Het jaar 2013 was zonder twijfel het jaar van Poetin. Hij had wat onbetekenende ruzies met Nederland en er was gedoe over homorechten. Maar 2013 is vooral het jaar van zijn machtspolitiek.
Allereerst trok Poetin het initiatief in het conflict in Syrië naar zich toe. Vervolgens boekte hij deze week een overwinning in Oekraïne.
Voorlopig lijkt Oekraïne geen associatieverdrag met de Europese Unie te tekenen, maar krijgt het land een Russische lening van 11 miljard euro en een forse korting op de prijs van uit Rusland geïmporteerd gas. Daarmee heeft Poetin het westen een gevoelige diplomatieke slag toegebracht. Deze versterkte de dreun die al was uitgedeeld met het politiek asiel voor NSAlekker Edward Snowden.
De reden waarom de pro-EU-beweging het Onafhankelijkheidsplein in Kiev bezet, moet daarom in een historische en machtspolitieke context worden geplaatst. De Russische leiders hebben het nooit kunnen verkroppen dat de ooit zo machtige Russische staat aan het einde van de Koude Oorlog desintegreerde en dat Oekraïne, nota bene de bakermat van het moderne Rusland, zich met andere republieken afscheidde. De afgelopen decennia waren de vernederingen door het Westen talrijk, variërend van de eenwording van Duitsland en de uitbreiding van de Navo, tot
interventies in de Russische invloedsfeer, zoals het voormalige Joegoslavië. Dit vormde een vruchtbare voedingsbodem voor het antiwesterse nationalisme van Poetin.
Feitelijk is de strijd om Oekraïne er een van botsende werelden. Rusland is een traditionele autocratische, imperiale macht die meeademt met de geschiedenis: als de staat zwak is wordt deze opgeknipt en verkleind; als de staat sterk is wordt de invloedsfeer uitgebreid. Nu het Westen door de financiële crisis, de afbrokkelende steun voor de EU en de opkomst van landen als China verzwakt, grijpt Poetin zijn kans en trekt hij een land dat nog niet definitief naar het Westen is overgelopen binnen zijn invloedsfeer. Dit verklaart zijn streven om het land een
douane-unie in te loodsen die Rusland al met Wit-Rusland en Kazachstan sloot. Ook speelt een rol dat de Oekraïense Krimhaven de Russische Zwarte-Zeevloot onderdak biedt.
Het postmoderne Europa is het tegenovergestelde van een imperiale macht. Machtspolitiek wordt afgewezen, rechtsstatelijke beginselen overheersen en van multilaterale samenwerking wordt alle heil verwacht. Maar Europese leiders zijn vergeten dat een dergelijke politiek alleen mogelijk is als vanuit kracht diplomatie wordt bedreven. Dat is lastig als gevolg van de eurocrisis, toegenomen euroscepsis, politieke onvermogen tot strategisch denken en onmacht de EU verder
te integreren.
Poetins politiek lijkt echter niet duurzaam. Rusland vergrijst in hoog tempo, de industrie is verouderd en de economie steunt te eenzijdig op energie-inkomsten. De economie kan instorten als de export van energie door vergroening en schalierevolutie vermindert. Dan zakken de overheidsinkomsten en kan de maatschappelijke stabiliteit niet langer met subsidies worden gegarandeerd. En als Oekraïne zijn achterhaalde economie en hoge overheidsuitgaven niet herstructureert, ontstaat ook daar instabiliteit en is de Russische hulp definitief weggegooid geld. Deze combinatie van machtspolitiek en falend economisch beleid staat garant voor langdurige instabiliteit aan de grenzen van de EU.