In tegenstelling tot Zwarte Piet levert de komende missie naar Mali nauwelijks verhitte debatten op. Opmerkelijk is dat politici minder ideologisch in de hele uitzenddiscussie staan dan voorheen. De missie is in het belang van Nederland, vond de regering.
Tot voor kort werd het beroep op het eigen belang vooral door links als verwerpelijk beschouwd. Het feit dat Nederland door de situatie in het noorden van Afrika direct wordt geraakt, is een mogelijke verklaring voor de politieke ommezwaai.
Deze week nog meldde de International Crisis Group dat de situatie in Tunesië, het enige land waar de Arabische revolutie redelijk positief uitpakte, verslechtert. Jihadistische aanslagen en de grootschalige smokkel van drugs en wapens nemen onrustbarend toe. De Tunesische staat verzwakt omdat de politiek polariseert. De Islamistische An-Nahda partij heeft een andere visie op veiligheid dan hun seculiere coalitiepartner. Dit verlamt de besluitvorming waardoor de instabiliteit van het land oploopt en extremisten en criminelen vrij spel krijgen.
Falende staten
Tunesië is slechts een van de vele voorbeelden van toenemende instabiliteit in het noorden van Afrika. Door rebellen gecontroleerde gebieden vormen steeds meer een aaneengesloten geheel. Er ontstaan clusters van falende staten die samen met een instabiele noordelijke Golfregio gevolgen hebben voor de hele zuidgrens van Europa.
Dat dit veiligheidsprobleem de grote uitdaging voor Europa wordt, staat buiten kijf. Elk Europees land ondervindt de gevolgen van die instabiliteit: vluchtelingen, stagnerende aanvoer van grondstoffen en energie, antiwesterse extremisten die deze gebieden als springplank naar Europa zien, en afbrokkelende afzetmarkten. West-Afrika, met inbegrip van de Sahel waar Nederlandse militairen gaan optreden, is de vijfde handelspartner van Nederland. Een land als Nederland, dat zijn geld grotendeels in het buitenland verdient, heeft daarom belang bij stabiliteit in die regio. Verstoringen daar kunnen het prille economische herstel hier verstoren.
Wederopbouw
Ik ben benieuwd of de politiek de zakelijke wijze waarop nu over Mali wordt gesproken, kan volhouden. Veel hangt af van de argumentatie in het Kamerdebat. Het is te hopen dat niet dezelfde fouten worden gemaakt als destijds met de uitzendingen naar Uruzgan en Kunduz. Voor Kunduz legde de Kamer onder leiding van GroenLinks zoveel beperkingen op dat de trainingsmissie nauwelijks effectief kon worden. In Uruzgan werd de missie niet gepresenteerd als onderdeel van de strijd tegen Al-Kaida om aanslagen als die van 11 september 2001 te voorkomen, maar als een bijdrage aan de ontwikkeling van Afghanistan zelf. Toen dat onmogelijk bleek, erodeerde de steun voor de Nederlandse inzet in rap tempo.
Deze fouten mogen niet nogmaals worden gemaakt. Wederopbouw van Mali is de verantwoordelijkheid van de VN. Nederland levert met zijn inlichtingencapaciteit slechts een bijdrage aan het effectief laten functioneren van de VN-operatie. De Nederlandse deelname is daarom een succes als door het leveren van inlichtingen over de dreiging in en rond Mali de VN-troepen van Minusma hun werk goed kunnen doen. Als de wederopbouw van Mali maatgevend wordt gemaakt voor het succes van de Nederlandse inlichtingen missie, zal het wederom snel gebeurd zijn met het draagvlak voor die missie.