Russische verklaringen over hun spionageactiviteiten zijn er deze week wel op vooruitgegaan.
De Russen die verdacht werden van de gasaanval op de Russische ex-spion Skripal in het Engelse Salisbury waren daar naar eigen zeggen op vakantie. Voor een hilarisch interview bleken ze een reisgids uit het hoofd te hebben geleerd en imponeerden ons met feitjes over de hoogte van de toren van de lokale kathedraal die volgens hen erg beroemd was.
De vier die vorige week in Nederland werden opgepakt, waren volgens de Russische minister van buitenlandse zaken Lavrov op ‘routinetrip’. Niks geen toeristen dus, maar volgens hem gewoon ‘experts’ (in wat?), die van tijd tot tijd een routineus bezoekje aan Nederland brengen. Kennelijk was dat bezoekje zo saai dat ze even langs de OPCW reden om daar het wifinetwerk te hacken. De OPCW was toevallig toch net bezig met het onderzoek naar Skripal.
Het afgelopen weekeinde vroeg ik een Russische collega hoe hij over dit soort zaken dacht. Hij haalde zijn schouders op: stom dat ze zich lieten pakken, maar er zal vast ook een hoop zijn goed gegaan waarvan jullie niets weten. Daarin had hij gelijk.
Wie een beetje op de hoogte is van wat er momenteel in Rusland over buitenlandbeleid wordt geschreven, weet ook dat er een propagandaoffensief gaande is om vriend en vijand duidelijk te maken dat Poetin het ene na het andere succes boekt. Inderdaad hebben de annexatie van de Krim en het ‘redden’ van Syrië de nationale trots veel goed gedaan. Nu daardoor het zelfbewustzijn tot ongekende proporties is gestegen, kunnen desastreus verlopen operaties van de geheime dienst met veel aplomb worden afgeserveerd als westers nepnieuws bedoeld om de geweldige Russische successen te maskeren.
Imagoschade?
Dit alles maakt de constatering in NRC Handelsblad van Steven Derix dat Rusland door de affaire imagoschade heeft opgelopen zo ongefundeerd dat deze niet eens door hun eigen fact-checker zou komen. De verontwaardiging over die slechte Russen in Den Haag duidt vooral op naïviteit omdat Nederland precies hetzelfde als de Russen doet. Begin dit jaar was het hele land vervuld van trots. Een hacker kwam tijdens een routinetrip op het Russische internet terecht bij de hackersgroep Cozy Bear, die bezig was de Amerikaanse presidentsverkiezingen te beïnvloeden. Pikant: Cozy Bear zijn de collega’s van Fancy Bear die kennelijk achter de OPCW-hack zaten.
De Nederlandse reacties laten zien hoe gemakkelijk een land wegzakt in vijandbeelden. Als Rusland Nederland hackt is dat slecht, maar omgekeerd is het goed. Daarmee wordt het werk van de geheime diensten onderdeel van een ongezonde strijd. Het versterken van vijandbeelden door openheid over inlichtingen staat normalisering van de relaties op den duur alleen maar in de weg.
Waarom dan toch die openheid? Dat heeft volgens mij een binnenlandse verklaring. Minister Ollongren moest zich eind vorig jaar in bochten wringen om geen voorbeelden te hoeven geven van Russisch nepnieuws. Met de onzinnige Russische reacties op de affaires Skripal en OPCW maken de Russen duidelijk dat ze dat inderdaad verspreiden. Het gevolg? De naïviteit neemt in ons land wat af, maar de relatie met de Russen verzuurt verder.
Lees wekelijks de column van Rob de Wijk in Trouw hier.