Europese leiders die decennialang bezuinigingen op defensie hebben toegestaan, geen affiniteit hebben met buitenlandbeleid en geen aantoonbare kwalificaties hebben voor het beheersen van internationale conflicten, moeten ons nu door een ongekende crisis leiden. Tot nu toe weerstaan zij de druk om nog harder in te grijpen. De Oekraïense president Zelenski wil meer wapens, jachtvliegtuigen en een no-fly zone maar krijgt slechts gedeeltelijk zijn zin, hoewel Amerikaanse senatoren voor de levering van die jachtvliegtuigen pleiten.
Minister van buitenlandse zaken Hoekstra werd afgelopen maandag bij Jinek onder meer door een Oekraïense ex-voetballer verweten de Oekraïners te laten stikken en geen plan te hebben. Dat is natuurlijk onzin. De sancties en de wapenleveranties kennen geen precedent en kunnen de Navo uiteindelijk zelf het conflict intrekken. Eva Jinek joeg het sentiment verder aan met suggestieve vragen.
Onder meer in Op1 pleitte ik voor terughoudendheid. We doen op dit moment genoeg en ik stelde dat we nog zwaardere sancties achter de hand moeten houden voor als de oorlog in een nieuw fase terechtkomt. Want wat moreel juist is, kan strategisch oliedom zijn en je bij een oorlog betrekken die in ieder geval tot de totale vernietiging van Oekraïne zal leiden en mogelijk naar de Navo kan overslaan. De opeenstapeling van sancties, waarvan het effect niet eens wordt afgewacht, en het pleidooi voor verder militair ingrijpen levert onvoorstelbare risico’s op voor de eigen bevolking, die niet meer door een geloofwaardige krijgsmacht kan worden beschermd.
In het Russische kamp?
Ik ben wel iets gewend op de sociale media, maar dit soort redeneringen plaatst je volgens veel twitteraars in het Russische kamp. Volkskrant-journalist Merlijn Kerkhof roept Zembla op om te onderzoeken of ik door Moskou word betaald. Ene Antonij wil mij uitleveren aan Poetin. Peter Riebeek noemde mij angstig en warrig. En dit waren nog de meest vriendelijke. Op BNR-radio werd mij gevraagd of ik niet bezig was met wegkijken.
Dit soort sentimenten hebben we eerder gezien. Alle interventies in Afghanistan, Irak en Libië werden door dit soort emoties gedreven. Het werden interventies die met te weinig troepen op de verkeerde manier werden aangepakt. Ze mislukten in meer of mindere mate allemaal. De aanleiding voor de terechte interventie in Afghanistan waren de aanslagen door Al-Qaida op 11 september 2001. Het ging mis toen de operatie verschoof naar een humanitaire missie. De Iraakse dictator Saddam Hoessein werd in 2003 vlot verwijderd, maar vervolgens verzandde de operatie in een guerrilla die de opkomst van Islamitische Staat faciliteerde. In 2011 grepen de Europeanen in Libië in. Dat land is nu nog steeds een puinhoop.
Nu worden we geconfronteerd met een oorlog tussen landen waarbij de inzet van kernwapens denkbaar is. De mentaliteit om ‘iets te doen’ wordt gedreven door begrijpelijke betrokkenheid, idealisme en een gebrek aan zelfbeheersing. Daardoor verdwijnen consequenties uit beeld. Die consequenties moeten voor politici, journalisten en activistische burgers altijd worden meegewogen. Dat is geen zwakheid, maar het besef dat een nog grotere oorlog Oekraïne helemaal zal vernietigen, ons in gevaar brengt en de hele Navo confronteert met de rampzalige gevolgen van jarenlange bezuinigingen op defensie.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.
Bron: Trouw