Bondskanselier Merkel was niet blij met de verwijdering van president Trump van Twitter. Ook in Nederland werd voortdurend de vraag gesteld of een commercieel techbedrijf het recht heeft de vrijheid van meningsuiting van een ander in te perken. Het antwoord is ja, want Twitter, Facebook en YouTube bepalen zelf hun voorwaarden.
Toch lijkt een meerderheid van mening dat de rechter hierover moet gaan. Ik ben daar niet op tegen, maar ik verbaasde me wel over dit debat. Alleen al de dubbele standaarden. Ik hoorde applaus toen techbedrijven tweets, teksten en filmpjes van moslimextremisten verwijderden. Vorig jaar werden de accounts van vijftig extreemrechtse clubs en individuen geblokkeerd. Toen hoorde ik nauwelijks protesten.
Maar mijn grootste verbazing was de framing van de discussie. Het ging over de vrijheid van meningsuiting, terwijl Twitters besluit niet los kan worden gezien van wat er op 6 januari was gebeurd.
De echte vraag is volgens mij of een techbedrijf zoals Twitter een staatsgreep of een samenzwering mag faciliteren of daaraan medeplichtig mag zijn. Behalve geradicaliseerde Trumpadepten zal iedereen ‘nee’ zeggen. Als die coup gelukt was, hadden we nu een discussie gehad over de vraag hoe we zo snel mogelijk Twitter, Facebook en YouTube in de ban zouden kunnen doen.
Dat er daadwerkelijk sprake was van een poging tot staatgreep blijkt uit de details die nu naar boven komen. Het begon eind september toen Trump tegen de extreemrechtse Proud Boys die vorige week aan de rebellie deelnamen zei: ‘Stand back and stand by’. Aangemoedigd door de oorlogstaal van Republikeinse leden van het Huis van Afgevaardigden, circuleerden vervolgens op extreemrechtse sites plannen om het democratische proces te ontregelen en Trump in het zadel te houden. De president, die veiligheidsbriefings van de geheime dienst krijgt, wist hoe serieus dit was en deed niets. Hij had kunnen aandringen op stringente veiligheidsmaatregelen en kunnen afzien van ophitsing.
Maar Trump riep met zijn gebral en de oproep ‘Fight like hell’ zijn volgelingen op het Capitool te bestormen. Zijn advocaat, Rudy Guiliani, schreeuwde ‘let’s have a trial by combat’. De Republikeinse afgevaardigde Brooks riep op om namen van de vijanden te verzamelen zodat ze gepakt kunnen worden. Voorkomen moest worden dat het Congres Bidens verkiezing zou kunnen bevestigen. Dit was dus een ordinaire staatsgreep, naar goed Zuid-Amerikaans voorbeeld. Gelukkig werd die na een paar uur gesmoord.
Bij een ‘normale’ staatsgreep zouden de oproerkraaiers naar het Witte Huis zijn opgerukt, maar nu zat de vijand in het Capitool. Voor vicepresident Pence stond de galg al klaar. Pelosi, de voorzitter van het Huis van afgevaardigden, moest worden geëxecuteerd. Zij stonden het aanblijven van Trump in de weg.
Het is terecht dat Trump voor de tweede keer een impeachment aan zijn broek krijgt. Maar daarmee is de kous niet af. President Joe Biden moet nu de gemoederen tot bedaren brengen. Optreden tegen de Trump-kliek zal tot nieuwe rellen en mogelijk tot een burgeroorlog leiden. Tegelijkertijd mogen de coupplegers niet onbestraft blijven. Ik gok erop dat een nieuwe lichting Trump-officials, en mogelijk Trump zelf, wordt veroordeeld wegens hoogverraad. Dit keer overigens zonder kans op gratie.
Rob de Wijk, 14 januari 2021, Trouw
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.