Het grote voordeel van het trage gepolder om tot een nationaal economisch reddingsplan te komen is dat het politieke instabiliteit voorkomt. Doordat de Kamer buiten spel staat oogt het akkoord tussen regering, regeringsfracties in de Kamer en sociale partners weinig democratisch.
Maar het voordeel is dat in tegenstelling tot veel andere landen voorlopig geen politiek onbeheersbare situaties ontstaan. Premiers boden hun ontslag aan in IJsland, Litouwen, Hongarije en Tsjechië. De val van de Tsjechische regering, tot juli voorzitter van de Europese Unie, heeft zelfs gevolgen voor Europa. Het maakt de unie stuurlozer op een moment dat leiderschap cruciaal is. Het bewijst dat er een einde moet komen aan het roulerende voorzitterschap en dat de unie gebaat is bij een krachtige president.
Afgezien van politieke strubbelingen veroorzaakt de crisis sociale onrust. In februari gingen Britten de straat op om te protesteren tegen het inhuren van buitenlandse werknemers in een olieraffinaderij. Even later marcheerden honderdduizend Ieren in protest tegen het economische beleid van de overheid door de straten van Dublin. In maart gingen Bulgaren de straat op tegen de dreigende sluiting van een staalfabriek. Tegelijkertijd protesteerden boeren in Duitsland, Oostenrijk, Polen, Tsjechië, Slowakije en Slovenië tegen de lage melkprijzen. De ernstigste protesten vonden plaats in Frankrijk waar miljoenen demonstreerden voor behoud van baan en inkomen. Intussen wil men zondebokken aanwijzen. Dat zijn in de ogen van velen de bankdirecteuren die zich hebben verrijkt en ondanks de crisis nog steeds met omvangrijke bonussen naar huis gaan. Ook ik heb me altijd geërgerd aan deze zelfverrijking. Maar tegelijkertijd zijn volgens mij ook aan consumptie verslaafde burgers schuldig die onverantwoord hoge hypotheken en leningen afsloten.
Hoe erg de sociale onrust wordt, hangt af van het effect van de nationale reddingsplannen. De voortekenen zijn niet goed. Protectionisme groeit. Duitsland houdt rekening met 7, mogelijk 8 procent krimp. De Europese concurrentiepositie wordt aangetast als de dollar ten opzichte van de euro valt doordat de Amerikaanse Centrale Bank bankbiljetten bij drukt en China een andere reservevaluta dan de Amerikaanse munt wil. En er wordt gespeculeerd over een crisis binnen de eurozone als zwakke landen als Italië of Griekenland de euro vaarwel moeten zeggen.
President Obama stelt steeds dat zijn reddingsplan geen wondermiddel is, maar slechts een bijdrage levert aan het keren van de crisis. Dat geldt ook voor het Nederlandse plan. Geen regering heeft een oplossing. Dit, en het feit dat het een mondiale crisis betreft, maakt van protesten uitdrukkingen van machteloosheid en woede op leiders die het ook niet weten. Dat geeft ruimte aan populisten met makkelijke, aansprekende ’oplossingen’ die het land van de regen in drup helpen.
Dat kan ook in Nederland gebeuren. Door dreigende onlusten wordt de regering gedwongen de financiële crisis in de context van openbare orde en veiligheid te plaatsen. Stakingen en werkonderbrekingen, demonstraties en acties zijn bij massaontslagen denkbaar. Het ontstaan van een grote onderklasse van kansarmen is niet denkbeeldig als hoger opgeleiden de plaats innemen van lager opgeleiden. En allochtonen zijn als eerste de dupe.
Een veeg teken is de sterk veranderde samenleving en de houding van de burger ten opzichte van de politiek. De politiek poldert door, maar de gemiddelde Nederlander heeft zijn vertrouwen in de polderaars allang vaarwel gezegd en eist concrete, snelle, effectieve, pijnloze oplossingen, die er overigens niet zijn. Uitzitten van de crisis en instellen op een lager welvaartsniveau is de rationele keuze, maar het is niet gezegd dat al die korte lontjes in onze maatschappij die keuze zullen maken.
Trouw