In de nasleep van de financiële crisis in 2008 werd door sommige experts een aanstaande ‘deglobalisering’ voorspeld, onder andere op het gebied van handel. Data laten zien dat er wel sprake is van een vertraging in de toename van internationale handel – door sommigen ook wel slowbalization genoemd – maar niet dat de internationale handel afneemt. Deglobalisering is dus (nog) niet aan de orde.
Volgens andere experts zou er juist sprake zijn van regionalisering, oftewel een verplaatsing van handelsstromen van mondiaal naar regionaal niveau. Dus nog steeds veel handel tússen landen, maar minder tussen continenten.
Vooral Nederland als handelsland zou grote verschuivingen moeten zien als gevolg van zulke nieuwe handelspatronen. Ons kikkerlandje staat steevast in de top van de jaarlijkse ‘DHL Global Connecteness Index’, een ranglijst van de pakketgigant die de ‘meest verbonden’ economieën rangschikt. In deze lijst is het dikwijls stuivertje wisselen met Singapore als meest verbonden economie ter wereld. We zijn dus eigenlijk het spreekwoordelijke Panamakanaal van Europa.
Toch lijkt er van deglobalisering of regionalisering voor Nederland geen sprake: volgens handelsdata is Nederland tussen 2011 en 2022 juist méér handel gaan drijven met landen buiten Europa. De hoeveelheid export die naar Europese landen ging, nam af van 81 naar 78 procent. Daar kwamen andere afzetmarkten voor in de plaats. Vooral de toename van export naar landen als de Verenigde Staten, China en Zuid-Korea valt op. De grootste stijger is Taiwan. Voor de import zien we hetzelfde beeld: Nederland betrok in 2022 maar liefst 46 procent van zijn goederen en diensten buiten Europa, in 2011 was dat nog 41 procent.
De stijging van export naar landen als China, Zuid-Korea en Taiwan komt onder andere door de toename van export in de halfgeleiderindustrie, in het bijzonder de lithografiemachines van ASML. De stijging van import komt voor een groot deel door de toename van handel met landen als China en de Verenigde Staten.
Wat betekent dit voor Nederland? Allereerst dat Nederland als handelsland nog steeds ver over de grenzen kijkt én dat Nederlandse exporteurs tot nu toe concurrerend zijn gebleven in de markten van Noord-Amerika en Zuidoost-Azië. Dit zijn hoopgevende signalen voor de dynamiek van de Nederlandse economie, zeker omdat de nieuwe export voor een behoorlijk deel bestaat uit geavanceerde producten met een hoge toegevoegde waarde.
Anderzijds betekent het ook dat Nederland extra kwetsbaar is voor handelsmaatregelen en -beperkingen die in de Verenigde Staten, China en ook in de EU steeds vaker als politiek pressiemiddel worden ingezet. Denk bijvoorbeeld aan de exportbeperkingen die ASML ervaart als gevolg van Amerikaans beleid.
Nederlandse exporteurs hebben de afgelopen decennia veel baat gehad van de liberale handelsorde. Toch is de geopolitical turn van de wereld een voldongen feit. Bedrijven zullen moeten nadenken over het bestendigen van aanvoerketens en het diversifiëren van afzetmarkten, zowel binnen als buiten Europa.
Bron: Ron Stoop, Globe Magazine, 6 september 2024, magazine van ondernemersvereniging evofenedex