Nederland moet langer meer olie- en gasproductie toestaan. Ondanks de energiecrisis in 2022 en miljarden aan investeringen, zijn Europese landen ’kwetsbaar’ nu zij onder druk van klimaatakkoorden versneld de overgang maken van kolen, gas en olie naar zon en wind, zo schrijft De Telegraaf naar aanleiding van een nieuw HCSS rapport.
Het gevaar van energietekorten dreigt in heel Europa. En daarmee ook hogere prijzen voor consument en bedrijf.
Daarvoor waarschuwt het Haags Centrum voor Strategische Studies (HCSS), een denktank, in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen. „Voor Nederland is het raadzaam om de snelle afname van de gasproductie te vertragen”, adviseert HCSS concreet.
Bijna 80% van de energie is in de EU nog ’fossiel’ (kolen, gas of olie). Ook Nederland leunt er goeddeels op voor zijn productie, bijvoorbeeld in de chemie. „Terwijl fossiel hier nog maar nauwelijks, en in Europa als geheel beperkt, wordt geproduceerd”, stelt Jilles van den Beukel, met Lucia van Geuns auteurs van het HCSS-rapport.
„De Europese Unie consumeert veel olie en gas, maar produceert die nauwelijks meer. Men is slecht voorbereid op de risico’s die dat met zich meebrengt”, constateren de experts in de dinsdag verschenen studie Olie en gas tijdens de energietransitie. „Een snelle energietransitie is wenselijk, maar het zou niet de enige strategie moeten zijn.”
Lees het rapport “Olie en gas tijdens de energietransitie” hier
Weinig voorraad
De Verenigde Staten, waar gas als brandstof nog geaccepteerd is, hebben inmiddels een voorsprong. Ze zijn in brandstoffen zelfvoorzienend geworden. De nog altijd grote productie van schaliegas, drukt er de prijzen voor consumenten en bedrijven.
Europa daarentegen neemt rigide milieumaatregelen, hopend op op een snelle afbouw van broeikasgassen. Maar met weinig eigen brandstofbronnen wordt het handelsblok kwetsbaar als het van fossiele brandstoffen af stapt in de energietransitie, constateren zij.
De investeringen in olie en gas zijn in Europa bovendien nog maar de helft van tien jaar geleden, vanwege die strenge milieumaatregelen. Omdat kolen, olie en gas straks niet meer gewenst zijn, bouwen investeerders ook al hun uitgaven af, zij vrezen anders met zogeheten ’stranded assets’ of waardeloze voorraden te blijven zitten. Die mogen straks in Europa niet meer worden verkocht.
Ook de eigen Europese olie- en gasbedrijven zijn kwetsbaar geworden, waarschuwt HCSS. De vraag is hoe lang ze nog mogen produceren. Hun veel lagere marktwaardering ten opzichte van bijvoorbeeld de sterke financiële positie van Amerikaanse oliebedrijven „maakt ze kwetsbaar voor overnames”, stellen zij. Bij overnames raakt Europa zijn eigen productie kwijt, en moeten ook Nederland leunen op import, zoals het decennia van Russisch aardgas afhankelijk was.
’Meer productie nodig’
De komende jaren zullen heel beweeglijke prijzen geven, door de onzekerheid over de sector en de rol van het kartel OPEC en partners als Rusland, aldus de auteurs.
„Het is raadzaam, naast een snelle energietransitie en groene industriepolitiek, om lokale olie- en gasproductie te stimuleren”, stellen zij. „Het beprijzen van de uitstoot van broeikasgassen en het verminderen van emissierechten werkt structureel beter dan het belemmeren van productie.”
Risico’s
Het HCSS roept de overheid op snel nog langetermijncontracten af te sluiten met leveranciers van vloeibaar gemaakt gas (lng). Want straks inkopen op de gasbeurs van wat er overblijft „brengt op krappe gasmarkten grote risico’s met zich mee”, zo verwijzen de auteurs naar prijsstijgingen die in de crisis ook vorig jaar ontstonden.
Bron: Telegraaf, 8 november 2023