De dood van de leider van de terreurorganisatie IS, Abu Bakr al-Baghdadi, is het resultaat van puik werk van een door president Trump zo veracht onderdeel van de deep state, namelijk de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Bewondering is ook op zijn plaats voor de piloten die hun helikopters door vijandelijk luchtruim vlogen en de Delta Forces die de klus op de grond klaarden. Hopelijk steekt Trump er wat van op, schrijft Rob de Wijk in zijn column voor Trouw. De diensten zijn onmisbaar voor de veiligheid van Amerika en de rest van de wereld, maar kunnen zich tegen hem keren. Diensten in democratieën zijn over het algemeen gezagsgetrouw en loyaal, maar kunnen hun politieke meester ten val brengen als ze zich vernederd en geschoffeerd voelen. Nixon kon er door de Watergate-affaire van meepraten. ‘Deep throat’ die hem ten val bracht, was een hoge medewerker van de FBI. Met diezelfde FBI heeft Trump een verstoorde verhouding sinds hij directeur James Comey ontsloeg. Die had zich in de ogen van de president wat al te voortvarend op het Rusland-onderzoek gestort.
Opstaan van klokkenluider
Het zou mij niet verbazen dat wantrouwen ook heeft bijgedragen aan het opstaan van de klokkenluider van de CIA die de president van machtsmisbruik beschuldigde. Die beschuldiging leidde tot de impeachmentprocedure die het Congres onlangs is gestart. Als het Congres voor die impeachment stemt, dan loopt Trump kans de eerste president te worden die door toedoen van zijn inlichtingen- en veiligheidsdiensten moet aftreden.
Het is een aloude wetmatigheid: ga geen ruzie met je diensten maken, want dat keert zich tegen je. De diensten afschaffen kan ook niet, want dat gaat ten koste van de veiligheid en dan had de president nu niet kunnen pronken met Baghdadi’s dood.
De dood van de terroristenleider is weliswaar een mooie opsteker, maar evenals de dood van Al-Qaida-leider Osama bin Laden acht jaar geleden, zal dit weinig impact hebben. Begin augustus werd Abu Ahmed al-Kuwaiti al als opvolger aangewezen omdat de IS-leider feitelijk niet meer kon leiden. Oorlogsverwondingen en strikte veiligheidsmaatregelen waardoor Baghdadi nauwelijks meer kon communiceren, reduceerden hem tot een symbool.
Klappen krijgen
De ervaring leert ook dat dit soort terreurorganisaties zo georganiseerd zijn dat de ruggengraat niet makkelijk gebroken kan worden. En als ze klappen krijgen, dan veranderen ze hun werkwijze.
Dat deed Al-Qaida nadat de organisatie in Afghanistan en later in het westen van Pakistan kapotgebombardeerd werd. Al-Qaida werd vervolgens decentraal georganiseerd met cellen die in verschillende landen aanslagen plegen. Na de dood van Bin Laden en zijn zoon Hamza en door de slechte gezondheidstoestand en het isolement van Ayman al-Zawahiri, de huidige leider, ging de organisatie zich meer op Syrië concentreren om met een splinter, de Khorasan-groep, aanslagen op het Westen voor te bereiden.
Deze decentralisatie is bij IS allang aan de gang, getuige de aanslagen van het afgelopen jaar: in Afghanistan werden in een moskee ruim zeventig mensen vermoord en 63 bij een huwelijksfeest. En er waren dodelijke aanslagen in het Franse Straatsburg, Sri Lanka, de Filippijnen enzovoorts. De dood van Baghdadi verandert daar niets aan.
Trump eindigde zijn triomfantelijke bekendmaking met de woorden ‘the world is now a much safer place’. Ik zou willen dat het waar was.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.