In 1983 gingen 550.000 Nederlanders onder leiding van Mient Jan Faber de straat op om de kernwapens de wereld uit te helpen. Veertig jaar later zijn we niet ver gekomen, getuige de Nobelprijs voor de Vrede die Nihon Hidankyo voor datzelfde doel kreeg. Sterker, de dreiging van kernwapens is groter dan ooit.
De Russische president Poetin wordt niet moe om het Westen daarmee te dreigen. Inmiddels krijgt het conflict in het Midden-Oosten ook een nucleaire dimensie. Want in Iran gaan er stemmen op om uit het non-proliferatieakkoord te stappen en wordt de druk op ayatollah Khamenei opgevoerd om zijn fatwa te herroepen die de productie van kernwapens verbiedt.
China is bezig met ’s werelds omvangrijkste nucleaire moderniseringsprogramma als antwoord op de vermeende Amerikaanse dreiging.
De kans dat er ooit een kernwapen wordt ingezet is niet denkbeeldig. Ik durf mijn geld er niet op in te zetten waar dat zou kunnen gebeuren: in Europa, in het Midden-Oosten of in het Verre Oosten.
De verklaring voor de dreiging is simpel: grootmachtscompetitie. China komt op, maar de Verenigde Staten verzetten zich daartegen. Het gevolg is handels- oorlogen, militaire confrontaties rond Taiwan en Chinese steun aan Rusland en Iran, als reactie op de Amerikaanse steun aan Oekraïne en Israël.
Inmiddels heeft de grootmachtscompetitie mondiale repercussies gekregen. Alle grootmachten – Rusland, China en de Verenigde Staten en hun bondgenoten – zijn met elkaar direct of indirect in conflict.
Alle grootmachten hebben kernwapens. Als de strijd in Europa en het Midden-Oosten verder escaleert en het vervolgens in het Verre Oosten bijvoorbeeld rond Taiwan helemaal misgaat, mogen we rustig spreken van een wereldoorlog.
Al die geopolitieke turbulentie komt voor deskundigen niet als een verrassing. De Amerikaanse hoogleraar Graham Allison deed onderzoek naar zestien geopolitieke machtsovergangen van de middeleeuwen tot nu. Zijn conclusie was niet bemoedigend. In twaalf gevallen brak oorlog uit.
In de eerste casus, de laat vijftiende-eeuwse machtsstrijd tussen Spanje en Portugal, brak geen oorlog uit. Portugal kon zich geen grote oorlog meer permitteren en de Paus wierp zijn gewicht in de strijd en bracht de partijen tot bedaren.
In de eeuwen daarna ging het voortdurend fout. De Habsburgers en de Europese grootmachten raakten in de ene na de andere oorlog verzeild. Maar ook Nederland kon er in de zeventiende eeuw wat van, getuige de strijd tegen de Engelsen, met de roemruchte tocht naar Chatham (1667) als hoogtepunt.
De meest intrigerende vraag is onder welke omstandigheden geen oorlogen uitbreken. Tot in de recente geschiedenis streden Engeland en Frankrijk om de nummer 1-positie. Maar het lidmaatschap van EU en Navo bleken de strijdbijl te kunnen begraven.
Belangrijker is dat de confrontatie tussen de Sovjet-Unie en Amerika met zijn Europese bondgenoten gedurende de Koude Oorlog ook niet tot oorlog leidde. De reden was de atoombom. Het vooruitzicht van wederzijdse nucleaire vernietiging schrok zo af, dat leiders voorzichtig waren.
Maar anno 2024 bestaat gezien het nucleaire wapengekletter twijfel of dat afschrikkingsevenwicht nog steeds bestaat.
Als de Nobelprijs voor Nihon Hidankyo ons eindelijk van dit inzicht doordringt, is die prijs niet voor niets geweest.
Rob de Wijk, Trouw, 17 oktober 2024
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.