Een paar jaar geleden voorspelde een Japanse collega dat de Zuid-Chinese Zee, Taiwan en de Senkaku-eilanden voor 2049 door China zijn ingelijfd. Ook Hongkong en Macau hoefden zich weinig illusies te maken. Welk excuus zal worden gebruikt voor deze ‘hereniging met het moederland’ kon hij mij niet vertellen. Maar inmiddels is voor Hongkong een dergelijk excuus voor inlijving in de maak.
Toen ik regeringswoordvoerder Yang Guang na de bezetting van het vliegveld hoorde zeggen dat demonstranten ‘ernstige gewelddadige misdaden’ plegen en ‘tekenen van terrorisme’ beginnen te vertonen, gingen bij mij de alarmbellen af. Als Hongkong zich in de ogen van de Chinese leiders daadwerkelijk tot een broeinest van terrorisme ontwikkelt, dan is dat zonder enige twijfel een goed excuus voor een interventie. Xu Hong, de Chinese ambassadeur in Nederland, stelde in Het Financieele Dagblad de demonstraties gelijk aan een ‘complot’ om Hongkong te ‘destabiliseren’. Ook dat is grond voor ingrijpen.
Geen oprisping
Dat door sommige demonstranten en de politie geweld wordt gebruikt staat vast. Maar de protesten zijn op zich geen oprisping van een paar extremisten die ineens de rechtsstaat willen ondermijnen. De huidige protesten begonnen begin juni als gevolg van wetgeving waardoor verdachten aan China kunnen worden uitgeleverd. Gevreesd werd dat ze daar geen eerlijk proces zouden krijgen omdat de rechtspraak aan de leiband van de Communistische Partij loopt.
De problemen ontstonden al toen de Britse lease van Hongkong in 1997 afliep. De afspraken die toen over de zelfstandigheid van de voormalige kroonkolonie werden gemaakt waren niet waterdicht. Inwoners van Hongkong vreesden dat Artikel 23 van de Basic Law, zeg maar de grondwet, voor politieke doeleinden zou worden gebruikt. Want dit artikel dwingt de regering van Hongkong wetten aan te nemen die niet strijdig zijn met de belangen van Peking. Ook zouden op grond van een nieuwe veiligheidswet die naar artikel 23 verwees, politieke activisten zonder vorm van proces kunnen worden vastgezet. In 2014 werd bovendien een kieswet aangenomen die Peking invloed kan geven op het bepalen van de uiteindelijke kandidaten.
Één land, twee systemen
Deze maatregelen werden als een uitholling gezien van het door Deng Xiaoping geïntroduceerde, en door Xi Jinping bevestigde beginsel van ‘één land, twee systemen’. De geleidelijke inperking van vrijheden leidde herhaaldelijk tot protesten die met de nieuwe uitleveringswet nu volkomen uit de hand lopen.
In Peking groeit het ongenoegen over de ‘ondankbare’ inwoners van Hongkong die misbruik maken van hun vrijheden. In eigen land haalt Xi de teugels strakker aan. Hij verandert China in een ongekende controlestaat waarin geen plaats is voor dissidente geluiden. Tot slot gelden de afspraken over de status aparte voor vijftig jaar. Gezien de huidige onlusten zou het mij niet verbazen als de Chinese leiders al eerder die afspraken intrekken.
De kwestie Hongkong wordt zo een lakmoestest. De Chinese leiders hebben altijd bezworen andere politieke systemen te respecteren. Als Hongkong zijn vrijheden verliest zal het Westen vrezen dat de economische en politieke invloed die China met zijn Belt and Road Initiatief in steeds meer landen krijgt, actief wordt aangewend om het politieke systeem in zo veel mogelijk landen in autocratische richting om te buigen.
Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw.