„Ons probleem is dat wij nog veel fossiele energie verbruiken maar deze nauwelijks meer produceren. In een wereld met toenemende geopolitieke spanningen, waarin energie vaker als wapen wordt gebruikt, maakt dat ons kwetsbaar”, stelt Jilles van den Beukel, energiespecialist bij HCSS (The Hague Centre for Strategic Studies), in De Telegraaf.
Moet men zich zorgen maken over hoge energieprijzen? Ja. De lage olie- en gasprijzen van de periode tussen 2015 en 2020 keren voorlopig niet terug. Een recente PwC-studie verwacht dat ze in 2030 het dubbele zullen zijn van die in 2020.
Is de energietransitie de schuld van de hoge energieprijzen? Nee. Ons probleem is dat wij nog veel fossiele energie verbruiken maar deze nauwelijks meer produceren. In een wereld met toenemende geopolitieke spanningen, waarin energie vaker als wapen wordt gebruikt, maakt dat ons kwetsbaar.
De OPEC hechtte lange tijd waarde aan een reputatie als betrouwbare olieleverancier. Maar waarom zouden zij daaraan blijven hechten als wij toch zo snel mogelijk van olie af willen? Hun huidige strategie is dan ook te mikken op een hoge prijs in plaats van een hoog marktaandeel.
Niet goed voorbereid
Vaak wordt gesteld dat de energietransitie, door een lagere vraag naar olie en gas, zal leiden tot lagere olie- en gasprijzen. Dat is niet wat we nu zien. Investeringen in nieuwe olie- en gasvelden zijn de laatste tien jaar snel afgenomen; veel sneller dan de vraag. Eerder zien we, in een wereld met toenemende spanningen, meer instabiele markten met gemiddeld eerder hoge dan lage prijzen. Op die nieuwe energiewereld hebben we ons niet goed voorbereid.
In de huidige situatie is het zinvol de energietransitie eerder sneller dan langzamer uit te voeren; niet alleen om klimaatredenen. Het vermindert onze fossiele afhankelijkheid van producenten buiten Europa. Het biedt uitzicht op een systeem met – als de grote investeringen in bijvoorbeeld de verzwaring van het elektriciteitsnet zijn gemaakt – acceptabele kosten van energie die grotendeels in Europa zelf wordt gegenereerd.
Twee grote uitdagingen
Wij hebben op het gebied van energie twee grote uitdagingen: én het snel opbouwen van het nieuwe energiesysteem én het goed afscheid nemen van het oude systeem. Daarbij is het zinvol bestaande gasproductie in Nederland overeind te houden en langetermijncontracten af te sluiten voor de import van vloeibaar gas. Dat is geen tegenstribbelen bij de energietransitie maar zorgen dat wij de overgang maken zonder al te grote kleerscheuren op het gebied van betaalbaarheid en leveringszekerheid van energie.
Het is over die transitie dat ik me meer zorgen maak dan over het eindproduct, het nieuwe energiesysteem. Hoe behouden wij het draagvlak voor deze transitie in een wereld met geopolitieke spanningen en hoge energieprijzen? In een wereld waarin populisten als Geert Wilders electoraal scoren met het afschilderen van de energietransitie als zinloze klimaathobby? Dat is net zo ver benevens de waarheid als het frame van GL/PvdA dat het laatste kabinet helemaal niets heeft gedaan op het gebied van klimaat.
Goed doorkomen
In die transitie moeten we ervoor zorgen dat burgers én bedrijven deze overgangsperiode met hoge energieprijzen goed doorkomen. Energie-intensieve industrie verlaat nu in snel tempo Europa. Willen wij werkelijk straks al ons staal importeren in een wereld vol geopolitieke spanningen? Willen wij werkelijk een betrouwbare voedselvoorziening op het spel zetten door alle kunstmest van buiten Europa te halen?
Regeringen moeten soms complexe keuzes maken die voor burgers niet altijd plezierig zijn. Ik hoop dat die burgers zullen aanvaarden dat die keuzes nu eenmaal gemaakt moeten worden, in het belang van de huidige én toekomstige samenleving.
Auteur: Jilles van den Beukel, energiespecialist bij HCSS (The Hague Centre for Strategic Studies)
Bron: De Telegraaf, 30 december 2023