De stemming over de kansen van Oekraïne slaat om, schreef ik eind vorig jaar. Die twijfel wordt versterkt nu de huurlingen van de Wagnergroep voor het eerst sinds de vernederende Russische nederlagen van de afgelopen maanden de overwinning claimen in het oostelijke Soledar. Als die verovering daadwerkelijk een feit is, kan dit de weg openen naar Bachmoet en vervolgens naar de rest van de Donbas. Daarmee zou een belangrijke doelstelling van Poetin worden verwezenlijkt.
Of het zover komt, moet nog blijken. Zeker is dat de psychologische slag van het verlies van beide steden niet mag worden onderschat. Vooral Bachmoet staat symbool voor de Oekraïense heroïek en de wreedheid van de Russen. Die jagen daar ongetrainde jonge mannen massaal de dood met als enige doel de tegenstander tijdelijk te stoppen zodat verse, beter getrainde troepen kunnen worden aangevoerd.
Overwinning als een vanzelfsprekendheid
Ik bespeur een zekere nervositeit bij commentatoren en columnisten die een Oekraïense overwinning als een vanzelfsprekendheid zagen. Ze buitelen nu over elkaar heen met aanbevelingen hoe het tij te keren. In de Washington Post schaarden de Amerikaanse oud-minister van buitenlandse zaken en veiligheidsadviseur Rice en de oud-minister van defensie Gates zich achter de aanzwellende groep die vindt dat snel veel meer zwaarder materieel moet worden gestuurd.
Zeker nu wordt ingezien dat een overwinning van Oekraïne geen vanzelfsprekendheid is, klinkt ook de roep om onderhandelingen steeds sterker. De 99-jarige Henry Kissinger is daarvan de belangrijkste exponent. Anderen, zoals historicus Thomas von der Dunk in De Volkskrant, menen dat door de ‘systematische massaterreur’ van de Russen nu ook ‘minder nette handelingen legitiem’ zijn.
Oproepen als meer wapens, onderhandelingen en zelf grenzen overschrijden omdat de ander dat ook doet, duiden op groeiende onzekerheid over de afloop van het conflict. Die groeiende onzekerheid komt doordat Rusland van zijn fouten aan het leren is. Commandostructuur en logistiek lijken op orde te komen.
Het blijkt minder makkelijk dan gedacht
De aanhoudende raketaanvallen treffen niet alleen de Oekraïense burgerbevolking, maar ook de defensie-industrie die afhankelijk is van de elektriciteitsvoorziening. De terugtrekking van troepen ten oosten van de Dnjepr was militair verstandig, net zoals de consolidatie door middel van loopgraven en fortificaties in het zuiden en oosten.
De gedeeltelijk mobilisatie zorgde ervoor dat verliezen konden worden gecompenseerd. Het gebrek aan raketten en munitie kan deels worden gecompenseerd door deals met Iran en mogelijk Noord-Korea. En de Russische economie overleeft de sancties opmerkelijk goed. Dat laatste verklaart waarom de westerse oorlogsretoriek verstomt. Het ‘vernietigen van de Russische oorlogsmachine’ waartoe leiders als Von der Leyen opriepen, blijkt minder makkelijk dan gedacht.
Hopelijk maakt ongefundeerd wensdenken over de kansen van Oekraïne plaats voor meer realisme. Dat is noodzakelijk omdat het Westen voor een geweldig dilemma staat: hoe slechter het met Oekraïne gaat, hoe groter de kans dat Navo-landen steeds dieper bij de oorlog betrokken raken. Ook het risico op een directe confrontatie met de Navo neemt toe. De zware wapens die de Navo-landen dan nodig hebben beperken de mogelijkheden om ze nu aan Oekraïne te leveren.
Het dwingt de westerse leiders nu na te denken hoe deze oorlog snel kan worden beëindigd.
Rob de Wijk, Trouw, 13 januari 2023
Rob de Wijk is hoogleraar internationale relaties en veiligheid aan de Universiteit Leiden en oprichter van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS). Hij schrijft wekelijks over internationale verhoudingen. Lees zijn columns hier terug.