In Nederland willen we de coronacrisis al polderend bestrijden, schrijft Rob de Wijk in zijn column voor Trouw. Maar iedereen met een beetje verstand van crisisbeheersing weet dat ‘duidelijkheid’ essentieel is en dat polderen niet werkt.
—-
Laatst werd mijn buurvrouw geheel buiten haar schuld aangereden. Ze lag in een plas bloed en was er slecht aan toe. “Wie heeft er een mobieltje”, riep iemand. Dat bleek de overbuurman te zijn, een kleine etter die iedereen de les leest en de buurt het bloed onder de nagels vandaan haalt. Ook nu weer: “Ik bel pas als ze belooft haar vuilniszakken nooit meer te vroeg op straat te zetten, anders bekijkt ze het maar”.
Vervang ‘buurvrouw’ door Italië, ‘overbuurman’ door Nederland en je begrijpt waarom andere Europese landen Nederland haten. Door op hoge toon te weigeren Italië financieel te steunen, omdat er in het verleden onvoldoende economisch is hervormd, is Nederland de risee van Europa geworden. Inmiddels heeft minister van financiën Wopke Hoekstra ingebonden, maar daarmee is de kous niet af.
Het probleem is dat Nederland maar moeilijk in een crisisbeheersingsmodus kan komen. De coronacrisis is niet de schuld van Italië. Natuurlijk valt dat land te verwijten dat er geen financiële reserves zijn opgebouwd, maar dat is een discussie over begrotingsdiscipline en niet over het beheersen van de coronacrisis. Door die twee met elkaar te vermengen wordt financieel gewin boven solidariteit gezet en zet Nederland de hele Unie op het spel.
Thuisblijven, maar wel drie mensen op bezoek
Moeite met de crisisbeheersingsmodus blijkt ook uit het feit dat we hier de crisis al polderend willen bestrijden. Dat leidt tot onduidelijkheid: je moet thuisblijven, maar je mag wel drie mensen op bezoek krijgen. Veiligheidsregio’s, waar we er in ons land 25 van hebben, vullen de regels van de rijksoverheid allemaal anders in. Arjen Lubach maakte er afgelopen zondag terecht een hilarisch programma over.
Iedereen met een beetje verstand van crisisbeheersing weet dat ‘duidelijkheid’ essentieel is en dat polderen niet werkt. Dit eist een leider die zorgt voor duidelijke crisiscommunicatie, duidelijke informatievoorziening, duidelijke opdrachten en duidelijke lijnen naar het lokale gezag, dat opdrachten zonder foute interpretaties uitvoert.
Tientallen onderzoeken hebben de afgelopen decennia aangegeven het op al deze punten in Nederland vrijwel altijd misgaat. Bovendien heeft het Rijk bewust afstand genomen van zijn ‘sturende’ taak. Er is gedelegeerd naar burgemeesters en veiligheidsregio’s die nauwelijks onderling kunnen coördineren.
Decentralisatie en polderen staan een centrale regie van crisisbeheersing in de weg. Deskundigen hebben keer op keer voor de enorme risico’s gewaarschuwd, maar het Rijk bleef doof.
Voorstander van de dictatuur
Nog steeds wordt volgehouden dat dirigisme niet zou passen bij de aard van Nederland. Wie pleit voor meer centrale regie, beter gezegd de toepassing van algemeen aanvaarde beginselen van crisisbeheersing, is voorstander van de dictatuur. Net als in Hongarije.
Columniste Sheila Sitalsing schreef in de Volkskrant dat ik in een dwangbuis moest worden afgevoerd, omdat ik voor een ‘militaire aanpak’ zou hebben gepleit. Ze bleek maar wat te roepen. Want degene die tot ‘centrale militaire aansturing’ opriep, was de voorzitter van de Nederlandse Vereniging Intensive Care, Diederik Gommers. Hij zei in de Kamer dat dat nodig was, omdat de medewerking van ziekenhuizen buiten Brabant te stroef verliep.
Deze week zwol zelfs in de Kamer de roep om centrale regie aan. Maar de noodzaak daarvan blijft moeilijk te begrijpen voor mensen die geen kaas van crisisbeheersing hebben gegeten, zoals Sitalsing.
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.