De Noordzee komt de komende jaren steeds voller te staan met windmolens. Maar al die infrastructuur voor energie is ook kwetsbaar voor sabotage, zeker met een oorlog op het Europese continent.
Hoe ontginnen we de Noordzee om er op grote schaal windenergie op te wekken? Die vraag staat maandag centraal tijdens een Noordzeetop in het Belgische Oostende. Minister-president Mark Rutte en klimaatminister Rob Jetten zijn er aanwezig, samen met collega’s uit acht andere Europese landen rond of nabij de Noordzee.
Een paar dagen voor die conferentie kwam een opvallend ander bericht naar buiten. Tientallen Russische ‘spookschepen’ bewegen zich met regelmaat over de Noordzee en Oostzee, schreven diverse Scandinavische media. Vaak hebben ze hun locatiegegevens uitgeschakeld, en zijn ze vermomd als vissersboot. Het doel? De kritische infrastructuur op zee in kaart brengen, en daarmee ook de mogelijkheden om die te saboteren.
Want met de snelle groei van wind op zee nemen ook de veiligheidsrisico’s toe. “Op zee komen grote transformatorplatforms te staan”, vertelt Frank Bekkers, directeur van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS). “Daarin wordt alle stroom van de turbines verzameld, met een capaciteit van meerdere energiecentrales. Als die plat komen te liggen, kan de energievoorziening op het continent in gevaar komen.”
Niemand helemaal verantwoordelijk
HCSS bracht in 2021 een onderzoek uit over de snelle economische ontwikkeling van de Noordzee, waarin veiligheidsrisico’s een prominente rol speelden. “Het bewustzijn is er bij veel partijen inmiddels wel”, merkt hij. “Maar niemand is op open zee helemaal verantwoordelijk voor veiligheidsvraagstukken. Vaak wordt er al snel naar de marine of kustwacht gekeken. Maar het is simpelweg niet hun taak om al die kritische infrastructuur te beveiligen.”
Tegen Russische verkenningsoperaties op zee valt niet erg veel te beginnen. De boten mogen zich vrij bewegen in de internationale wateren. “Wel geldt rondom zo’n installatie een verboden veiligheidszone van 500 meter. Met camera’s kun je daar controleren; Noorwegen voerde de beveiliging van zijn olie- en gasinstallaties recent al op. En op zee kun je naast zo’n Russisch schip gaan varen. Om het ze een beetje ongemakkelijk te maken en om te laten weten dat we in elk geval door hebben wat ze doen.”
Een volledig beeld is echter lastig te krijgen. Want wat als de Russen via een handelsschip onder een andere vlag stiekem een onderzeebootje loslaten? En van daaruit een paar inactieve zeemijnen aanbrengen, die met een druk op de knop te activeren zijn als dat politiek zo uitkomt? “Ik weet niet of dat gebeurt, maar die scenario’s zijn goed denkbaar”, aldus Bekkers.
Nord Stream-pijpleiding
Het opblazen van de Nord Stream-pijpleiding in de Oostzee ligt nog vers in het geheugen. Wie daar achter zat, is nog niet opgehelderd. Tussen olie- en gasleidingen en windparken zit wel een verschil, constateert Bekkers. “Zo’n pijpleiding is eigenlijk overal even kwetsbaar, en daarmee nog lastiger te verdedigen. Bij een windmolenpark zijn vooral de energieknooppunten cruciaal: die transformatorplatforms dus.”
Dat maakt gerichte beveiliging makkelijker. “Je zou er wel voor kunnen kiezen om meer en kleinere knooppunten te maken. Dan zijn de gevolgen beperkter als er één wordt gesaboteerd. Maar die keuze voor grote transformatoren is eigenlijk al gemaakt.” En transformatoren op land, of dichtbij de kust? Dat vraagt dan weer zo veel kabels dat het financieel en qua milieu-impact onhaalbaar is.
Risico nu nog beperkt
De risico’s op grote problemen zijn nu nog beperkt, schetst Bekkers. Het overgrote deel van de energie komt nog uit andere bronnen. “Maar als straks meer dan de helft vanuit wind op zee komt, is dit een groot vraagstuk.”
Daarbij opperde Bekkers in zijn eerdere rapport al de komst van een Noordzeeautoriteit. Want er is nu niemand die echt gaat over de veiligheid op zee. Maar ook niet over het bredere plaatje, waarbij ook de belangen van bijvoorbeeld economie en ecologie worden afgewogen. Een soort Noordzeeburgemeester, eigenlijk. “Aan zo’n partij ontbreekt het nu.”
Die zal er na de Noordzeetop van maandag ook niet komen. “Het gaat daar hooguit aan de zijlijn over.” Toch kunnen de betrokken landen al wel een indirecte stap zetten, meent Bekkers. “Want het gaat wel over hoe landen hun energienetwerken aan elkaar knopen. Daarmee verminder je de kwetsbaarheid als er één schakel uitvalt. Ook zo verhoog je uiteindelijk de veiligheid.”
Bron: Trouw, 23 april 2023
Frank Bekkers is hoofdauteur van het rapport “High Value of the North Sea“, waarin HCSS reeds in november 2021 waarschuwde voor de gevaren van de relatief onbeschermde kritieke infrastructuur op de Noordzee.