoepelende industriebeleid is niet duidelijk genoeg’, zei Lucia van Geuns (HCSS), als ze de discussie van de Haven van Rotterdam samenvat. ‘Duitsland steekt hier positief bij af: dat land is heel actief met het zetten van concrete industriedoelen.’ Het groepje dat zich gebogen had over de Amsterdamse haven constateerde dat het prijsaspect van groot belang is. Suzanne Klaassen (VNO-NCW): ‘Als gebruikers van waterstof het niet tegen een redelijke prijs kunnen afnemen, hoe komt de waterstofeconomie dan ooit op gang?’ Ook de randvoorwaarden zijn belangrijk: als er geen pijpleidinginfrastructuur is, dan kan de waterstof de lokale bedrijven helemaal niet bereiken.’ Ook duidelijke Europese certificering en matchmaking tussen vraag en aanbod is nodig. Pehr Teulings (VOTOB) die de discussie in de regio Vlissingen coördineerde, benadrukte het belang van voorspoedige afhandeling van vergunningen, de vergunningverleners staan nu al onder immense druk net zoals het elektriciteitsnetwerk dat zal moeten worden uitgebreid. ‘En we zullen goed moeten plannen, letten op de volgorde der dingen: zorg dat je tijd probeert te winnen door langdurige aanbestedingstrajecten voor bijvoorbeeld windmolens en leidingwerk parallel laat lopen in plaats van na elkaar en dat je elektrolysers tijdig bestelt.’
Regie is nodig
Afsluitend concludeerde Willem-Henk Streekstra dat ruimte een belangrijk onderdeel is van de discussie over waterstof. ‘Elke druppel olie die we nu opslaan, daarvoor moet je meerdere druppels waterstofdrager voor rekenen. Dat gaat hoe dan ook in de ketens op de beschikbare ruimte drukken.’ Streekstra benadrukt verder dat de overstap naar een waterstofeconomie een fundamentele transitie is die veel van mensen gaat vragen. ‘Technisch is het mogelijk, maar in het begin zal het zeker heel duur zijn. Groene energie is niet gratis zoals vroeger wel eens werd beweerd, integendeel, energie zal ook in de toekomst bij een volwassen keten niet snel goedkoop zijn. Het is belangrijk dat de politiek de omvang van de transitie beseft en de samenleving hierin meeneemt bijvoorbeeld door middel van publiekscampagnes op dit gebied maar ook door zaken als snelle vergunningverlening.’
Volgens Michel Rademakers (HCSS) is er sowieso grote behoefte aan samenwerking bij alle partners in de waterstofwereld. ‘Er vond vanmiddag heel veel kennisuitwisseling plaats en er werden veel visitekaartjes uitgedeeld.’ Niettemin blijft regie op het proces nodig. ‘Uiteindelijk hebben we toch een overheid nodig die zegt ‘zo gaan we het doen’.’
VNO-NCW, HCSS en VOTOB gaan ‘de oogst’ van de uitgebreide sessie bestuderen en willen aan de hand daarvan komen tot een actieagenda en zullen op basis ervan de gespreksagenda met onder andere de overheid aanscherpen. Streekstra: ‘Voor VOTOB is het belangrijk dat de cruciale rol van de tankopslagsector als partner in de transitie naar waterstof duidelijk is neergezet.’
Bron: VOTOB
Bekijk de korte weergave van de dag en conclusie van Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW.
Met dank aan VNO-NCW.