China is inmiddels zo ver in zijn militaire ontwikkeling dat het een conventionele oorlog met de Verenigde Staten niet meer automatisch verliest. Dat zegt Tom Berendsen, Europarlementariër en lijsttrekker voor het CDA, in BNR De Strateeg. En dat is ook voor Europa reden voor zorg. ‘Qua militaire capaciteit heeft Europa nauwelijks iets in de melk te brokkelen. Daarvoor moet je naar de Verenigde Staten kijken.’
Voor de productie van computerchips is Europa extreem afhankelijk van het Taiwanese TSMC. China steekt zijn ambities om het eiland te annexeren niet onder stoelen of banken en daarmee neemt ook onze afhankelijkheid van China alleen maar verder toe, zegt Berendsen. Als je in de toekomst iets wilt doen om druk uit te kunnen oefenen op China, zul je zelf sterk in je schoenen moeten staan. ‘En op dit moment zijn we op heel veel gebieden totaal afhankelijk van China, dus we kunnen ook economisch gezien veel te weinig uitrichten.’
Meest dominante factor
Een hele generatie politici en bestuurders is veel te naïef geweest ten opzichte van China, zegt Berendsen. De agenda van China is immers duidelijk: in 2049, als de Volksrepubliek China honderd jaar bestaat, moet die unificatie met Taiwan voltooid zijn en moet het land de meest dominante factor in de wereld zijn op militair en economisch gebied. ‘En we hebben dat mede laten gebeuren: we zijn extreem afhankelijk van zaken die uit China komen en daardoor heeft China nu allerlei drukpunten in onze maatschappij en onze economie.’
Berendsen doelt onder meer op de aanwezigheid van Chinese partijen in onze kritieke infrastructuur, in havens en communicatienetwerken. ‘China heeft allerlei drukpunten van afhankelijkheden, waarmee het ons onder druk kan zetten. Dat betekent dat de druk zo groot is dat we bijna geen middelen hebben om zelf China onder druk te zetten, mochten we dat willen. En dát is natuurlijk een groot probleem.’
Ook Joris Teer, strategisch analist van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies, ziet de gevaren van deze afhankelijkheid van China, waarbij hij ook wijst op de verbondenheid tussen TSMC voor ASML. ‘Taiwan is economisch zeer belangrijk, ook wat betreft de meest geavanceerde halfgeleiders. Die zijn onder meer nodig om steeds autonomere drones te trainen voor de krijgsmacht, of om steeds efficiënter door allerlei inlichtingen heen te gaan. Van die meest geavanceerde chips maakt TSMC wereldwijd ongeveer 92 procent.’
Vaarroutes in heel Oost-Azië
Binnen vijftig jaar heeft Oost-Azië zich feitelijk ontwikkeld tot hét productiecentrum van de wereld. Maar ook de situatie rond de vaarroutes die door heel Oost-Azië lopen is fundamenteel anders dan enkele decennia geleden. ‘In 1995 kon een crisis in de Straat van Taiwan nog worden opgelost door daar twee Amerikaanse vliegdekschipgroepen te stationeren. Daarmee was de intimidatie ook afgelopen, zo groot was het machtsverschil tussen de VS en China op dat moment.’
Een vergelijkbare actie, destijds nog geïnitieerd door de Amerikaanse president Bill Clinton, bleef twee jaar geleden uit, toen de Chinezen oefeningen uitvoerde bij Taiwan rond het bezoek van de Amerikaanse politica Nancy Pelosi aan dat land. ‘Dat heeft ermee te maken dat China sindsdien grootschalig heeft ingezet op onderzeeërs, zeemijnen en geleide raketten, die het voor de Amerikaanse marine in oorlogstijd extreem gevaarlijk maken om rond de Chinese kust te opereren. Daardoor is steeds meer een rare patstelling ontstaan.’
Extreem kostbaar en moeilijk
Want enerzijds staat nog altijd als een paal boven water dat een invasie in Taiwan voor China extreem kostbaar en moeilijk is. ‘Het succesvol uitvoeren van zo’n invasie zal gepaard gaan met veel bloedvergieten. Anderzijds heeft de Amerikaanse afschrikking wel degelijk aan kracht ingeboet. Daarbovenop komt nog de extreme investering in allerlei nieuwe schepen door China, waaronder een hele hoop die specifiek ingezet kunnen worden voor de inname van een eiland.’
Al met al is Oost-Azië een regio vol potentiële geopolitieke-militaire gevaren, maar ook een enorme potentiële waardecreatie. Die is verspreid over met name Zuid-Korea, Japan, Taiwan en China. Van de Europese containerterminals is 75 procent Chinees. Ooit was dat een bewuste keuze om productie naar China te verplaatsen. Het bewustzijn en de politieke wil om iets te ondernemen tegen de afhankelijkheid van China is gegroeid, meent Tom Berendsen. ‘Daarin speelt de positie van Duitsland een belangrijke rol.’
Berendsen is ervan overtuigd dat Europa nog altijd in staat is om de afhankelijkheid van China af te bouwen. Daar is de afgelopen twee jaar vanuit Brussel al flink werk van gemaakt. ‘Voor de energietransitie zijn we nog extreem afhankelijk, maar er worden programma’s opgezet om de industrie in Europa te stimuleren en meer zelf te produceren. En er ligt een kritiekegrondstoffenact in Europa, waarin wordt gezegd dat Brussel veel meer grondstoffen zelf wil minen, meer wil recyclen, meer innoveren en minder wil gebruiken.’
Bron: BNR Nieuwsradio, 31 maart 2024 / BNR Nieuwsradio, 30 maart 2024
Lees ook het nieuwe rapport door Joris Teer e.a.: De Prijs van Conflict: Economische Gevolgen van een Militaire Crisis rondom Taiwan voor Nederland en de EU.
Over deze podcast
De Strateeg is een podcast van BNR in samenwerking met het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Abonneer je via bnr.nl/destrateeg om geen enkele aflevering te missen.
Host: Paul van Liempt
Redactie: Michaël Roele