De F-16-trainingen voor Oekraïense militairen, die vanaf augustus op Europese bodem zouden beginnen, lopen niet zoals gepland. Drie maanden nadat de VS groen licht hadden gegeven, blijft veel onduidelijk. ‘De organisatie is veel ingewikkelder dan het lijkt,’ legt HCSS defensie expert en oud Luitenant-Kolonel bij de Luchtmacht Patrick Bolder uit in De Standaard.
Formeel hebben de bondgenoten van Oekraïne nog geen F-16’s toegezegd, maar vanaf augustus zouden Oekraïense piloten F-16-trainingen krijgen. Eerst in Denemarken en nadien ook in Roemenië, dat was het plan. Maar het voornemen is, halverwege de maand, misschien een beetje ambitieus gebleken. De eerste acht Oekraïense piloten zouden al een taalcursus krijgen in het Verenigd Koninkrijk, maar de trainingen in Denemarken starten wellicht pas in september of oktober. De Oekraïense president, Volodimir Zelenski, had vorige week aan de hoofden van de Oekraïense diplomatieke missies nog verteld dat hij hoopt dat alles ‘zo snel mogelijk’ wordt afgehandeld.
Het Oekraïense tegenoffensief kan een boost gebruiken en de F-16’s kunnen een belangrijke rol spelen, legt de Nederlandse defensiespecialist Patrick Bolder van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies uit aan de telefoon. ‘De frontlinies liggen vol mijnen. Om op het grondoffensief te kunnen focussen, moet het Oekraïense leger de Russische helikopters en jachtvliegtuigen op afstand houden. Dat is prioriteit nummer één. Daarnaast vertragen de straaljagers de militaire transporten van Rusland en kunnen ze het luchtoffensief ondersteunen.’
De F-16 ‘Fighting Falcon’, een supersonische straaljager die voor het eerst vloog in 1976, wordt gebruikt door legers in 25 verschillende landen. De Verenigde Staten hebben de vliegtuigen ingezet in conflicten in Afghanistan, Irak, Kosovo en de Perzische Golf. Volgens de Amerikaanse fabrikant Lockheed Martin zijn er momenteel zo’n 3.000 wereldwijd in gebruik, waarvan enkele honderden op Amerikaanse bodem.
F-16’s (nog) niet nodig
Al meer dan een jaar hoopt Zelenski de F-16’s ook op Oekraïense bodem te gebruiken. Toen in juli vorig jaar functionarissen van de Amerikaanse luchtmacht het idee kregen om A-10 ‘Warthogs’ te sturen, maakte een adviseur van de Oekraïense defensieminister duidelijk dat het land nood heeft aan modernere wapens. De A-10’s ‘zullen geen bommenwerpers en raketten tegenhouden’, zei Yuriy Sak. ‘We moeten in staat zijn om ons luchtruim te sluiten.’
Lange tijd bleef de Amerikaanse president Joe Biden herhalen dat de straaljagers ‘nu (nog) niet nodig zijn’ in de oorlog. Maar net zoals de ommekeer bij de Himars (raketsystemen), de Abrams-tanks en de clustermunitie, werd die ‘nee’ een ‘ja’. Of toch bijna: op de G7-top in Hiroshima liet Biden aan zijn bondgenoten weten dat hij instemt met trainingen voor Oekraïense piloten, inmiddels bijna drie maanden geleden. Dat moet de weg vrijmaken voor de bondgenoten om de F-16’s zelf te leveren.
Details nog uit te werken
Sindsdien ligt de opleiding tot F-16-piloot, die normaal gezien enkele jaren duurt, in handen van Denemarken en Nederland. Zij leiden het verkorte Oekraïense trainingsprogramma met behulp van 9 andere Navo-landen, waaronder België, Polen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Maar momenteel blijft veel onduidelijk. De Amerikaanse onderminister van Defensie John Kirby zei vorige week dat de details van het programma ‘nog worden uitgewerkt’.
‘De organisatie is veel ingewikkelder dan het lijkt’, beaamt Bolder. ‘Het Westen moet beslissen wat ze de Oekraïners precies willen aanleren en in welke volgorde ze dat willen doen. Nog belangrijker: met welke softwareversie gaan ze dat doen?’
Omdat de F-16 Amerikaanse technologie is, heeft de coalitie de officiële goedkeuring nodig van hun Amerikaanse collega’s. ‘Zij moeten toestaan dat de (militair geheime) handleidingen en vluchtsimulators mogen bekeken en gebruikt worden.’ Ook daar schuilen veiligheidsrisico’s. ‘Niemand wil dat de softwareversie in handen van Rusland valt’, zegt Bolder.
Behalve de organisatie is ook het Amerikaanse F-16-systeem zelf complex. ‘Om de handleidingen te lezen en het systeem te beheersen, moet je specifiek Engels vakjargon kennen. Oekraïne moet mannen met een geschikte achtergrond naar die trainingen sturen. Het gaat niet alleen om piloten. Om één uur met een F-16 te kunnen vliegen, moeten minstens acht mensen aan het vliegtuig sleutelen. Monteurs, operationele planners, brandweerlui: ook de grondploegen hebben nood aan een training’, zegt Bolder.
Glad asfalt nodig
Als Rusland meer luchtaanvallen op luchthavens in Oekraïne uitvoert, kan dat bovendien een volgende uitdaging vormen. ‘Om een F-16 te kunnen gebruiken, heb je nood aan een landingsbaan van ruim twee kilometer: glad asfalt en zonder losse stenen of afgebrokkeld beton. Anders worden al die stukjes opgezogen’, zegt Bolder. De defensiespecialist schat dat de eerste Oekraïners binnen een halfjaar klaar zullen zijn met de opleiding.