De retoriek klonk een jaar geleden mooi en overtuigend. Op de eerste dag van de oorlog formuleerde de Europese Unie haar doelstellingen: alle Russen Oekraïne uit. Dat moest lukken met sancties, want in die tijd worstelden de Europese landen nog met de vraag of ze wel helmen en schermvesten moesten leveren aan Oekraïne.
Met die sancties moest, in de woorden van voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie, de ‘oorlogsmachine worden vernietigd’. Ze zouden de Russische economie slopen en het armlastige Rusland dwingen de strijd te staken.
Een jaar later moeten we constateren dat volgens de cijfers van het IMF de impact van de brexit op het Verenigd Koninkrijk dit en volgend jaar groter is dan de impact van sancties op Rusland. Zo krimpt de Britse economie dit jaar met 0,6 procent, terwijl die van Rusland met 0,3 procent groeit. Het standaard verweer is dat de sancties nog niet bijten. Het is een kwestie van lange adem.
Kijk naar Iran en Noord-Korea
Niemand zal ontkennen dat de sancties uiterst onaangenaam voor Rusland zijn. Dat de oorlogsindustrie moeite heeft met het verkrijgen van bijvoorbeeld halfgeleiders en dat het lastig is alternatieve markten voor olie en gas te vinden. Toch lukt het Rusland.
Maar ook al zou de Russische economie echt hard worden geraakt, dan nog is het de vraag of de doelstellingen kunnen worden gehaald. Kijk naar Iran en Noord-Korea. Deze landen worden al jarenlang door hevige sancties getroffen, maar beide vormen nog steeds een bedreiging. Ondanks sancties bouwde Noord-Korea een raketarsenaal op waarmee alle landen in de omgeving, inclusief Amerika met kernwapens kunnen worden bestookt.
De sanctieliteratuur bevat geen enkel voorbeeld van het stoppen van een militair avontuur onder dreiging van sancties. Volgens onderzoek blijken de strafmaatregelen te falen als ze haastig en ondoordacht worden opgelegd, de doelstellingen maximaal zijn, ze omzeild kunnen worden, de kosten voor de afzenders hoog zijn, het doelwit een autocratisch regime is en er geen prikkels voor goed gedrag in het vooruitzicht worden gesteld.
Wie wil winnen, moet vechten
Deze harde lessen zijn getrokken uit tientallen historische cases. Ze zijn allemaal van toepassing op de sancties die de Europese Unie heeft opgelegd aan Rusland. Daarbij horen ook de gas- en olieboycots. Die hebben geleid tot prijsexplosies waardoor Europese huishoudens in de portemonnee worden geraakt. Om de ellende voor de burgers af te kopen, lopen de staatsschulden op.
Een bijkomend effect is dat door de blijvend hoge energieprijzen en als gevolg van de wens een voorhoedespeler te zijn in de energietransitie, de concurrentiepositie van de EU wordt ondermijnd en de uittocht van energieslurpende bedrijven wordt versneld. Dat laatste lijkt mooi, maar door deze de-industrialisatie wordt ook de energietransitie vertraagd. Alleen grote, kapitaalkrachtige bedrijven – ook Shell – die vertrouwd zijn met ingrijpende transities kunnen groene technologieën opschalen. Ook al gaat het niet snel genoeg.
Na een jaar hebben de sancties, behalve schade aan de eigen economie, te weinig opgeleverd. Dat was te voorzien. Sancties zijn altijd een alternatief voor vechten geweest. Ze drukken onvrede met gedrag uit, in dit geval van Poetin. Daarom ben ik voor sancties. Maar wie wil winnen, moet vechten. Ook dat is een harde les. Precies dat kunnen en willen de Europeanen niet.
Rob de Wijk, Trouw, 17 februari 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.