In de jaren negentig van de vorige eeuw presenteerde biermagnaat Freddy Heineken een kaart waarop Europa was opgeknipt in ruim zeventig landen. Dat deed denken aan vroeger.
Vóór de Italiaanse en Duitse eenheid in de negentiende eeuw waren er tientallen staten meer dan nu. Op Heinekens kaart hebben landen 5 tot 10 miljoen inwoners, zijn ze geworteld in hun eigen geschiedenis en zijn ze cultureel en etnisch redelijk homogeen. De kaart was geen vreemde gedachte omdat in die tijd de Sovjet-Unie, Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije implodeerden en het aantal landen in rap tempo steeg. Heineken vond ook dat Europese integratie alleen kon werken als de lokale verbondenheid werd versterkt.
Als gedachtenexperiment was Heinekens kaart aardig. Maar wie, zoals de Catalanen, dit in de praktijk wil brengen zet tegenwoordig zijn welvaart op het spel. Net zoals de Britten die aankoersen op een Brexit. Alleen politici als Baudet en Wilders beweren dat je kosteloos het lidmaatschap van de EU kunt opzeggen. Maar dat doen ze vooral, net als hun buitenlandse kompanen, om hun eigen positie te versterken en niet om u en mij vooruit te helpen.
Een onafhankelijk Catalonië is overigens nog risicovoller dan een Brexit. Stel dat overmorgen Catalonië een onafhankelijke staat zou zijn. Dan is handeldrijven met de EU onmogelijk omdat het land daar geen lid van kan worden. Spanje zou dat blokkeren. Terugvallen op internationale regels is onmogelijk omdat het land geen lid van de Wereldhandelsorganisatie is. Seat gaat dan failliet, gevolgd door het land zelf. Want de Catalaanse economie zal instorten, ondanks dat Catalonië nu verantwoordelijk is voor 20 procent van het Spaanse bbp en 16 miljard minder van Madrid ontvangt dan ze afdraagt. Het vooruitzicht dat Catalanen welvarend blijven door alle inkomsten zelf te houden is dezelfde leugen als de 350 miljoen pond die na de Brexit wekelijks naar de gezondheidszorg zou kunnen worden overgemaakt.
Over geld gesproken. Dat moeten de Catalanen eerst gaan drukken, want de euro raken ze kwijt. Evenals hun paspoort. Dat zullen ze moeten aanvragen om naar buurland Spanje te kunnen.
Nederland kon zich in 1581 van Spanje afscheiden, Catalonië kan dat niet. In de zestiende eeuw bestonden landen nog niet echt, waren ze niet ingebed in de EU en moest het woord interdependentie nog worden uitgevonden. Omdat dit nu wel het geval is, is de Catalaanse soevereiniteit onbetaalbaar. Nationalistische ophitsers zitten daar niet mee. Ze spelen in op emoties en nemen de bevolking mee in een romantisch toekomstbeeld dat nergens op slaat. Dit betekent echter niet dat de Spaanse regering het verstandig speelt. Veel Catalanen zagen al in dat de prijs te hoog was en zouden tegen hebben gestemd.
Mogelijk was de hele kwestie dan overgewaaid of had de regering de uitslag van het referendum alsnog naast zich neer kunnen leggen. Ze hadden alleen maar naar Nederland hoeven te kijken om te weten hoe dat moet. In ieder geval zou Brussel dan niet worden overspoeld door protesterende Catalaanse burgemeesters en zich geen raad weten met de dolende ex-president Puigdemont en ontheemde Catalaanse ministers.
De column van Rob de Wijk verschijnt wekelijks in Trouw.