Zelenski op bezoek in Washington en Poetin op de Russische televisie verkondigden deze week dezelfde boodschap: er zijn meer wapens en meer geld nodig om de oorlog nog lang vol te kunnen houden. De stemming lijkt om te slaan. De interviews in The Economist van afgelopen week met president Zelenski en zijn twee belangrijkste generaals spreken boekdelen. Sinds de Russische bevelhebber van de invasie in Oekraïne, generaal Soerovikin, in oktober de tactiek heeft aanpast gaat het iets beter en zijn er aanhoudende speculaties over een nieuw offensief.
Soerovikin lijkt in het zuiden en het oosten de Russische veroveringen te willen consolideren door op typisch Russische wijze tienduizenden ongetrainde soldaten het slagveld op te jagen. Met als enige doel een Oekraïense opmars te vertragen en tijd te rekken. Zo kan hij 150.000 nieuwe rekruten laten oefenen om die in het voorjaar in te zetten voor de verovering van de gehele Donbas. Een deel van die troepen kan ook worden ingezet voor een nieuw offensief vanuit het noorden, gericht op de hoofdstad Kiev.
Deze week maakte Poetin opnieuw duidelijk voorlopig van geen wijken te willen weten. Hij gokt erop dat hij de langste adem heeft en handhaaft zijn maximale doelstellingen van denazificatie en demilitarisering. Kortom, hij wil de ‘neanderthalers, agressieve nationalisten en neonazi’s’ uit Kiev verdrijven en het Oekraïense leger verslaan.
Daarvoor heeft hij vermoedelijk wel de steun van Wit-Rusland nodig. Precies daarom bracht hij een bezoek aan zijn collega-dictator Loekasjenko. Ze spraken over een ‘gezamenlijke defensieruimte’ wat de aanval op Oekraïne ongetwijfeld vergemakkelijkt. Ook willen ze samen wapens produceren en samen oefenen.
Munitie is het grootste probleem
Tegelijkertijd erkent Poetin impliciet dat hij wordt geconfronteerd met de enorme fouten die in het begin van de oorlog zijn gemaakt. Nog steeds betaalt hij de rekening voor zijn incompetente inlichtingsdiensten die dachten dat Oekraïne snel kon worden veroverd, de rampzalige commandostructuur waardoor goede aansturing van de troepen onmogelijk was, en de onoverkomelijke logistieke problemen waardoor deze zonder reserveonderdelen, water en voedsel kwamen te zitten. Als Oekraïne wint, is dat het gevolg van het feit dat Rusland niet bij machte blijkt deze fouten te herstellen. Ongetwijfeld zal Soerovikin dan de zoveelste generaal zijn die het veld moet ruimen.
Voor beide partijen geldt dat het opraken van alle soorten munitie het grootste probleem is. Rusland zal er volgens Amerikaanse inlichtingendiensten ergens begin 2023 doorheen zijn; Oekraïne kan het met de nieuwe zendingen uit de VS mogelijk nog vijf maanden volhouden. Maar voor Oekraïne geldt dat ze een tekort hebben aan zware wapens.
Deze weerzinwekkend bloedige oorlog zal dus nog wel even doorgaan. Bovendien zei CIA-directeur Burns in het Amerikaanse tv-programma NewsHour dat Poetin niet wil onderhandelen. Een Navo-functionaris stelde vast dat de Russische leider bereid is om 300.000 slachtoffers te incasseren. Het doet Poetin niets. Tegen een moeder zei hij dat haar gesneuvelde zoon zich tenminste niet dood gezopen had.
Om de moed erin te houden worden nu ‘creatieve brigades’ met artiesten naar het front gestuurd en wil Poetin dat staatsbedrijven en bestuurders een ‘positieve boodschap’ uitdragen. Met kerst in het vooruitzicht is dat een goed idee. Maar wie wil die boodschap, zelfs in Rusland, geloven nu hun leider tot aan zijn enkels in het bloed staat.
Rob de Wijk, Trouw, 23 december 2022
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.