Na bijna vijf maanden is de Russisch-Oekraïense oorlog geëscaleerd naar een treffen tussen Oost en West. Vaak met enig leedvermaak kijkt de rest van de wereld toe en vraagt zich af of het ooit zo machtige Westen zich staande houdt. Want Poetins interventie is inmiddels ontaard in een soort Amerikaans-Britse proxyoorlog. De Britten gaan 10.000 Oekraïense soldaten trainen en de Amerikanen pompen ontzagwekkende hoeveelheden geavanceerde wapens in het land. Maar daarmee kan president Zelenski de oorlog voorlopig niet winnen, ook al zwoer hij deze week het hele zuiden te heroveren.
Dat laatste lijkt wensdenken. Afgezien van morele steun hebben de Europese bondgenoten veel te weinig wapens in de aanbieding. Het Pentagon is bezorgd dat wapenleveranties ten koste van de eigen slagkracht gaan. Bovendien moet onnodige escalatie worden voorkomen. Dat zou Rusland een argument geven om te mobiliseren, waardoor er veel meer middelen en manschappen beschikbaar komen. Achter de schermen zouden de Amerikanen Zelenski er daarom van proberen te overtuigen om gas terug te nemen.
Om de Russische opmars te stoppen zijn volgens de experts zestig tot honderd Himars, meervoudige raketwerpers, nodig. Nu zijn dat er tien. Oekraïne zelf zegt voor het heroveren van gebied er driehonderd nodig te hebben. Maar dat soort aantallen zijn voor de Amerikanen onbespreekbaar.
Geen zicht op de overwinning
De tactiek van Oekraïne lijkt inmiddels duidelijk: met artillerie en Himars ver in bezet gebied commandoposten, logistieke knooppunten en wapen- en munitiedepots vernietigen om de opmars te frustreren. Tegelijkertijd wordt hier en daar een partizanenstrijd georganiseerd. De Oekraïense generale staf zet daarmee in op het ontregelen van de Russische opmars. Dat is slim, maar ook dat biedt geen zicht op de overwinning. Prioriteit krijgt daarom het beschermen van Odessa en omgeving. Zonder die haven is de rompstaat Oekraïne economisch niet levensvatbaar.
Een complicatie is dat het Westen in een economische oorlog verzeild is geraakt. Rusland beantwoordt de westerse sancties met de inzet van essentiële grondstoffen zoals neon, palladium, nikkel, aluminium, ammoniumnitraat en zelfs hout als politieke pressiemiddelen. Deze week vloeit er geen gas meer door de Nord Stream-pijpleiding en alleen Poetin weet of die ooit weer opengaat. Zo niet, dan raakt Europa verzeild in een recessie. Het feit dat de euro in waarde daalt, duidt daar al op. En dan hebben we het nog niet eens over het verwoestende effect van de exploderende inflatie op de koopkracht.
Economische klap van 12 procent
In Duitsland is de paniek al compleet. Dat houdt rekening met een economische klap van mogelijk 12 procent. In Nederland lijkt zoals gebruikelijk de urgentie te ontbreken. Achter de schermen zal er ongetwijfeld veel gebeuren, maar wie bereidt u en mij voor op het ergste? Een economische krimp van 9 procent wordt inmiddels al niet meer uitgesloten.
Dit economische geworstel zal Poetin met belangstelling gadeslaan. Hij wil nu hetzelfde als de westerse sancties beogen: het slopen van de economie om de oorlogsinspanning te stoppen. Rusland is weerbaarder, kan ontberingen beter aan; Europa heeft diepere zakken.
Militair en economisch is dit conflict een uitputtingsslag tussen Oost en West geworden. Eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe de wereld er na mijn zomerstop uitziet.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.
Bron: Trouw