Oekraïne gaat een donkere en koude winter tegemoet door massale Russische bombardementen op de energie-infrastructuur. Temperaturen kunnen ver onder de -10 graden dalen en in een rampscenario vraagt Kiev miljoenen hoofdstedelingen te vertrekken. Maar zal Poetin met dit winterwapen de Oekraïense weerstand breken?
„Ik denk niet dat het de wil ondermijnt”, zegt Tim Sweijs, onderzoeksdirecteur van het Haagse Centrum voor Strategische Studies (HCSS), in De Telegraaf. „Sterker nog: ik denk dat het de bereidheid om te vechten vergroot.” Sweijs publiceerde recent een onderzoek naar hoe oorlogen eindigen. Onder meer de afkalvende steun van een bevolking en oplopende humanitaire en economische kosten kunnen een regering naar de onderhandelingstafel dwingen. Daaraan koppelt Sweijs dan ook het eerste doel van de bombardementen: de burgerbevolking. „Het breken van het verzet”, stelt de HCSS-man. „Als je in de kou crepeert, dan zul je misschien bereid zijn om oplossingen aan de onderhandelingstafel te zoeken.”
Maar in plaats van opgeven denkt hij dat een verharding van de bevolking waarschijnlijker is. Sweijs vindt het realistischer dat de gerichte aanvallen op de energie-infrastructuur op een ander vlak effect hebben: het leidt de aandacht van de Oekraïense regering af. „Als je bezig bent met het beheersen van die ramp, dan heb je minder aandacht, energie en middelen voor de oorlogsinspanning”, zegt de onderzoeker. De Oekraïense autoriteiten hebben er met de aankomende winter inderdaad een kopzorg bij.
Sterker nog, zegt Sweijs van het HCSS, uit eerdere oorlogen blijkt dat dit soort bombardementen vooral het tegengestelde effect heeft. Hij wijst op de NAVO bombardementen op Joegoslavië in 1999. Pas na tweeënhalve maand, toen ook een grondinvasie van de NAVO dreigde en de Russische ruggensteun voor Belgrado wegviel, trokken de troepen van Slobodan Milošević zich uit Kosovo terug. „De bombardementen leidden tot verharding en in eerste instantie meer steun voor het Milošević-regime.” Toen was het voedsel, nu is het licht en warmte. Sweijs schetst dat schaarste in oorlogstijd leidt tot zowel ongekende solidariteit als tot frictie.
Lees het hele artikel door Mischa van Diepen in De Telegraaf van 12 november 2022.